-106- Het lid KRIJMEN vraagt zich af of het verstandig is de woning hij de v.m. boerderij Den Biggelaar te verkopen, aangezien toch panden nodig zijn voor diverse bestemmingen. Het lid mevrouw KRIJNEN-BOOT vindt het jammer dat van de geplande uitvoering het eerste 'jaar niets kan komen, gelet op de financiële beperkingen. Zij gaat akkoord met de gewijzigde werkwijze, waardoor de aanpak bescheidener en geïmpro- viseerder wordt voorgesteld. De financiële consequenties van een en ander zullen nog in de commissie bekeken moeten worden. Overleg met de direkt betrokkenen is hierbij zonder meer nood zakelijk. Het lid SCHIPPER spreekt zijn waardering uit voor de ruime informatie bij dit onderwerp. Naar aanleiding van de gemaakte opmerkingen door de PvdA- fraktie over het SKW zegt hij dat deze stichting beperkt is in haar aktivi- teiten vanwege de beschikbare mankracht en de beperkte financiële middelen. Ook het SKW wenst in te spelen op de behoeften. Met betrekking tot het nu voorgestelde krediet is hij van mening dat de inves tering in relatie tot het aantal belanghebbenden erg hoog is. Hij is overigens verheugd met het nu voorgelegde aangepaste plan. In de geëigende commissie moet een en ander nog wel goed op een rijtje gezet worden, omdat de tijd te kort is om ten aanzien van het nader voorstel concrete uitspraken te doen. Het lid DIJKERS spreekt zijn waardering uit voor het voorstel. Het is even wel jammer dat de realisering in verband met de beperkte financiële middelen verschoven moet worden. Spreker heeft wel moeite met het feit dat kort voor de vergadering een nader voorstel ter tafel wordt gebracht, waaruit blijkt dat enkel de schuur van de boerderij voor de scouting overblijft. Hij zou graag de mening van de scouting hierover willen vernemen. Het voorstel ware daarom een maand aan te houden en het overleg met betrok kenen te heropenen. Het lid MAKKINK merkt op dat het rapport "open tienerwerk" aangeeft dat de problematiek bij de niet-georganiseerde jeugd ligt. Verder wordt er in het rapport van uit gegaan dat de verschillende soorten jeugdwerk gelijkwaardig worden behandeld. In 1979 wordt er nog van uitgegaan dat 350 jongeren gebruik zullen maken van een eventueel te stichten open jeugdcentrum. Het wekt bij hem verbazing dat nu toch een keuze is gemaakt voor bestaande jeugdorganisaties De motivering dat de bestaande akkommodatie voor de verkennerij onvoldoende is en dat voor subsidiëring van het open-jeugdwerk eerst in 1982 bij de pro vincie ruimte is, is overigens wel begrijpelijk. Men had echter reeds in 1979 de subsidie-kwestie aanhangig kunnen maken. Nu zijn 2 jaren verloren. Destijds is tevens gesteld dat het SKW de aangewezen instelling is om het open tienerwerk te begeleiden en dat hiervoor een beleidsombuiging binnen het SKW nodig was Hij constateert dat nog steeds geen overleg hieromtrent is geweest. In de onder havige rapporten wordt wel veel gesignaleerd doch concrete beleidsuitspraken komen nauwelijks voor. Met name de wijze waarop diverse alternatieve lokaties voor de verenigingen werden gepresenteerd en ook weer werden teruggenomen vanwege de juridische onhaalbaarheid tekent zijns inziens de zwakte van het beleid. Hij stelt voor de aanwezige financiële ruimte aan te wenden voor het open tienerwerk en het SKW te wijzen op de verantwoordelijkheid in deze. In de septembervergadering kan dan een, in samenwerking met het SKW opgesteld, plan worden voorgelegd. Verleent het SKW hieraan geen medewerking dan kan met de subsidiegelden van het SKW de taak zelf opgepakt worden. Het lid HURKMANS is van mening dat de financiële gegevens, welke ook nog tijdens en na de commissievergadering zijn verstrekt een verwarrend beeld scheppen. -107- bli^kt dat feen richting gegeven kan worden aan veranderde