-57- stemming wordt gevonden. Dit sluit niet uit dat, om een verbeteringvan de huisvesting van de Matthijs Heldtgroep te realiseren, op korte termijn een gesprek met het bestuur wordt belegd. Het mag echter niet zo zijn dat dit ten koste gaat van andere priori teiten, zoals het open jongerenwerk. Dit open jongerenwerk zal stap voor stap gestalte moeten krijgen, in overleg met de eerder genoemde gesprekspartners. Hij is het met de raad eens wanneer voorlopig niet gedacht wordt aan een eigen accommodatie voor het open jongerenwerk. Vooralsnog zal ruimte gevonden moeten worden in bestaande gebouwen, aldus spreker. Wanneer men niet kan ontkomen aan verdergaande bezuinigingen zullen zijns in ziens ook de bestaande verenigingen moeten inleveren. Men kan alsdan geen onderscheid gaan maken. De opmerking dat bezuinigingen bij het S.K.W. gevonden kunnen worden in de personeelslasten is moeilijk realiseerbaar, aangezien de aantasting van de werkgelegenheid een zwaarwegend punt- is. Als laatste middel is dit misschien niet te voorkomen; voorlopig is dit echter^ niet aan de orde, aldus spreker. Het lid SCHIPPER merkt bij interruptie op dat hij bedoeld heeft dat er ten aanzien van het totale sociale kulturele werk een wanverhouding gaat ont staan tussen enerzijds de activiteitskosten en anderzijds de personeelskosten. Men kan zijns inziens niet blijven doorgaan met enkel op de activiteitskosten te bezuinigen. De VOORZITTER antwoordt dat bij: de stichting S.K.W. reeds op de personeels lasten is gekort. Hij is ervan overtuigd dat men bij het S.K.W. oog heeft voor de door de heer Schipper geschetste problematiek. Hij merkt vervolgens op dat het niet altijd mogelijk.is' een volledig eigen beleid te voeren omdat men rekening moet houden met van bovenaf opgelegde kortingen e.d. Binnen die beperkte financiële mogelijkheden zullen dan de pri oriteiten vastgelegd moeten worden. Een en ander maakt het voeren vaneen eigen beleid erg moeilijk. Terugkomend op het voorstel van de heer Jansson acht hij het onmogelijk- om te discussiëren over een bestemming van vrijkomende middelen bij"de Meerenhof", aangezien de beheerscommissie hier eveneens een grote stem in heeft. Men kan daar zijns inziens niét op vooruit lopen. Deze materie kan eventueel worden meegenomen bij de behandeling van de voor jaarsnota. Het lid JANSSON zegt dat nu wel de intentie kan .worden uitgesproken dat. eventuele middelen worden bestemd voor verbetering van de accommodatie van de Matthijs Heldtgroep. De VOORZITTER wijst erop dat dit tegenstrijdig is aan de eerder door de raad gedane uitspraak. Het lid MAKKINK stemt in met de hoofdlijnen, zoals die ook door de voor zitter zijn aangestipt. Met betrekking tot het accommodatiebeleid heeft hij 'eveneens in de w.elzijns- commissie veel vertrouwen. De samenwerking tussen S.K.W. en V.J.V. wordt door zijn fractie op de vóet. gevolgd. Met het voeren van een eigen beleid bedoelt hij te zeggen dat het bij minder financiële middelen moeilijk is om keuze te maken. Iedere beslissing vraagt alsdan een grote eigen verantwoordelijkheid. Het lid JANSSON is van mening dat, wanneer de problematiek van de Matthijs Heldtgroep niet wordt aangepakt, dè beleidsuitgangspunten van het sociaal kultureel plan uit het oog worden verloren. Met betrekking tot zijn suggestie om de bij "de Meerenhof" vrijkomende middelen te bestemmen voor de' accommo datie van de Matthijs Heldtgroep is hij voornemens een motie in te dienen» -58- Deze motie luidt als volgt: "De raad van Zevenbergen, in vergadering bijeen op 12 april 1985, overwegende dat, de accommodatieproblematiek van de Matthijs Heldtgroep een snelle en adequate oplossing vereist en'dat derhalve op korte termijn hiervoor middelen vrijge maakt dienen te worden, beveelt aan dat deze middelen gevonden dienen te worden in een vermindering van het exploitatietekort van de Centrale Wijkvoorziening Krooswijk, en gaat over tot de orde van de dag." J.N.P.Jansson F.M.de Haas C.Vissers. Het lid SCHIPPER merkt op dat de behandeling van het sociaal kultureel programma zich in feite heeft toegespitst op de belangen van de Matthijs Heldtgroep. Met betrekking tot de financiële problematiek zegt hij dat de on langs afgesloten geldlening ad f 3.000.000,enige ruimte moet geven vanwege de gunstige rentestand. Hij wijst erop dat het niet ongebruikelijk is om vrij komende middelen te gebruiken voor afschrijvingen ineens, waardoor wellicht andere prioriteiten gerealiseerd kunnen worden. Hij verzoekt een en ander te bezien bij de voorjaarsnota. Het lid VAN BEZUIJE stelt dat voor hem vooral de jeugdwerkloosheid de motivatie is om wat aan het open jongerenwerk 'te gaan doen. Hij hoopt niet dat dit werk afhankelijk gesteld wordt van de medewerking van bestaande organisaties, alhoewel samenwerking uiteraard is toe te juichen. Terzake de Matthijs Heldtgroep is hij van mening dat de acute problemen van brandveiligheid e.d. onmiddellijk moeten worden opgelost en dat een definitieve oplossing van de huisvestingsproblemen gevonden moet worden binnen het algehele accommodatiebeleid. Het lid mevr. KRIJNEN-BOOT kan het betoog van de heer Jansson omtrent de vrijkomende middelen bij "de Meerenhof" niet helemaal plaatsen. Het is nog erg onduidelijk of en zo ja, hoeveel de besparingen zullen bedra gen. De intentieverklaring zoals de heer Jansson vraagt, wijst zij niet op voor hand af. Zij vraagt de toezegging dat op korte termijn een gesprek met de Matthijs Heldtgroep wordt belegd en dat omtrent zelfwerkzaamheid en andere financiële consequenties spoedig duidelijkheid wordt verschaft. De VOORZITTER antwoordtdathetgeen met betrekking tot dit onderwerp naar voren wordt gebracht, in de eerstvolgende vergadering van de welzijns- commissie aan de orde zal worden gesteld. Terzake de opmerking van de heer Schipper omtrent liet rentevoordeel van de onlangs afgesloten geldlening, zegt hij dat dit bij de voorjaarsnota ter sprake zal komen. De huisvestingsproblematiek van de Matthijs Heldtgroep zal worden bezien tegen de achtergrond van alle prioriteiten. Het lid JANSSON merkt bij interruptie op dat vaneen gesprek met de Matthijs Heldtgroep niet veel meer verwacht kan worden, gelet op het feit dat de begroting reeds tot f 100.000,is teruggebracht en dat de bereidheid tot zelfwerkzaamheid reeds voldoende is aangetoond. Terzake de door de V.V.D.-fractie ingediende motie zegt de VOORZITTER dat de hierin verwoorde aanbeveling erg ver gaat. Het college is van mening dat nu nog geen besluit genomen kan worden over de bestemming van eventueel, uit bezuinigingenvrijkomende gelden.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1983 | | pagina 30