-174-
De VOORZITTER antwoordt dat de T.M.D. een onderzoek heeft ingesteld
naar mogelijke verontreiniging door Caldic. Daaruit is geen gevaar voor de
volksgezondheid gebleken.
Hij leest vervolgens de motie voor. Deze luidt als volgt:
"De raad van de gemeente ZEVENBERGEN in vergadering bijeen op dinsdag 8
september 1981
overwegende dat,
voorkomen dient te worden dat er in Zevenbergen nabij de bebouwde kom
nog meer industries activiteiten worden ontplooid, die een gevaar voor de
bevolking kunnen opleveren;
daarom aan alle industrieterreinen, die nu in Zevenbergen liggen, hinder-
kategorie III moet worden toegekend;
alleen industrieterrein aan de Schansdijk dienaangaande niet die beperkin
gen kent;
dispensatie moet worden verleend voor die bedrijvigheid, die nu reeds
plaats vindt;
vanaf heden tot de definitieve vaststelling van het betreffende bestemmings
plan geen mogelijkheid tot uitbreiding van de niet gewenste activiteiten mag
worden gegeven,
besluit dat,
een zgn. voorbereidingsbesluit voor het industrieterrein aan de Schans-
dijk wordt genomen,
en gaat over tot de orde van de dag".
R.Makkink
J.v.d.Wetering
D.Voltman
De SECRETARIS wijst erop dat een besluit waarbij hindercategorie III
wordt aangegeven zeer waarschijnlijk niet goedgekeurd wordt, vanwege het
feit dat er reeds bedrijven gevestigd zijn met een hogere hindercategorie.
Een bestemmingsplan waar om gevraagd is zal binnen een jaar overgelegd
kunnen worden. Alsdan kan over de problematiek van de hindercategorie
gediscussieerd worden.
De VOORZITTER brengt vervolgens de motie in stemming.
Vóór stemmen de leden: Makkink, Krijnen, Woltman en van de Wetering.
Tegen stemmen de leden: Wijne, van Overveld, Dijkers, Kamp, Trompers,
Schipper, Krijnen-Boot, Huijssoon en Schrauwen-Schouwenaars, zodat de motie
is verworpen.
De VOORZITTER concludeert dat wordt besloten voor het industrieterrein
Schansdijk geen voorbereidingsbesluit te nemen.
11. Behandeling van het beroepschrift
van de heer C.van Turnhout tegen het
verlenen van een voorwaardelijke vrij
stelling van het in de bestemmings
planvoorschriften "Uitbreidingsplan
der gemeente Zevenbergen, partieel
plan in hoofdzaken en in onderdelen
1950" vervatte verbod tot uitoefe
ning van detailhandel.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van
burgemeester en wethouders.
-175-
12. Voorstel tot machtiging van het college
van burgemeester en wethouders om begun
stigden voor geldelijke steun ingevolge
beschikkingen ter uitvoering van de wet
geldelijke steun woonwagens aan te wij
zen, alsmede tot wijziging van de gemeen
schappelijke regeling van het Hypotheek
fonds Noord-Brabantse Gemeenten.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van
burgemeester en wethouders.
15- Voorstel tot verdaging van de beslissing
op het bezwaarschrift van L.Oosterkamp
en 21 anderen ingevolge de wet a.r.o.b.
tegen het raadsbesluit van 14 juli 1981
tot beschikbaarstelling van een krediet
ten behoeve van de aanleg van een draai-
cirkel in Twintighoven.
Het lid WOLTMAN vraagt bij orde eerst agendapunt 14 te behandelen aan
gezien het mogelijk kan zijn dat dan agendapunt 13 niet behandeld hoeft te
worden.
De VOORZITTER antwoordt dat het hier gaat om een bepaalde procedure
die gevolgd moet worden en die los staat van punt 14.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van
burgemeester en wethouders.
14. Voorstel tot het beschikbaar stellen van
een krediet ten behoeve vaneen nader on
derzoek ter optimalisering van de ver
keerssituatie nabij de openbare school
in Twintighoven (o.a. draaicirkel)
De VOORZITTER licht toe dat bij de oorspronkelijke planopzet bureau
van Roon betrokken is geweest. Dit bureau is bereid wederom een onderzoek
naar de noodzakelijkheid van de draaicirkel in te stellen, eventueel in
samenwerking met de politie.
Het lid HUIJSSOON merkt op dat reeds bij de eerste planopzet advies
is ingewonnen van bureau van Roon. Hij acht het niet zinvol om hetzelfde
bureau tweemaal over hetzelfde project te laten adviseren. Hij is dan ook
tegen het voorstel.
Het lid DIJKERS ondersteunt deze mening.
Het lid WOLTMAN denkt dat zijn in de vorige vergadering gedane voor
stel verkeerd is overgekomen. Het was zijn bedoeling om alternatieven te
onderzoeken en voor te leggen aan deskundigen. Dit hoeft uiteraard niet
bureau van Roon te zijn.
De VOORZITTER corrigeert zijn eerder gedane uitlating dat bureau van
Roon reeds bij de advisering betrokken was, door te stellen dat dit bureau
van Kleef, een civieltechnisch bureau is.
Het lid WOLTMAN vraagt welke opdracht bureau van Roon precies krijgt
voor het genoemde krediet van f 2.500,Zijns inziens dienen daarbij
zeker ook de aanwezige alternatieven betrokken te worden.