-18- Er kan een tijd aanbreken dat de raad zelf haar regelingen moet gaan treffen. Zoals ook reeds gesteld in de schriftelijke algemene beschouwing, wachten wij met belangstelling de ontwikkeling met betrekking tot de Meeren- hof af. Wel willen wij de bezwaren van de wijkvereniging en de stichting peuterspeelzalen tegen de opgelegde tariefsverhogingen onderschrijven. Alhoewel de raad nu de keuze heeft tussen 4 en 14is een huurverhoging voor 1983 met een trendmatige 4voor ons acceptabel. Er zijn immers hopelijk belangrijke bezuinigingen op het begrote exploi tatietekort te verwachten en in de voorafgaande jaren zijn de huren reeds meer dan trendmatig verhoogd. D'66 vroeg het college of er al een inventarisatie is opgesteld van knelpunten en noodzakelijke maatregelen met betrekking tot verbetering van de toegankelijkheid van openbare gebouwen voor mindervaliden. En dat, mijnheer de voorzitter, ter uitvoering van punt 31 van het Beleids- accoord, n.l."de toegankelijkheid van openbare gebouwen voer mindervaliden dient te worden bevorderd". Men kan dan ook niet anders concluderen dan dat het college niet goed heeft gelezen, als zij antwoordt: "Ons is van een inventarisatie van knelpunten en noodzakelijke maatregelen niets bekend". Dat is het juist. Daarom willen wij van het college de toezegging dat zo'n inventarisatie wél bekend is bij het aanbieden van de Voorjaarsnota. Het te werk stellen van jeugdige werklozen juicht D'66 van harte toe, zowel als de geplande snelle uitvoering van het "één loket systeem", gekoppeld aan een adequate, op de maat van Zevenbergen afgestemde, werving, informatie en begeleiding van het bedrijfsleven. Het rapport van dé O.D.R.P. en daarbij in het bijzonder de mogelijke finan ciële consequenties dienen ons inziens éérst in de commissies en de raad besproken te zijn vóórdat het college die gevolgen eventueel verwerkt in de Voorjaarsnota. Inderdaad, mijnheer de Voorzitter, ziet ook D'66 met grote belangstelling uit naar de Voorjaarsnota. Niet alleen omdat dan een meerjaren-overzicht van de financiële situatie bij ongewijzigd beleid, maar óók een financiële vertaling van het Beleids- accoord beschikbaar komt. Maar ook omdat dan van het college verwacht mag worden dat zij duidelijk maakt wanneer met de uitvoering van het accoord wordt gestart. B.v. een inspraakverordening kan ook zónder Voorjaarsnota en dus binnen enkele maanden aan de raad worden voorgelegd. Overigens, aan welke criteria denkt het college als zij stelt "Waar moge lijk de raadscommissies te betrekken bij de voorbereiding van de Voor jaarsnota" Nee, beter is het de voorbereiding van die nota als vast onderwerp op te voeren op de agenda's van alle raadscommissies, en zo de gehele raad perma nent te betrekken bij de voorbereiding van Beleidsaccoord en toekomstig financieel beleid. Tenslotte, mijnheer de voorzitter, het overleg tussen alle fracties voorafgaande aan het Beleidsaccoord toonde een grote voortvarendheid en saamhorigheid. Wat betreft die voortvarendheid is nu het college aan zet. Veel, zo niet teveel is in uw antwoord op de algemene beschouwingen van de fracties vooruit geschoven naar de veel genoemde Voorjaarsnota. Terwijl de uitvoering van het Beleidsaccoord nog zelfs niet is opgestart. Toch, juist in het kader van die tot nu toe getoonde saamhorigheid, kan D'66 in grote lijnen accoord gaan met de voorgestelde begroting". -19- De VOORZITTER schorst de vergadering voor nader beraad van het college. Na 40 minuten heropent de VOORZITTER de vergadering. Hij constateert dat bij alle fracties de slechte financiële positie van de gemeente centraal staat. Hij is met de heer Schipper van mening dat er in het verleden wel licht beslissingen zijn genomen die misschien beter achterwege gelaten hadden kunnen worden. Dit neemt overigens niet weg dat de financiële posi tie wordt bepaald door bezuinigingen en kortingen van rijkswege. Dit houdt in dat de begroting 1983 pas sluitend is gekregen nadat in totaal voor f 600.000,is bezuinigd. Hieromtrent is via de commissies vroeg tijdig informatie verstrekt. De vooruitzichten zijn, voor wat betreft de gemeentefinanciën, de komende jaren erg slecht. Op de uitkeringen uit het gemeentefonds zal Zevenbergen f 800.000,of meer moeten inleveren. Hij merkt op dat hierbij dan nog geen rekening is gehouden met de verwach te afschaffing van diverse specifieke uitkeringen. Zo zal de rijksbijdrage sociaal kultureel werk ondergebracht worden in de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Op dit punt vindt een zgn. "middeling" plaats, aldus spreker. Het lid MAKKINK merkt bij interruptie op dat niet lijdzaam afgewacht moet worden. Omtrent afbouw van de rijksbijdrage moet zijns inziens overleg mogelijk zijn. De VOORZITTER zegt dat de V.N.G. in deze gesprekspartner van dé rijks overheid is. Vanuit deze organisatie wordt de materie nauwlettend gevolgd. Hij hoopt dat hieromtrent bij de voorjaarsnota meer informatie gegeven kan worden. De door het rijk, op grond van het regeeraccoord doorgevoerde of nog door te voeren kortingen op de gemeentefondsuitkeringen, komen hem erg onrede lijk voor. Met name het aandeel van de gemeenten in de in totaal door te voeren bezui nigingen op de rijksbegroting, is onevenredig hoog. Hij hoopt dat dit door het overleg met de V.N.G. nog enigszins rechtgetrok ken kan worden. Het gemeentebestuur zal alert dienen te zijn op evenwichtigheid en evenredigheid bij door te voeren bezuinigingen.' Gelet op de reeds relatief hoge belastingdruk in Zevenbergen zal verhoging van de inkomsten een moeilijke zaak zijn. Met diverse fracties is hij van mening dat bezuinigen beleidsmatig en plan matig dient te gebeuren. Bij de aanbieding van de voorjaarsnota, hetgeen naar hij hoopt in mei kan plaatsvinden, zal hier uitvoerig op ingegaan worden. Getracht zal worden exact te becij feren hoeveel tot en met 1986 in geleverd moet worden. Tevens zal aangegeven worden hoe het college denkt dit bedrag te bezuini gen c.q. op te vullen. Een en anaer m relatie tot het al dan niet hand haven van bestaand beleid en het realiseren van het beleidsaccoord. Daarbij dient dan bepaald te worden aan welke taken en activiteiten prioriteit wordt toegekend. Deze heroriëntatie is een continu proces, aldus spreker. Ook de door de WD-fractie genoemde mogelijke privatisering van taken komt regelmatig binnen het college aan de orde en heeft alle aandacht. Hij spreekt het voornemen uit om deze totale materie continu terug te koppelen naar de beleids^ereldende commissies, om zo, in samenspraak met de raad, tot een evenwichtig beleid voor de komende jaren te komen. Het lid JANSSON merkt bij interruptie op dat het college reeds bezig is met de genoemde heroriëntatie en mogelijke privatisering.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1983 | | pagina 10