-135- ik de keerzijde van de ruime delegatie eveneens aanvaardde: steeds open deur voor allen. Wij hebben samen gebouwd, aan de structuur van de gemeente gedokterd, de sport, de cultuur, het onderwijs, het centrum van de gemeente opgevijzeld, het was heerlijk werken samen. Ik dank hen allen hiervoor. Ik dank in het bijzonder mijn secretaresse, mevr. van Nassau, die met grote inzet mijn werk heeft begeleid. Dat was niet altijd eenvoudig, maar onze samenwerking is tegen de jaren bestand gebleken. Cockie, bedankt! Wanneer ik nog één uitzondering mag maken -want ik kan onmogelijk allen gaan vermelden- dan is dat voor de heer Jacques van Tilburg. Jacques, enorm veel dank. Je bent 10 jaar mijn toevlucht geweest, bij tijd en wijle mijn geweten. Ik trad graag naar buiten op, ik zei nöoit "neen", op welk verzoek ook. Jij leidde dit alles in goede banen, vertaalde mijn instelling naar de vragenstellers. Gezamenlijk hebben wij bereikt -dat dacht ik tenminste- het geen ons gezamenlijk voor ogen stondbestuur en bestuurden tot elkaar brengen Mijn vrienden, collega's van buurgemeenten en van Breda, Etten-Leur, Oosterhout en alle andere gemeenten van het Stadsgewest, van de Baronie, van de Water leiding, ik dank u allen voor de vriendschap. Deze vriendschap heeft belet dat een elders uitgedachte herindeling de relaties tussen onze gemeenten heeft verstoord. Ik ben verheugd als voorzitter van Moerdijk nog geruime tijd in uw midden te mogen blijven en mij te kunnen inzetten voor het welzijn van de regio. Delaatste weken zijn mij vragen voorgelegd, als: wat was nu het belangrijkste, wat was het mooiste in die 10 jaren? Het belangrijkste acht ik datgene, wat in samenwerking tussen ons allen tot stand is gekomen en dan bedoel ik de innerlijke versterking van de gemeen te: inwonertal, koopkracht, versterking winkelbestand, sporthal, sport parken, scholen, cultuur, kortom: de ontwikkeling naar een gemeente, welke aan alle kanten leeft. Het mooiste was het directe contact met de bevolking, zoals dat in een ge meente als Zevenbergen nog mogelijk is: bij vreugde en bij droefheid, bij openingen, bij jubilea, vooral ook in het verenigingsleven. Het contact met de inwoners heefteen grote plaats ingenomen. Aan mijn woning hebben bromfietsers gedemonstreerd voor een cross-terrein, er zijn bloemen, maar ook een baby afgegeven, klassen schoolkinderen hadden er hun wensen, en ga zo maar door. Alle demonstranten zijn thuis gastvrij ontvangen. Aan het contact met al die inwoners bewaar ik de mooiste herinnering. De lijst van onderwerpen, van wat niet tot stand kwam, is even lang. Ik realiseer mij dat, ik vind dat jammer, maar ik neem die missers en die achterblijvers geheel voor mijn rekening. Dames en Heren, Wanneer ik zo over de eigen gemeente heb gesproken, hoor ik een aantal raads leden vragen: komt er nog wat?, gewend als zij zijn aan de jaarlijkse Nieuwjaarstoespraak, 10 jaar lang jaarlijks het gegeven: "u misbruikt ons forum voor uitspraken over landelijke politiek" en jaarlijks ook -maar dan een maand eerder- de vraag: "er komt dit jaar toch wel wat?" En ieder jaar bij mij-zelf de vraag: zal ik het tóch maar weer doen? -136- Ik kende de instemming, welke zou volgen, ik kende op voorhand de kritiek, welke onbarmhartig over mijn hoofd zou losbarsten. De afweging: instemming tegenover kritiek en dan wetende dat in ons land de kritiek komt van betrekkelijk weinigen, die wel de beschikking hebben over of toegang hebben tot de grote media, en dat de instemming komt van vele onmach tige burgers met opgekropte gemoederen, het was die afweging, welke mij ieder jaar deed besluiten mijn mening ten beste te geven: De eerlijkheid gebiedt hieraan toe te voegen, dat ook de sport: "welke pagina haal ik?" niet geheel buiten de afweging werd gehouden. De stelling: "ik sterf liever op 65 jaar aan luchtverontreiniging dan op 35 jaar aan armoede" -pag. 2- de Telegraaf. "Ons land is politiek verziekt", meerdere regionale bladen pag. 1. Maar puur voor eigen genoegen heb ik die toespraken niet gehouden. Ik kan het ook niet helpen, dat ons land politiek 'verziekt is. Neen, niet bij de verkiezingen. Het volk, de kiezers, houden hun verstand wel bij elkaar. De kiezer weet al die kreten van "nieuw beleid", voortzetting huidig beleid", of welk beleid ook, redelijk-wel uit elkaar te houden. De massa verstaat vrij goed de psychologie van het verhaal en weet heel wel op wie en op welk systeem ze zijn uitgekeken, en aan wie ze wel hun vertrouwen willen geven. De verzieking komt daarna, wanneer op basis van de verworven machtsposities het landsbelang gemangeld gaat worden in de partij-politieke belangen, wanneer wij weer tegen elkaar gaan opbieden, wanneer wij weer ver geten dat de redding zal moeten komen van het bedrijfsleven en van de onder nemer wanneer wij weer vergeten dat de grote werkloosheid in de bouw eigen lijk alleen maar bestreden kan worden door bouwen en niet door uitkeringen. Wanneer we de problemen meer zakelijk en minder politiek zouden benaderen, dan zagen wij dat de oplossing niet kan komen van een welzijnssektoreen diensten-sektor of welke sociale sektor ook, omdat deze sektoren slechts kunnen bestaan bij de gratie van de economische sektor. Het lijkt vaak zo, dat wij liever aan politiek doen dan aan economie. Nu is economie ook veel moeilijker en minder vrijblijvend. In de politiek kun je zo lekker doorhollen! Terwijl wij in staat zijn aan ieder bedrijf zodanige eisen te stellen, dat de noodzakelijke inbreuk op het milieu minimaal blijft, demonstreren wij liever en zetten handtekeningen voor sluiting van die bedrijven. Het is meer "in" te demonstreren "tegen", dan zich te verdiepen in de zaken, waar het eigenlijk om gaat: werkgelegenheid, export, betalingsbalans en tenslotte het zoeken naar alle middelen om het hoog-opgevoerde leefklimaat op peil te houden. Het gevaar bestaat, dat de indruk wordt gewekt dat ik het nu allemaal wél weet. Het tegendeel is waar, ik weet heel weinig. Ik beweer alleen dat de mas sa, de grote meerderheid van ons volk, het goede wil met ons land, begrip heeft voor de situatie, bereid is tot offers, maar geen kans krijgt -buiten de verkiezingen- zich te laten horen of zich te herkennen in een van onze toonaangevende media. En dan is zo'n Nieuwjaarstoespraak maar een héél kleine tegemoetkoming aan die meerderheid. De media hebben nog maar weinig positiefs te bieden. De vraag lijkt gewet tigd, of ze dat wel zouden willen. Een bericht over een ontslag van 500 man, of over gif onder een woonwijk lijkt veel aantrekkelijker, dan een order voor Fokker, met werkgelegenheid op korte termijn voor duizenden mensen

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1981 | | pagina 73