-155- Het lid HUIJSSOON zegt dat ervoor gewaakt moet worden dat te vlug woningwetwoningen worden verkocht. Mede in het belang van de huurders. De VOORZITTER merkt op dat de grens van f 400,op aandringen van de provincie is vastgesteld. De rijksoverheid hanteert hiervoor lande lijke normen. Het streven is erop gericht om zoveel mogelijk huisvestingsmogelijkheden te bieden aan de laagstbetaalden. Dit kan doorkruisd worden door verkoop van woningen met een lage huurprijs. Het lid MAKKINK is van mening dat de bescherming van de financieel- zwakkeren duidelijk uit het voorstel blijkt. Men houdt bij woningtoewijzing duidelijk rekening met de financiële ruimte van de woningzoekende. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 14. Voorstel tot nadere vaststelling van de vergoeding ex artikel 101 van de Lageronderwijswet 1920 voor het jaar 1979 t.b.v. de r.k. lagere school Pius X te Zevenbergschen Hoek. (bijzondere omstandigheden) Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 15. Voorstel tot het verlenen van medewer king als bedoeld in artikel 72 van de Lageronderwijswet 1920 aan Stichting Katholiek Onderwijs Zevenbergen t.b.v. de aanschaf van leer- en hulpmiddelen i.v.m. de uitbreiding van het aantal leerlingen op de Arenbergschool. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 16. Voorstel tot verlening van medewerking als bedoeld in artikel 72 van de Lager onderwijswet 1920 aan Stichting Katho liek Onderwijs Zevenbergen t.b.v. uit breiding van meubilair voor de r.k. Arenbergschool Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 17. Voorstel tot vaststelling van de ver goeding als bedoeld in artikel 101 bis (vakonderwijs) van de Lager-onderwijs- wet 1920 over 1980. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. -156- 18. Voorstel m.b.t. het al dan niet handha ven van het criterium "dorpsgebonden heid" bij de realisering van het bestem mingsplan "De Molen I en II". Het lid VAN DE WETERING merkt op dat in het voorstel expliciet wordt voorgesteld de voorwaarde m.b.t. de dorpsgebondenheid te schrappen. In de commissievergadering heeft wethouder Trompers echter gepleit voor handhaving van die voorwaarde. Hij verneemt graag het werkelijke standpunt van het college. Spreker herinnert eraan dat opneming van die voorwaarde in de nadere regeling is geschied op aandringen van de provincie. Dit in het licht van het kleine-kernen beleid. In feite worden om planologische redenen bouwbeperkingen opgelegd, ter regulering van het huisvestingsbeleid. Verruiming van de nu geldende voorwaarden leidt er zijns inziens toe dat inwoners van Zevenbergschen Hoek worden beperkt in hun mogelijkheden tot aankoop van een woning. Dit komt de leefbaarheid niet ten goede. Hij is dan ook tegenstander van verruiming van het begrip "dorpsgebondenheid" en wenst vast te houden aan de eerder vastgestelde voorwaarden. Het ver zoek van Exploitatie Maatschappij Holland-Brabant B.V. om de regeling buiten toepassing te laten, dient in verband hiermede afgewezen te worden. Een ander facet is het feit dat bestaande woningen, bij aankoop van een nieuwe woning, verkocht moeten worden aan dorps- of economisch gebondenen. In voorkomende gevallen vraagt het college aan Gedeputeerde Staten goed keuring op het verlenen van ontheffing. Hij vraagt of het de bedoeling is hiertoe een algemene clausule op te nemen. Een rol bij de onverkoopbaarheid van een woning kan de prijsbepaling zijn. Het hanteren van een taxatiewaarde kan in zo'n geval uitkomst bieden. De vaststelling van criteria omtrent* prijsvaststelling en onverkoopbaar heid is zonder meer noodzakelijk om af te wijken van door de raad geaccep teerde regelingen. Het lid DIJKERS herinnert eraan dat zijn fractie bij de vaststelling van de regeling omtrent dorpsgebondenheid reeds heeft gesteld dat het on verantwoord is dergelijke beperkingen op te leggen. Hij is derhalve van mening dat mede gelet op de situatie op de woningmarkt de voorwaarde, opgenomen in de nadere regeling dorpsgebondenheid, geschrapt dient te worden en dat tegemoetgekomen moet worden aan het verzoek van Exploitatie Maatschappij Holland-Brabant B.V. Spreker vreest overigens dat het moeilijk zal zijn goedkeuring van Gedeputeerde Staten hierop te ver krijgen. Het lid SCHIPPER heeft zich evenals de heer van de Wetering afgevraagd wat precies het voorstel van het college was. Hij wijst op het feit dat destijds de commissie ruimtelijke ordening met de regeling omtrent de dorpsgebondenheid is akkoord gegaan omdat anders geen goedkeuring verkregen zou worden op bestemmingsplan de Molen. Aldaar is er toen tevens voor gepleit om ten aanzien van huisvestingsbe leid en woningbouw meer vrijheid van handelen te verkrijgen. Op zich is hij voorstander van de regeling dorpsgebondenheid. Indien alles echter in het werk is gesteld om een woning te verkopen aan dorpsgebondenen moet het mogelijk zijn om enige vrijheid te krijgen voor de verkoop. Dit voorkomt leegstand van woningen en bevordert de doorstroming. Woningbouw buiten de sociale sektor is vrijwel onmogelijk binnen de nu geldende strakke regeling, aldus spreker.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1981 | | pagina 83