GEMEENTE ZEVENBERGEN
-79-
Notulen van de vergadering van de gemeenteraad, gehouden ten gemeentehuize
op 14 april 1981 om 19.30 uur.
Aanwezig de leden: Mevr. P.J.Krijnen-Boot, C.Huijssoon, A.A.M.Wijne,
S.J.Schipper, A.J.Beljaars, J.P.M.Kokke, Mevr.A.Schrauwen-
SchouwenaarsA.G.C.Dijkers, G.M.H.Hurkmans, J.v.d.Wetering,
R.Makkink, C.J.Trompers en G.H.Kamp.
Voorzitter: mr.F.Reijnders
Secretaris: J.A.A.van der Smissen
Afwezig met bericht van verhindering: L.G.M.van Overveld en G.A.Krijnen.
1Opening.
De VOORZITTER opent de vergadering met het bij reglement van orde voor
de vergaderingen van de raad voorgeschreven gebed.
2. Loting volgorde bij eventuele stemmingen.
Het nummer van volgorde bij eventuele stemmingen wordt bepaald op nummer
7 van de presentielijst, zijnde het lid Huijssoon.
3. Vaststelling van de notulen van de verga
deringen van 10 februari 1981 en 10 maart
1981
Het lid MAKKINK zegt met betrekking tot de notulen van de vergadering
van 10 februari 1981 dat op pagina 55/56 inzake de kwestie Caldic, is weg
gelaten zijn vraag hoe lang het duurt vooraleer een berekening gemaakt kan
worden omtrent de gevaren voor de bevolking bij een eventuele calamiteit bij
Caldic.
Daarop is toen geantwoord dat dit maanden zou duren.
De VOORZITTER antwoordt dat deze opmerkingen dan alsnog opgenomen zullen
worden.
Ten aanzien van de notulen van 10 maart 1981 zegt het lid VAN DE WETERING
dat bij de toezegging van een evaluatie van de containerproef is gesteld
dat tevens zou worden meegenomen de gescheiden afvalverwerking.
Bij dit punt is eveneens toegezegd dat bij het stadsgewest zou worden aange
drongen op een versnelde studie naar de alternatieve vuilverwerking.
Tenslotte is hij van mening dat een toezegging is gedaan omtrent de inspraak
bij de inrichting van de regionale vuilstortplaats. In het kader van de
totale vuilverwerkingsproblematiek wil hij nog opmerken het niet eens te
zijn met de suggestie van het stadsgewest om op de regionale stortplaats een
crossterrein te realiseren. Hij verzoekt het college hiervan afstand te nemen.
De VOORZITTER zegt dat terzake de notulen, de band zal worden beluisterd.
Gebleken is dat is gesteld dat de inspraak eerst aan de orde kan komen bij
het bestemmingsplan voor het gebied van de vuilstortplaats. Alsdan zal dit
punt zeker aan de raad worden voorgelegd. Van de overige 2 door de heer van
de Wetering aangehaalde toezeggingen is bij het beluisteren van de band niet
gebleken.