-75-
genomen om te bezien waar herziening c.q. aanpassing nodig is. Later in het
jaar zal dan een herziene nota aan de raad worden voorgelegd. Hij merkt op
dat tevens aan de orde is de door de P.v.d.A.-fraktie ingediende motie.
Deze luidt als volgt:
"De raad der gemeente Zevenbergen, in vergadering bijeen op 10 maart 1981,
overwegende dat,
1exploitatie-maatschappijen de grondmarkt nadelig beïnvloeden;
2. gemeenten, die de onder 1 genoemde maatschappijen voor willen zijn,
gedwongen worden dezelfde speculatieve handelingen te verrichten die zo
nadelig zijn voor de grondmarkt;
3. daardoor de grondprijs onnodig wordt verhoogd;
4. daardoor de bebouwingsdichtheid onnodig wordt vergroot en/of hogere
huren moeten worden berekend;
5. de gemeenschap bij verkoop van grond door het niet kunnen uitvoeren van een
voorzien bestemmingsplan onnodige verliezen lijdt,
beseffend dat,
een voorkeursrecht voor gemeenten -hetgeen wil zeggen dat in daartoe door
de gemeenteraad aangewezen gebieden een eigenaar die zijn onroerend goed
wil verkopen dat pas kan doen, nadat hij het eerst aan de gemeente heeft
aangeboden- zeer gewenst is, besluit,
dit verlangen kenbaar te maken'aan de Tweede Kamer der Staten Generaal
en gaat over tot de orde van de dag.
R.Makkink, K.v.d.Wetering, F.Hurkmans"
Hij is van mening dat in de voorlaatste zin de woorden "tweede kamer" ver
vangen dienen te worden door "eerste kamer", aangezien het wetsontwerp reeds
door de tweede kamer is aanvaard.
Het lid SCHIPPER stelt dat de nota op zich wel goed is doch dat deze
in het kader van de totale grondpolitiek te eng is. Hij is overigens ver
heugd met de toezeggingen die zijn gedaan.
Het lid DIJKERS blijft erbij dat niet de nota ter tafel ligt waar
door de raad om is gevraagd. Hij kwalificeert het als een waardeloos stuk.
Er vindt geen discussie plaats over grondbeleid, laat staan een verantwoor
ding.
Hij is van mening dat, voordat grondtransakties plaatsvinden, inzicht moet
zijn in de financiële consequenties. Met name doelt hij hierbij op plan
Lindonk.
Hij acht het vervolgens weinig zinvol om de grond in het centrum in erf
pacht uit te geven.
Tenslotte stelt hij geen behoefte te hebben aan de ingediende motie omdat
de tweede kamer zich hierover reeds heeft uitgesproken.
Het lid HUIJSSOON stemt in met de mofie, alhoewel hij daaraan niet
direct behoefte heeft.
De VOORZITTER concludeert dat de nota in eerste lezing door de raad
wordt aanvaard, rekening houdend met de gedane toezeggingen.
De motie wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
19. Behandeling van het beroepschrift van
de heerJ.Berendrecht te Moerdijk te
gen de weigering van een bouwvergun
ning voor een loods aan de Bloemen-
daalse Zeedijk te Zevenbergschen Hoek.
-76-
Het lid SCHIPPER vraagt de mogelijkheid te onderzoeken om van het
betreffende weggedeelte een B-weg te maken.
Het lid mevr. KRIJNEN-BOOT gaat akkoord met het voorstel.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel.
20. Voorstel ter vaststelling van een
huurovereenkomst met T.C.Bloemendaal.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van
burgemeester en wethouders.
21 Voorstel tot wijziging van de begro
ting van de algemene dienst 1981 in
verband met de bijdrage aan de Keu
ringsdienst van waren.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van
burgemeester en wethouders.
22. Voorstel met betrekking tot enige wij
zigingen van de begrotingen 1979, 1980
en 1981alsmede de jaarrekeningen 1979
van de gemeenschappelijke regeling
Centrale Milieubeheer Drechtsteden en
van de Technische Milieudienst Drecht
steden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van
burgemeester en wethouders.
23. Behandeling van eventuele vragen, die
vóór of op de dag der vergadering zijn
ingekomen en eventuele rondvraag (inge
volge artikel 37 van het reglement van
orde)
De VOORZITTER deelt mede dat van de P.v.d.A.—fractie vragen zijn inge
komen ex art. 36 reglement van orde, inzake het stopleggen van de bouw
van een werkplaats bij de suikerfabriek.
Alhoewel de afhandeling schriftelijk zal geschieden is toch, gelet op
soortgelijke vragen van de C.D.A.—fractie, heden overgegaan tot beantwoor
ding van de vragen.
Aangezien in deze beantwoording de oplossing wordt aangegeven bestaat zijns
inziens geen behoefte meer aan vragen over dit onderwerp.
Terzake de kwestie op zich stelt hij dat voor het afgeven van de verklaring
van geen bezwaar voor de bouw.door Gedeputeerde Staten^een voorbereidings
besluit nodig is.
Spreker zegt dat wanneer de urgentie voor de bouw van de werkulaats wordt
onderkend nu een voorbereidingsbesluit kan worden genomen zodat de verkla
ring direct kan worden aangevraagd.
Het lid SCHIPPER steunt dit voorstel.
Het lid mevrKRIJNEN—BOOT gaat hiermee eveneens akkoord.
De VOORZITTER concludeert dat derhalve het voorbereidingsbesluit is
genomen voor het gebied aan de Blokweg, waar nu de bouw plaatsvindt.
Hij stelt vervolgens vragen aan de orde Van de P.v.d.A.-fractie.