-1 23- De VOORZITTER concludeert dat in zijn algemeenheid wordt ingestemd met het voorstel. Hij bestrijdt de opmerking dat niet planmatig wordt gewerkt. Het is niet mogelijk om binnen een jaar bestemmingsplannen voor het gehele centrumgebied te realiseren, zodat een zodanig voorbereidingsbesluit geen enkele zin heeft. Allereerst zal het structuurplan voor het centrum vastgesteld worden, waar na de invulling van deelgebieden via bestemmingsplannen zal worden vastgesteld. Een en ander zal zich de komende jaren dienen af te spelen. Het lid DIJKERS merkt op dat zijn eerder geuite kritiek blijft gehand haafd Het lid MAKKINK zegt op de hoogte te zijn van de spoed die de laatste tijd wordt betracht bij het realiseren van bestemmingsplannen. Wanneer de situatie echter over langere termijn in ogenschouw wordt genomen is de conclusie zijns inziens gerechtvaardigd dat de plannen te traag van de grond komen. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 12. Voorstel tot het verlenen van medewerking, als bedoeld in artikel 50 der Kleuteronder wijswet aan de Stichting Katholiek Onder wijs Zevenbergen ten behoeve van de aanschaf van gordijnen voor de r.k.kleuterschool "'t Torentje". Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 13. Voorstel tot het verlenen van medewerking als bedoeld in artikel 50 der Kleuteronder wijswet aan de Vereniging voor Christelijk Schoolonderwijs Zevenbergen voor de aanschaf van leer- en hulpmiddelen ten behoeve van het vak g.v.o. op de christelijke kleuterschool "De Schelp". Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 14. Voorstel tot het verlenen van medewerking als bedoeld in artikel 72 van de Lageronder- wijswet 1920 aan de Vereniging voor Christe lijk Schoolonderwijs ten behoeve van de aan schaf van leer- en hulpmiddelen voor de in voer van het vak g.v.o. in klas 1 t/m 6 op de christelijke lagere school "Het Kompas" Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 15. Voorstel tot het voteren van kredieten in verband met de aanschaf van leer- en hulp middelen voor het vak gezondheidsvoorlich ting en -opvoeding ten behoeve van het bij zonder kleuteronderwijs en openbaar en bij- bijzonder lageronderwijs. -124- Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 16. Voorstel tot het voteren van een krediet voor de aanschaf van aanvullende leer- en hulpmiddelen voor de openbare basisschool "De Boemerang". Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 17. Voorstel tot het aanwijzen van een lid van de raad als plaatsvervangend wethouder. De VOORZITTER stelt ter toelichting dat het de bedoeling van het college is dat voor de periode dat het college uit 2 personen bestaat een plaatsver vangend wethouder wordt benoemd, welke in functie treedt indien een van die twee leden afwezig is. Het lid MAKKINK constateert dat dit voorstel ingaat tegen het advies van het seniorenconvent. Hij neemt het het college kwalijk dat dit ongemoti veerd is gebeurd. Zijn standpunt dat een plaatsvervangend wethouder onjuist is, blijft gehand haafd. Het probleem dat het college tijdens de periode dat een nieuwe burge meester nog niet is benoemd, onvolledig is, is door hem een half jaar geleden reeds aangekaart. De toen geschetste problematiek werd echter weggewuifd. Hij acht het onjuist dat een plaatsvervangend wethouder wordt benoemd, welke wel beleidsbeslissingen kan nemen, doch daarvoor in de raad niet politiek verantwoordelijk is. In zijn algemeenheid is hij van mening dat het aantal wethouders geen ge lijke tred heeft gehouden met de groeiende werkzaamheden. Spreker is er voorstander van om voorlopig tot het einde van de lopende zittingsperiode een 3e wethouder te benoemen. Zolang geen burgemeester is benoemd behoeft dit financieel geen problemen op te leveren. De VOORZITTER is van mening dat het advies van het seniorenconvent niet genegeerd wordt. Het seniorenconvent heeft namelijk uitgesproken dat vervanging eerst noodzakelijk was als de noodzaak daartoe door het college te kennen was gegeven. De wethouders hebben gesteld dat vervanging enkel nodig is op het moment dat eer van beiden afwezig is. Voor het overige laat hij de beantwoording over aan wethouder Kamp omdat het een aangelegenheid is die hen. beiden aangaat. Het lid DIJKERS onderschrijft de woorden van de voorzitter. Het benoemen van een 3e wethouder, zoals wordt voorgestaan door de heer Makkink, is nu niet aan de orde. Dit zou bij de volgende zittingsperiode bespreekbaar kunnen zijn. Hij is overigens van mening dat de door de voorzitter gegeven motivatie in het voorstel vervat had moeten worden. Aangezien de beide wethouders uit de C.D.A.-fractie komen acht hij het van zelfsprekend dat ook de plaatsvervangend wethouder door het C.D.A. wordt ge leverd. Het lid KRIJNEN merkt op dat, in het seniorenconvent is gesteld dat een eventuele 3e wethouder niet ter discussie is en dat de noodzaak van een plaatsvervangend wethouder aan de beoordeling van het college wordt overge laten. Hij conformeert zich hieraan.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1981 | | pagina 67