-1 57- Het lid KRIJNEN wijst op de problematiek van de kleine kernen, met name zoals die in Langeweg speelt. Bij de nu geldende regeling wordt de vrijheid van handelen ernstig beknot. De leefbaarheid wordt aangetast zonder dat daar bestuurlijk invloed op uit geoefend kan worden. Het eigen huisvestingsbeleid van de gemeente kan de samenstelling van de bevolking in goede banen leiden. Hij gaat dan ook akkoord met de opvatting van het college dat de regeling inzake de dorpsgebondenheid een onaanvaardbare verplichting is. Het lid HUIJSSOON is van mening dat de onderhavige stringente regeling de ontwikkeling van Zevenbergschen Hoek kan schaden. Hij acht het wenselijk dat over deze materie op korte termijn met Gedeputeer de Staten wordt gesproken. De VOORZITTER antwoordt dat na de behandeling van dit onderwerp in de commissie gemeentebedrijven burgemeester en wethouders zich nogmaals hier over hebben beraden. Wanneer in voorkomende gevallen ten genoege van het college kan worden a angetoond dat alles in het werk is gesteld om de woning aan een dorps- of economisch gebondene te verkopen, zal ontheffing van de regeling verleend worden. Hij merkt op dat het moeilijk is hiervoor criteria te stellen. Wanneer stringent de hand moet worden gehouden aan de bepalingen omtrent de dorpsgebondenheid verwacht hij een afnemende belangstelling voor woningbouw vanwege de waarschijnlijk lange leegstand. Tevens komt dit de diversiteit in de woningbouw niet ten goede. Derhalve wordt voorgesteld in principe vast te houden aan de geldende re geling, doch in uitzonderingsgevallen de mogelijkheid te openen om vrijstel ling te verlenen. Deze vrijstelling dient dan zo goed mogelijk gemotiveerd te worden om goed keuring van Gedeputeerde Staten te verkrijgen. Per geval dient dit beoordeeld te worden. Hij wijst er overigens op dat een vaste, algemene regeling zonder meer door Gedeputeerde Staten wordt afgewe zen aangezien wordt vastgehouden aan het streekplan waarvan een en ander een uitvloeisel is. Het lid SCHIPPER acht het belangrijk dat de raad zich over deze materie uitspreekt. Hij steunt het voorstel van het college, waarbij hij tevens pleit voor meer souplesse in het huisvestingsbeleid voor de kernen. Het lid DIJKERS is met de voorzitter van mening dat men gebonden is aan het streekplan. Van geval tot geval zal daarom bekeken moeten worden of vrijstelling verleend kan worden. Het lid VAR DE WETERING blijft van mening dat harde criteria aangegeven moeten worden om te kunnen bepalen wanneer een woning verkocht mag worden aan een niet-dorpsgebondene. Dit vraagt een waterdichte regeling, om althans bij Gedeputeerde Staten enige kans te hebben op goedkeuring. Vöor de leefbaarheid in een kleine kern is het tevens belangrijk dat er huisvestingsmogelijkheden voor de eigen inwoners zijn. Men moet derhalve niet te gemakkèlijk afstappen van de destijds vastgestelde regeling, aldus spreker. De VOORZITTER is van mening dat het zeer moeilijk is vastomlijnde criteria aan te geven aangezien ieder geval op zichzelf staat en een af zonderlijke beoordeling vraagt. De uitzonderingen waar hij eerder over gesproken heeft, zullen bij Gedeputeerde Staten goed gefundeerd en gemoti veerd bespreekbaar gemaakt moeten worden. -1 58- Met inachtneming van de gestelde toelichting wordt zonder hoofdelijke stemming besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 19. Voorstel tot realisering van parkeer voorzieningen nabij sportpark De Knip en het beschikbaar stellen van het daar voor benodigde krediet. Het lid VAN DE WETERING doet de suggestie om de voor de totale parkeer ruimte aangewezen percelen, sektie L 1235 en L894, te egaliseren en door middel van sintels in te richten voor dit doel. Met het nu voorgestelde krediet kan dan de totale parkeerproblematiek voor fase 1 en 2 worden opgelost terwijl de situatie aan de Galgenweg onveranderd kan blijven. Hij verzoekt deze mogelijkheid, in afwachting van de goedkeuring van het krediet, te onderzoeken en hiermee via de commissie gemeentebedrijven terug te komen. Het lid DIJKERS is tegen het voorstel van-het college omdat de gepro jecteerde parkeerplaatsen, na reconstructie van het sportpark, overbodig zullen zijn. Er dient zo snel mogelijk begonnen te worden met de feitelijke constructie, waarin tevens de definitieve parkeervoorzieningen zijn opgenomen. Deze tijdelijke oplossing is dan overbodig. Het lid WIJNE onderschrijft het voorstel. Hij verzoekt daarbij wel rekening te houden met de opmerkingen van de heer van de Wetering en het gevraagde onderzoek te doen verrichten. De VOORZITTER antwoordt dat hieraan zeker gevolg gegeven zal worden. In de commissie zal aan de hand van het onderzoek nadere informatie gegeven worden en worden bekeken of deze oplossing haalbaar is. Hij stelt vervolgens dat de nu aan de Galgenweg geprojecteerde parkeerplaatsen bestemd zullen blijven voor sportpark De Knip. Het lid DIJKERS is van mening dat parkeerruimte daar aangelegd moet worden waar deze in het kader van de gehele reconstructie is geprojecteerd.- Het is derhalve overbodig om deze aan de Galgenweg te realiseren. Hij voelt veel meer voor de door het lid van de Wetering gedane suggestie. Met inachtneming van de gedane toezegging wordt zonder hoofdelijke stemming besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 20. Voorstel met betrekking tot de ver werving van gronden, gelegen in het bestemmingsplan Lindonk, eigendom van Exploitatie Maatschappij Holland- Brabant B.V. Het lid WIJNE gaat akkoord met het onderhavige voorstel. Wanneer met aankoop wordt gewacht vreest hij te zijner tijd problemen met eventueel te betalen pachtersvergoedingen. Het lid VAN DE WETERING concludeert dat de gronden niet gebruiksvrij geleverd kunnen worden, zoals door de raad als uitdrukkelijke voorwaarde is gesteld. Aangezien nog dit jaar de nota grondbeleid wordt behandeld, waar bij tevens de beheersvorm van de gronden aan de orde komt, acht hij het niet verstandig nu een besluit te nemen omtrent de aankoop van de onderhavige grond.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1981 | | pagina 84