-1 64-
Het lid VAK DE WETERING kan ziek niet geheel vinden in de inhoud van
de onder H4 genoemde brief van de V.N.G. inzake interimbeleid bodemsanering.
Hij acht deze te terughoudend en verzoekt in voorkomende gevallen niet
zonder meer dit advies op te volgen. Spreker merkt tenslotte op dat de onder
V aangehaalde uitwerking I van bestemmingsplan Lindonk niet bij de stukken
ter inzage heeft gelegen. Hij verzoekt in de gelegenheid te worden gesteld
hiervan alsnog kennis te nemen, alvorens burgemeester en wethouders tot
vaststelling overgaan.
De VOORZITTER merkt op dat de raad alsnog inzage kan verkrijgen in be
doelde stukken.
Terzake de brief van de minister van onderwijs en wetenschappen betreffende
het niet akkoord gaan met het renovatieplan voor het gymnastieklokaal in
de Dr.Ariënslaan vraagt het lid Huijssoon zich af of is uitgegaan van een
te luxe opgezette verbouwing. Is dit niet het geval dan verzoekt hij na te
gaan welke stappen ondernomen kunnen worden om alsnog tot realisering van
de plannen te komen.
De VOORZITTER antwoordt dat het ministerie enkel goedkeuring verleent
aan de voorzieningen welke voor onderwijsdoeleinden noodzakelijk zijn.
Voorzieningen welke ten dienste staan van verenigingen e.d. komen voor reke
ning van de gemeente. Het is derhalve zaak een soberder plan op te stellen.
Terzake punt H2 is het lid SCHIPPER van mening dat bezwaar gemaakt moet
worden tegen het daarin genoemde ontwerp-rijkswegenplan 1982, aangezien
daarin als prioriteit voor doortrekking van de Maasroute het jaar 1990 is
aangegeven.
Vooral gelet op de reeds gedane grondaankopen en andere voorbereidende
werkzaamheden acht hij dit een irreële zaak.
De in H5 genoemde brief van de landelijke belangengroepering "de kleine en
kleiner wordende school" bevat elementen die tevens op Zevenbergen van
toepassing zijn. Hij verzoekt te overwegen lid te worden van bedoelde groe
pering.
Terzake de B.O.C. West-Brabant is hij van mening dat het functioneren
niet aan de verwachtingen heeft voldaan. Liquidatie dient dan ook overwogen
te worden, mede gelet op het feit dat andere instanties dit onderdeel
kunnen behartigen.
Mede speelt hierbij een rol het oncontroleerbare karakter van deze com
missie. Hij verzoekt dit standpunt kenbaar te maken aan het stadsgewest.
De VOORZITTER onderschrijft het bezwaar van de heer Schipper tegen
het rijkswegenplan. Er zal bij de betreffende instanties op worden aange
drongen dat doortrekking van de Maasroute normaal doorgang vindt.
Hij merkt vervolgens op dat alle scholen reeds zijn aangesloten bij een
landelijke organisatie, welke de belangen bij het ministerie behartigt.
Wanneer deze organisaties adviseren toe te treden tot "de kleine en klei
ner wordende school" zal hiertoe worden overgegaan.
Het lid MAKKINK stelt voor om ten behoeve van de leden van de com
missie onderwijs een abonnement te nemen op het blad dat wordt uitgegeven.
Met betrekking tot de B.O.C. is de VOORZITTER van mening dat het
functioneren hiervan inderdaad discutabel is. Rechtstreeks onderbrengen
van deze zaak bij het stadsgewest komt hem wenselijk voor omdat alsdan een
directe lijn naar het beleid mogelijk is.
Deze kwestie zal overigens punt van discussie kunnen zijn bij de nota "de
bakens verzet" welke bij agendapunt 8 aan de orde komt.
Het lid DIJKERS vraagt wanneer een nieuw plan voor renovatie van het
gymnastieklokaal aan de Dr.Ariënslaan tegemoet gezien kan worden.
Terzake punt C2 vindt hij het frappant dat de deelname aan het zwemmen te
-165-
Klundert met 40$ is teruggelopen. Hij vraagt zich af wanneer het nog zin
vol is om door te gaan met vervoer van kinderen naar het zwembad.
Hij vraagt tenslotte wanneer kennis genomen kan worden van uitwerking I van
plan Lindonk.
Naar aanleiding van de opmerking omtrent het inzetten van de zwembus
deelt wethouder KAMP mede dat de ontwikkelingen in het komende seizoen ge
volgd zullen worden en dat hieromtrent de commissie onderwijs geïnformeerd
zal worden.
Het niet ter inzage leggen van de uitwerking van plan Lindonk berust op een
vergissing en zal op korte termijn hersteld worden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van
burgemeester en wethouders.
5. Voorstel tot trendmatige aanpassing van
de tarieven van de verschillende be
lastingen, rechten en dergelijke voor
het jaar 1982.
Het lid VOLTMAN is van mening dat het weinig zinvol is telkenjare de
belastingen met een bepaald percentage te verhogen zonder de inhoudelijke
kant van de verordeningen te beoordelen.
Hij stelt voor de verordeningen afzonderlijk in de betreffende commissies
aan de orde te stellen om inhoudelijk op de materie in te kunnen gaan.
Het lid -HÜIJSSOON is van mening dat de tarieven geen sluitpost mogen
zijn van de begroting. Een tussentijdse verhoging dient voorkomen te wor
den. Allereerst dient in de uitgavensfeer naar bezuinigingen gezocht te
worden.
Het lid KRIJNEN merkt op dat de tariefsverhoging geen bijdrage levert
aan het dekkingstekort.
Het lijkt hem dienstig een overzicht samen te stellen van alle factoren
welke hebben geleid tot dergelijke tekorten, zoals die in het voorstel tot
uiting komen.
Een heroriëntatie op deze factoren kan noodzakelijk zijn, hetgeen indien mo
gelijk, bij de begroting 1982 tot uitdrukking gebracht dient te worden.
Het lid SCHIPPER ziet het onderhavige voorstel enkel als aanzet tot
een voorlopige beslissing om voor de begroting 1982 over zo exact mogelijke
cijfers te kunnen beschikken.
Een definitieve beslissing is eerst mogelijk wanneer beschikt kan worden
over de uiteindelijke begrotingscijfers, waaruit de budgettaire ruimte is
te bepalen.
Met betrekking tot het voorstel op zich vraagt hij wanneer een voorstel
verwacht kan worden omtrent eventuele uitbesteding van de weekmarkt.
Evenals andere sprekers acht ook hij de begrafenisrechten erg laag.
Het lid DIJKERS is het opgevallen dat met name de reinigingsrechten
en de tarieven voor de sportaccommodaties er erg uitspringen. Hij vraagt
zich af of de reinigingsrechten evenals de c.a.i.-rechten zelfdekkend
zouden kunnen zijn.
Terzake de sportaccommodaties is hij van mening dat verhoging van de
huurprijzen voor de sportverenigingen, onverantwoord is. Vermindering van
het tekort dient hier gezocht te worden in verlaging van de exploitatie
kosten.
Een gesprek met de verenigingen om te komen tot verlaging van exploitatie
kosten door middel van zelfwerkzaamheid acht hij wenselijk.