-82-
De verkeersveiligheid in de Hoofdstraat is primair een rijkstaak, aldus
spreker. Een schrijven waarin een en ander wordt kenbaar gemaakt is momen
teel in behandeling bij rijkswaterstaat. De motie van het lid Hurkmans wordt
overbodig geacht omdat het college van mening is dat de taken duidelijk
gescheiden moeten blijven.
Met betrekking tot de bezuinigingsmaatregelen deelt hij mede dat de diverse
voorstellen bij de afdelingen in behandeling zijn. Hij neemt aan dat defini
tieve voorstellen terzake, in de volgende vergadering behandeld kunnen worden
In antwoord op vragen van het lid van de Wetering zegt hij dat de procedure
om te komen tot legalisering van de bouw van een werkplaats op het terrein
van de suikerfabriek eerst in gang gezet kon worden nadat het overleg met de
directie van de Suiker Unie omtrent het betreffende bestemmingsplangedeelte
was afgerond.
Hij blijft tenslotte van mening dat het door de heer Makkink gevraagde over
zicht van ter inzageleggingen te veel tijd kost. Hij zou dit graag willen
aanhouden.
Wethouder TROMPERS merkt op dat energiebesparende voorzieningen kosten
met zich meebrengen indien deze betrekking hebben op gebouwen waarvoor de
voorschriften ten tijde van de bouw of verbouw nog niet golden.
Terzake een onderzoek naar mogelijke bodemverontreiniging bj.j de volkstuin
tjes in de omgeving van Caldic zegt hij toe dit onderwerp in het college
te zullen bespreken.
Met betrekking tot de door de heer Schipper aangehaalde wateroverlast
-in de Prisostraat deelt hij mede dat deze kwestie bij gemeentewerken in
onderzoek is.
Hij zegt vervolgens bereid te zijn de muskusrattenbestrijding nogmaals onder
de aandacht van het waterschap te brengen.
Ten aanzien van de accommodatie t.b.v. S.V.Groene Ster herhaalt hij de reeds
eerder gedane toezegging dat zodanige voorbereidingsmaatregelen worden ge
troffen dat, zodra de betreffende grond in eigendom wordt verkregen, tot
uitvoering kan worden overgegaan.
In antwoord op de opmerkingen aangaande de eventuele uitbreiding van
Caldic zegt hij dat beperkende maatregelen enkel zijn te nemen middels wij
ziging van het bestemmingsplan. Hij deelt vervolgens mede dat de provincie
niet beschikt over het apparaat om op korte termijn alle stortplaatsen
te controleren op mogelijke chemische stoffen.
Als aanvullende informatie over de welzijnsvoorzieningen te Langeweg deelt
wethouder KAMP mede dat het plan voor de gymzaal besteksklaar is. Tevens
zijn geen problemen meer te verwachten op planologisch gebied.
De VOORZITTER wenst vervolgens de ingediende motie aan de orde te
stellen.
Het lid MAKKINK is van mening dat bij het onderhavige agendapunt di
verse punten aan de orde zijn die kunnen worden aangemerkt als voorstel
van burgemeester en wethouders.
Hij verzoekt de raad in de gelegenheid te stellen hierover in 2e instantie
het woord te voeren.
De VOORZITTER deelt niet de mening dat er voorstéllen aan de orde zijn.
Het lid MAKKINK vraagt alsdan een opmerking te mogen maken over het
standpunt van het college met betrekking tot het onder IV 1 bedoelde over
zicht van ter inzageleggingen.
De VOORZITTER acht dit in het kader van het gewenste krachtdadig
beleid in vergaderingen, niet gewenst.
Het lid MAKKINK zou die mening kunnen delen indien echt een antwoord
was gegeven op de gestelde vragen. Met name is geen antwoord gegeven op
-83-
de vraag naar het voorgestane beleid met betrekking tot uitbreiding van
industrievestigingen aan de Schansdijk.
Het lid VAN DE WETERING zegt dat zijn vraag om de stortplaats aan
de Dikkendijk in het provinciaal onderzoek te betrekken, eveneens niet
is beantwoord. Dit geldt ook voor zijn suggestie om het water in de
Roode Vaart te blijven controleren.
De VOORZITTER stelt dat het volbouwen van het industrieterrein Schans-
dijk met bedrijven met hindercategorie V niet in het beleid past.
Wanneer dit gevaar zich aandient zal bezien moeten worden hoe dit voor
komen kan worden.
Wethouder TROMPERS beaamt dat er nu geen maatregelen getroffen worden.
Hij zegt vervolgens dat erop aangedrongen zal worden om controle uit te
oefenen op de gecontroleerde stortplaatsen.
De VOORZITTER stelt vervolgens de ingediende motie aan de orde.
Deze luidt als volgt:
"De Raad der gemeente Zevenbergen, in vergadering bijeen op dinsdag 14
april 1981
overwegende
- dat de verkeersveiligheid der bewoners in de Hoofdstraat te Zevenberg-
schen Hoek niet afdoende gewaarborgd is, tegen het zeer drukke snelver
keer aldaar,
- dat de Raad, zowel in commissieverband, als in afzonderlijk fractie-
verband, hierover haar grote bezorgdheid heeft uitgesproken,
- dat de Raad in uitzonderlijke doch principiële zaken, die normaliter
niet tot haar taak behoren, haar eigen verantwoordelijkheid moet kennen,
besluit
tot het ten spoedigste plaatsen van radar-snelheidscontrole-apparatuur
in de Hoofdstraat te Zevenbergschen Hoek, teneinde de verkeersveiligheid
der bewoners te optimaliseren en verzoekt het college van B. en W. dringend
in de eerstkomende raadsvergadering een voorstel van die strekking aan de
orde te stellen.
en gaat over tot de orde van de dag.
Zevenbergen, 14 april 1981
R.Makkink
K.v.d.Wetering
P.Hurkmans"
Hij deelt mede, dat het college de motie niet steunt omdat het als een
gevaarlijk precedent wordt gezien als rijkstaken op deze wijze worden over
genomen.
Het lid mevr. KRIJNEN-BOOT is met het college van mening dat het over
leg met rijkswaterstaat afgewacht moet worden. Zij steunt de motie derhalve
niet.
Het lid SCHIPPER ondersteunt de motie mede omdat het overduidelijk is
dat in deze geen medewerking van het rijk is te verwachten.
Het lid DIJKERS heeft geconstateerd dat ruim een uur is besteed aan
het agendapunt ingekomen stukken, waarbij in het algemeen niet is ingegaan
op gestelde vragen.