-145-
Terzake punt J2 onderstreept hij de woorden van de heer Huijssoon.
Het ongenoegen van de raad ware aan de spoorwegen kenbaar te maken.
Het lid WOLTMAN is van mening dat ook het gemeentebestuur haar ver
antwoordelijkheid heeft ten aanzien van de verkeersveiligheid bij de spoor
wegovergangen in zijn algemeenheid. Het plaatsen van borden of knipperlich
ten behoort tot de mogelijkheden. Een rapport over de noodzakelijkheid van
de aan te brengen voorzieningen bij de onderscheiden spoorwegovergangen
acht hij wenselijk. In de eerstvolgende commissievergadering kan een aanzet
gegeven worden om te komen tot een voorstel terzake.
Het lid VAN DE WETERING merkt op dat in het antwoord op door zijn
fractie gestelde vragen is toegezegd dat in deze vergadering een voorstel
gedaan zou worden tot het nemen van een voorbereidingsbesluit voor het ge
bied industrieterrein Schansdijk. Deze toezegging is niet nagekomen.
Hij heeft wel kunnen constateren dat de standpunten van de P.v.d.A.-fractie
en het college sedert vorig jaar dichter bij elkaar zijn gekomen.
Het toelaten van bedrijven met hindercategorie V past niet in het beleid.
Hindercategorie III dient zijns inziens het hoogst toelaatbaar te zijn.
De reeds gevestigde bedrijven zullen daarbij buiten beschouwing gelaten
moeten worden.
Een herziening van het bestemmingsplan is derhalve noodzakelijk.
Uiterlijk volgende vergadering dient hiertoe een voorbereidingsbesluit
genomen te worden.
Onder verwijzing naar punt J4 vraagt hij na te gaan wat de gevolgen zijn
voor de drinkwatervoorziening van de vervuiling van het water in het Hol
lands Diep en de Biesbosch.
Het lid MAKKINK is van mening dat het stimuleren van de aanleg van
fietsroutes erg belangrijk is. Hij is met de heer Dijkers van mening dat
eventueel aangesloten kan worden op bestaande wegen.
Met betrekking tot de commissieverslagen vraagt hij waarom is afgeweken
van de vorige keer gevolgde gedragslijn om de opmerkingen uit de commissie
vergaderingen afzonderlijk en uitgebreid te beantwoorden.
Hij wijst vervolgens op het feit dat in de besloten vergadering van de com
missie gemeentebedrijven een bepaalde procedure is afgesproken terzake de
verhuur van een stuk grond van rijkswaterstaat. Spreker vraagt hoe in de
toekomst dergelijke procedures gezien moeten worden. Vervolgens deelt hij
mede dat in het informatiebulletin "geknipt voor het raadslid" gewag wordt
gemaakt van de wet democratisering onderwijs, welke onlangs is aangenomen.
Hij vraagt met een notitie naar de commissie te komen waarin wordt aangege
ven hoe hieraan gedacht wordt uitvoering te geven.
De VOORZITTER merkt op dat de aanleg van de fietsbrug over de Mark
enkel mogelijk is indien er een aansluitend fietspad aanwezig is.
De gemeente Hoeven is reeds geruime tijd met Staatsbosbeheer in onderhande
ling om tot de aanleg van zo'n fietsroute te komen.
Op korte termijn wordt een oplossing verwacht resulterend in de' aanleg door
of langs het natuurgebied.
Het fietspad op Zevenbergs grondgebied wordt opgenomen in de ruilverkave
ling. Binnen afzienbare tijd kan een voorstel verwacht worden om een voorbe
reidingskrediet te voteren voor de aanleg van de brug.
Terzake de beveiliging van de spoorwegovergang Hoge Zeedijk antwoordt
hij dat de kruising door de Ned.Spoorwegen niet als onveilig wordt beschouwd.
-146-
Het college is overigens van mening dat de verantwoordelijkheid bij de
Spoorwegen ligt. Hij merkt op dat de suggestie van de heer Woltman om op
enige afstand van de betreffende spoorwegovergang knipperlichten te plaatsen,
onderzocht zal worden en, omdat het een provinciale weg betreft, bij de
provincie besproken zal worden.
Naar aanleiding van de opmerkingen van de heer Huijssoon aangaande de goed
keuring van de uitbreiding van het tenniscomplex deelt hij mede dat de uit
voering losstaat van de begrotingswijziging. De kwestie van de beregenings-
installatie zal nog besproken worden als wethouder Trompers terug is van
vacantie.
In antwoord op vragen van de heer van de Wetering stelt hij dat het
niet bekend is of de verontreiniging van het Hollandsch Diep van invloed
is op het drinkwater.
Dit zal nagegaan worden bij de T.M.D.
Terzake de beantwoording op commissieverslagen zegt hij dat de beant
woording voldoende is geweest.
Het lid MAKKINK merkt bij interruptie op dat de toezending van de ant
woorden, zoals vorige keer is geschied, een gemakklijker werkwijze voor de
raadsleden inhield.
De VOORZITTER zegt dat dit bekeken zal worden.
Inzake de democratisering van het onderwijs zal in de commissie nadere
informatie gegeven worden.
De SECRETARIS merkt ten aanzien van het bestemmingsplan industrieter
rein Schansdijk op dat in de commissie ruimtelijke ordening de meningen
verdeeld waren en dat het college daarom nog dieper op deze materie zal
ingaan.
Dit is nog niet afgerond kunnen worden, zodat dit punt waarschijnlijk de
volgende vergadering aan de orde komt.
Terzake de door de heer Makkink aangehaalde procedure tot verhuur van
een stuk grond door Rijkswaterstaat en de rol hierbij van de Hoekse fractie
stelt de VOORZITTER dat het college los van deze fractie een beslissing
heeft genomen.
Het lid KRIJN EN vraagt zich af waarom de herziening van het bestemmings
plan industrieterrein Schansdijk is teruggekoppeld naar de commissie ruimte
lijke ordening. De raad heeft duidelijk aangegeven dat de gedachte uitgaat
naar hindercategorie III voor dat terrein. Hierop zou een voorstel van
B. en W. moeten volgen.
Het lid DIJKERS heeft graag duidelijkheid over de wijze van financie
ring van de fietsbrug. Met name begrijpt hij niet goed waarom Zevenbergen
een voorbereidingskrediet moet voteren.
Het lid WOLTMAN vraagt met betrekking tot de spoorwegovergang aan de
Hoge Zeedijk niet te wachten op het overleg met de provincie doch zelf met
initiatieven te komen.
Het lid SCHIPPER zegt met betrekking tot de door het lid Makkink aan
gehaalde kwestie van de verhuur van grond door rijkswaterstaat dat het
ging om een wijziging van een eerder ingenomen standpunt inzake het par
keren van vrachtwagens in Zevenbergschen Hoek. Hij acht het een normale
zaak dat zich hier eerst de fractie over uitspreekt, zoals ook in de be
sloten vergadering van de commissie gemeentebedrijven is overeengekomen.
De VOORZITTER is van mening dat op dit onderwerp in de besloten commis
sievergadering teruggekomen dient te worden, en niet in een openbare raads
vergadering.