-86-
10. Voorstel tot overlegging van de rekeningen
1978, overeenkomstig artikel 255 van de
gemeentewet en tot aanwijzing van leden
van de commissie tot onderzoek van deze
rekeningen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van
burgemeester en wethouders.
11. Voorstel tot wijziging van de begroting
1980 van de algemene dienst, waarbij
achterstallige inkomsten en uitgaven wor
den geraamd.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van
burgemeester en wethouders.
12. Voorstel met betrekking tot de verorde
ning staangeld woonwagencentra van het
Woonwagenschap Breda.
Het lid MAKKINK acht de verhoging van het staangeld voor het centrum
"Driekoningenoord" niet reëel, gelet op de staat van het onderhoud. Hij
verzoekt voor dit centrum de verhoging dah ook niet door te voeren.
Het lid mevr. KRIJNEN-BOOT verzoekt er bij het woonwagenschap op aan
te dringen dat de oninvorderbaarheid tot een minimum wordt beperkt.
Wethouder KAMP antwoordt dat de tarifering voor het centrum
"Driekoningenoord" reeds erg laag gesteld is. De oninbaarheid zal de voort
durende aandacht van het woonwagenschap dienen te hebben.
Het lid MAKKINK acht een verhoging van het staangeld niet verantwoord,
indien daar geen verbeteringen tegenover staan. Dit standpunt ware in te
brengen in het woonwagenschap.
Wethouder KAMP zegt dat dit meegespeeld heeft bij de beoordeling in
het bestuur van het schap. Het is niet zo dat er geen enkele voorziening aan
wezig is.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van
burgemeester en wethouders.
13. Voorstel met betrekking tot de jaarre
kening 1979 van het Werkvoorzienings
schap West Noord-Brabant.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van
burgemeester en wethouders.
14. Voorstel tot het voteren van f 1.730,
ten behoeve van de subsidiëring der
5 mei-viering 1981
Het lid DIJKERS heeft met het voorstel op zich geen moeite. Gelet op
de gemakkelijke manier waarop de onderhavige subsidies tot stand komen
verzoekt hij aan te dringen op een inventievere wijze van organiseren van
activiteiten.
-87-
Het karakter van de 5 mei-viering wordt zijns inziens niet helemaal
duidelijk gemaakt. Hiervan ware het oranje-comité in kennis te stellen.
Het lid SCHIPPER is van mening dat voor de subsidieverdeling voor de
kerkdorpen rekening gehouden moet worden met een onderdeel vaste kosten en
daarnaast een verdeling naar rato van het aantal inwoners e.d.
Hij vraagt zich overigens af of subsidiëring van de 5-mei viering zinvol is
gelet op het feit dat het een normale werkdag is.
Het lid MAKKINK zegt getroffen te zijn door de in het voorstel opgeno
men zinsnede "aangezien Koninginnedag voor de meeste mensen meer betekenis
heeft dan de 5-niei viering". Hij vraagt waarop deze stelling is gebaseerd.
Zijns inziens is een vergelijking in het geheel niet mogelijk.
Hij verzoekt te bewerkstelligen dat op 4 mei stilgestaan wordt bij de ver
schrikkingen van oorlog en geweld.
De VOORZITTER neemt aan dat het oranjecomité zich aanbevolen houdt voor
concrete suggesties zoals de heer Dijkers bedoelt.
Hij heeft overigens veël waardering voor het werk dat door het oranjecomité
wordt verzet. De suggestie om in het bijzonder de jeugd meer bekend te maken
met de essentie van de 5-mei viering wordt overgenomen.
Ten aanzien van de verdeling der subsidies wordt opgemerkt dat de ge
bruikelijke verdeelsleutel wordt gehanteerd.
Naar aanleiding van het verzoek om meer inhoud aan een herdenking op 4 mei
te geven, zal worden bezien of dat voor dit jaar nog mogelijk is.
Tenslotte deelt hij mede dat alle scholen op 5 mei vrij zijn, zodat
deelname aan de activiteiten voor de jeugd mogelijk is.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van
burgemeester en wethouders.
15. Voorstel met betrekking tot het beschikbaar
stellen van een éénmalige subsidie aan
de Stichting Kinderdagverblijf en Sleutel
centrum Zevenbergen voor het houden van
een onderzoek naar de behoefte van de op
richting van een kinderdagverblijf en
sleutelcentrum in Zevenbergen.
Het lid MAKKINK is verheu^d^met het initiatief van de nieuwe stichting.
Hij acht het overigens gewenst zo snel mogelijk een verordening wordt opge
steld om de onderhavige materie te reguleren.
Het lid DIJKERS acht het niet zinvol om inhoudelijk op het onderwerp
in te gaan. Allereerst dient een onderzoek gehouden te worden. Hij gaat dan
ook akkoord met het voorstel.
Wethouder KAMP benadrukt dat de definitieve subsidiëring afhankelijk
zal zijn van de uit het onderzoek gebleken behoefte. Daar kan nu geen uit
spraak over worden gedaan.
Het lid MAKKINK wijst erop dat wel op voorhand gewerkt moet worden aan
de inhoudelijke kant van de zaak, zowel voor wat betreft subsidiëring als
regulering. Dit om te zijner tijd direct hierop in te kunnen gaan. In com
missieverband kan reeds veel voorbereidend werk gedaan worden.
Wethouder KAMP antwoordt dat, zodra de enquête is afgerond, hier verder
aan gewerkt zal worden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van
burgemeester en wethouders.