-77-
Deze luiden als volgt:
"Geacht college,
Uit de plaatselijke pers vernemen wij dat u voornemens bent vergunning te
verlenen aan een vishandel voor straatverkoop.
Middels een reclamefolder van deze vishandel vernemen wij dat de verkoop
woensdag a.s. start.
Daar de termijn van indiening van bezwaren nog niet is gesloten, komt ons
dit vreemd voor.
Vraag: Geschiedt deze verkoop van vis nu reeds door de nieuwe vishandelaar,
met uw toestemming?
Vindt u het juist tegenover de nieuwe vishandelaar dat de vergun
ning weer ingetrokken gaat worden indien u de eventuele ingebrachte
bezwaren gegrond acht.
Vindt u drie vishandelaren in een plaats van 15.000 inwoners
juist en wat zijn uw kriteria in deze.
R.Makkink"
De VOORZITTER antwoordt dat de Algemene Politieverordening als enige
weigeringsgrond het criterium hanteert van openbare orde en veiligheid.
Het college is derhalve niet bij machte dergelijke vergunningen te weigeren.
Hij begrijpt overigens wel de strekking van de vragen. Ook spreker is niet
gelukkig met de huidige situatie. Deze kwestie zal in de eerstkomende ver
gadering van de commissie economische zaken worden besproken teneinde zo
spoedig mogelijk te komen tot een wijziging van de algemene politieveror
dening op dit punt. Hij stelt vervolgens dat bedoelde vishandelaar een
vergunning heeft en dus gerechtigd is handel uit te" oefenen.
Het lid MAKKINK zegt verbaasd te zijn dat een soortgelijke vergun
ning voor de verkoop van bloemen in het verleden wel geweigerd is kunnen
worden. Tevens wijst hij op het feit dat omliggende gemeenten afwijzend
beschikken op dergelijke verzoeken.
De VOORZITTER wijst nogmaals op de in de algemene politieverordening
neergelegde kriteria. Het gemeentebestuur zal zich omtrent deze materie
echter oriënteren en hierop zo spoedig mogelijk terugkomen.
Terzake een eerder geweigerde vergunning deelt hij mede dat het hier een
specifieke vaste standplaats betrof.
Tenslotte stelt hij vragen aan de orde van de V.V.D.-fractie. Deze luiden
als volgt:
"Mijnheer de voorzitter,
Ingevolge artikel 57 van het Reglement van Orde zouden wij bij agendapunt
25 van hedenavond u de navolgende vragen willen voorleggen:
1. Hoe komt het, dat de was- en kleedgelegenheid op het Sportpark de Meeren
ten behoeve van de Hockeyvereniging niet op de Raadsvergadering van
hedenavond voorkomt?
Dit, terwijl de Sportraad'in haar vergadering van 12 februari j.l. met
de ingediende voorstellen accoord" is gegaan, en op een spoedige afhan
deling van deze aangelegenheid heeft aangedrongen.
2. Realiseert uw college zich, dat hierdoor het risico is ontstaan, dat
deze voorzieningen niet voor de aanvang van het speelseizoen 1980/1981
gereed zullen zijn, en dat de hockeyvereniging hierdoor noodgedwongen
nog een jaar langer gebruik zal moeten blijven maken van het Sportpark
de Knip?
-78-
5. Realiseert uw college zich tevens, dat hierdoor ook de renovatieolannen
voor het Sportpark de Knip ten behoeve van Sportvereniging de Groene
Ster een jaar vertraagd zullen gaan worden?
4. Bent u alsnog bereid, deze aangelegenheid met de meeste spoed af te
handelen, zodat deze in ieder geval in de raadsvergadering van 14 april
a.s. aan de orde gesteld kan worden?
Dit lijkt ons de uiterste termijn, waarop daarna onmiddellijk met de
bouw gestart kan worden en de hiervoor genoemde risico's voorkomen kun
nen worden.
ASchrauwen-Schouwenaars
A.Dijkers"
Wethouder TROMPERS antwoordt als volgt:
1De sportraad heeft enkel bemoeienis met het technische gedeelte. Terzake
de overeenkomst met betrekking tot de gecombineerde bouw dienen nog
uitwerkingen gemaakt te worden terwijl tevens nog een beeld van het
iinanciële gedeelte mo6"fc worden verkregen.
2. Het college realiseert zich het risico dat de voorzieningen niet tijdig
gereed kunnen zijn.
Deze kwestie vraagt echter een goede voorbereiding.
5. Problemen met de renovatie van sportpark de Knip zijn niet te verwachten
omdat ter plaatse dit jaar geen werkzaamheden verricht kunnen worden.
De voorbereiding gaat normaal door.
4. Indien mogelijk zal dit punt 14 april a.s. aan de orde worden gesteld.
Een garantie hiervoor kan echter niet worden gegeven.-
24. Sluiting.
De VOORZITTER sluit de vergadering met het bij reglement van orde
voor de vergaderingen van de raad voorgeschreven gebed.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van 14 april 1981
de voorzitter,
de se.
fa ris,
(j.Aj.A.vai^ der Sfflis
o :vA
t:vN
c '4t