omstan digheden. Intern is zijns inziens nog geen orde op zaken gesteld. Nog steeds is geen uitvoering gegeven aan de bezuinigingsvoorstellen. Het onderhavige voorstel gaat van dermate gigantische bedragen uit dat de con clusie gerechtvaardigd is dat totaal geen rekening wordt gehouden met de huidige financiële situatie. Tevens wijst hij op de reeds eerder door de commissie financiën gedane uitspraak dat de voor jeugdakkommodaties geraamde bedragen te hoog waren. B Ondanks het nu voorgelegde bijgestelde plan is het voorstel voor hem onaanvaard baar. Hij stelt voor om allereerst de bezuinigingsvoorstellen in relatie tot de prioriteitenlijst voor te leggen om zodoende inzicht te verkrijgen in de finan ciële mogelijkheden. In 1981 ware derhalve voor jeugdalfommodaties geen investe ringen te doen. De Matthijs Heldtgroep en de scouting kunnen gebruik maken van de boerderij aan de Molenbergstraat, terwijl de blokhut te Langeweg naar Zevenbergen kan worden verplaatst ten behoeve van het open tienerwerk. Verkoop of verhuur van de boerderij Den Biggelaar heeft zijn voorkeur'. De VOORZITTER deelt mede dat de door de heer Hurkmans aangehaalde bezui nigingsvoorstellen in juni aan de orde worden gesteld. In de praktijk wordt hiermee reeds rekening gehouden. Wethouder KAMP merkt op dat de raad in het verleden middels de priori teitenlijst de nadruk heeft gelegd op het jeugdwerk. Het beleid in deze is in de onderhavige rapporten duidelijk uiteengezet. Het gebrek aan financiële middelen is ook hier een groot probleem. Een bijstelling van het totale kader is in dit verband noodzakelijk. De invulling heeft niet geheel plaats kunnen vinden conform de rapporten. De Matthijs Heldtgroep blijft gebruik maken van de boerderij aan de Molenberg straat. Voorgesteld wordt/V§orzieningen, die hier gerealiseerd moeten worden, te verschuiven naar latere jaren. De nu door de Heidemij. gehuurde schuur bij de boerderij kan aan de Matthijs Heldtgroep beschikbaar worden gesteld. In dit geheel dient het open tienerwerk opgeschoven te worden omdat de prioriteit wordt gelegd bij bestaande vereni gingen. Ten aanzien van de Scouting wordt voorgesteld de boerderij Den Biggelaar aan de Klundertseweg hiervoor de bestemmen. Enkele bijgebouwen kunnen verhuurd worden aan de Heidemij. die de ruimte aan de Molenbergstraat moet afstaan. De huuropbrengst hiervan, welke wordt getaxeerd op 12.000,— dekt de rentelast van deze bijgebouwen. Voorlopig wordt er van uitgegaan dat enkel de schuur aan de scouting in gebruik wordt gegeven. Het woonhuis kan tijdelijk worden verhuurd, zolang dit niet nodig is voor de scouting. De omliggende grond zou alsdan ingebracht kunnen worden in plan Lindohk. De suggestie van de heer Hurkmans om de Matthijs Heldtgroep en de scouting onder te brengen in de akkommodatie aan de Molenbergstraat acht hij, gezien de grootte van de groepen, onmogelijk. Verkoop van de woning bij boerderij Den Biggelaar acht hij vooralsnog niet wenselijk, omdat de toekomstige behoefte van de scouting afgewacht moet worden. Met betrekking tot de opmerkingen over het SKW stelt hij dat in het Sociaal Kultureel Plan de koers van deze stichting is uiteengezet. Tevens gelden de onderhavige rapporten als gespreksbasis voor het overleg met het S.K.W. Hij deelt mede dat over deze materie overleg met de stichting scouting is geweest. Daarbij is naar voren gebracht dat het noodzakelijk is in de schuur nog enkele voorzieningen te treffen om- deze. geschikt te maken voor het jeugd werk. De zelfwerkzaamheid is hierbij eveneens ter sprake' geweest. Hij is vervolgens van mening dat het aangepaste voorstel van het college in de lijn ligt van de door de commissie voorgestane bezuinigingen.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1981 | | pagina 56