GEMEENTE ZEVENBERGEN
-131-
Tevoren is niet te bepalen welk standpunt over een bepaald onderwerp wordt
ingenomen. Die onduidelijkheid is de V.V.D.-fractie niet te verwijten.
Vrij nauwkeurig kan bepaald worden hetgeen gezegd gaat worden. Zijns inziens
manifesteert deze fractie zich steeds beter in het raadswerk. Tot de heer
Krijnen zou hij willen zeggen: "het ga u goed".
Tenslotte wil hij aan de voorzitter zijn dank uitspreken voor de wijze van
leiding geven aan de raad.
Hij wenst hem bij diens afscheid het allerbeste toe en wil via hem het ambte
lijk apparaat danken voor de ondervonden hulp en assistentie.
Tenslotte wenst hij de raad alle sterkte en succes toe bij de verdere
besluitvorming.
25. Sluiting.
De VOORZITTER sluit de vergadering met het bij reglement van orde voor
de vergaderingen van de raad voorgeschreven gebed.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van.
julit981
de voorzitter,
(G.H.Kamp l.b.)
secretaris,
j (j.A.A.van der Smissen)
o :vA
t:vï
-132-
Notulen van de buitengewone vergadering van de gemeenteraad, gehouden ten
gemeentehuizeop 30 juni 1981 om 14.30 uur.
Aanwezig de leden: Mevr. P.J.Krijnen-BootL.G.M.van Overveld, C.Huijssoon.
A.A.M.Wijne, G.A.Krijnen, S.J.SchipperA.J.Beljaars,
J.P.M.Kokke, Mevr. A.Schrauwen-Schouwenaars, A.G.C.Dijkers,
G.M.H.Hurkmans, J.v.d.Wetering, R.Makkink en C.J.Trompers
Voorzitter: Mr.FReijnders
Secretaris: J.A.A.van der Smissen
Ih verband met het afscheid van de burgemeester is deze vergezeld van zijn
echtgenote, die naast hem plaats neemt.
Naast het gezin van de burgemeester zijn vele genodigden ter vergadering
aanwezig.
1. Opening.
De VOORZITTER opent de vergadering met het bij reglement van orde voor
de vergaderingen van de raad voorgeschreven gebed.
2. Ingekomen stukken.
De SECRETARIS leest het Koninklijk Besluit, dd. .24 februari 1981 nr. 63
voor, waarbij aan de heer Mr.F.Reijnders met ingang van 1 juli 1981 eervol
ontslag is verleend als burgemeester van Zevenbergen.
Dit besluit wordt voor kennisgeving aangenomen.
3.Afscheidstoespraak van de voorzitter en
overdracht van de leiding der vergadering
aan de loco-burgemeester
De VOORZITTER spreekt als volgt
"Gij, leden van de Raad en leden van het College,
Gij, of beter jij, mijn vrouw, die zovele jaren mijn zorgen deelde, en
mijn kinderen en familieleden,
Gij, Chef van het Kabinet van de Commissaris der Koningin,
Gij, medewerkers in het Zevenbergse en collega's-vrienden uit buur- en
andere gemeenten,
En gij, genodigden, uit alle windstreken,
Ik groet u allen zeer!
En ik zeg u, dat ik vreugde gevoel in mijn hart, nu ik u hier allen bijeen
zie, om getuigen te zijn van mijn afscheid.
Ik weet dat er onder u lieden zijn, die uitsteken in kennis van bestuur,
alsook in braafheid van hart: ik heb steeds getracht mijn kennis door de uwe
te vermeerderenwant de mijne was niet zo groot als ik wenste.
En ik heb wel de braafheid lief, maar dikwijls bespeurde ik dat er in mijn
gemoed fouten zijn, die de braafheid overschaduwen en daaraan den groei
benemen: want gij allen weet, hoe de grote boom den kleine verdringt en
doodt.
Daarom heb ik getracht te letten op degenen onder u, die uitstekend zijn
in deugd, om daardoor beter te worden dan ik was.
Ik groet u allen zeer!
