-73-
Het lid VAN DE WETERING zegt dat dit uit de uitwerking van de regeling
blijkt.
Wethouder TROMPERS is van mening dat uitgegaan moet worden van de re
geling en niet van de mogelijkheid dat eventueel kwijtschelding plaatsvindt
van de lening.
Het lid VAN DE WETERING stelt nogmaals dat de aflossing van de lening
geschiedt uit de ABR.
De stand hiervan wordt 5-jaarlijks bekeken. Hij handhaaft zijn voorstel
om de mogelijkheid te onderzoeken renovatie toe te passen tot f 50.000,
per woning van het complex van 120 woningen, die als volgt zijn gesitueerd:
in Zevenbergen 79 woningen in Dr.Ariënslaan
in Langeweg 22 woningen in Danielstraat en Zuiddijk
in Zevenbergschen Hoek 19 woningen in Prisostraat en Plein 1940
De renovatie van de woningen in de Dr.Ariënslaan kan dan allereerst bij
de provinciale directie aanhangig gemaakt worden waarna vervolgens de ande
re projecten volgens de gebleken toepassingsmogelijkheden van de regeling
kunnen worden voorbereid.
Wethouder TROMPERS blijft het moeilijk vinden om uit te gaan van de on
zekere factor dat geen garantie bestaat dat kwijtschelding van de aflossing
plaatsvindt.
Het lid SCHIPPER constateert bij het college enige twijfel omtrent de
regeling zoals die door de heer van de Wetering wordt uiteengezet.
Hij heeft in de beantwoording geen duidelijkheid kunnen ontdekken.
Wel heeft spreker begrepen dat voor toekomstige renovaties geen beroep
hoeft te worden gedaan op de algemene middelen.
Hij onderschrijft daarom het belang van een onderzoek, zoals wordt voorge
steld.
De VOORZITTER zegt toe dat op-zo kort mogelijke termijn het gevraagde
onderzoek zal worden verricht teneinde zekerheid te verkrijgen omtrent het
naar voren gebrachte.
Het voorstel van het college wordt derhalve aangehouden en zal na het be
doelde onderzoek volgende vergadering aan de raad worden voorgelegd.
18. Aanbieding ter behandeling van de nota
grondbeleid..
Het lid DIJKERS is van mening dat de nota grondbeleid niet voldoet
aan de wens zoals de raad die moer dan een jaar geleden heeft uitgesproken.
Er wordt geen beleid aangegeven doch er wordt een opsomming gegeven van een
aantal feitelijkheden. Met name voor wat betreft de grondverwerving acht
hij de nota erg teleurstellend. Hij had graag meer inzicht in de diverse
exploitatie—opzetten van de onderscheiden bestemmingsplannen.
Spreker verzoekt de nota terug te nemen en te komen met een nota grondbeleid
die die haam ook werkelijk verdient.
Het lid SCHIPPER kwalificeert de nota eveneens als een onvolledig stuk.
Hij was van mening dat b.v. -gediscussieerd ging worden over grondverwerving
per bestemmingsplan, exploitatie-opzetten en uitgiftebeleid.
Hij stelt voor om de nota uitgebreider op te stellen en de situatie per be
stemmingsplan zichtbaar te maken.' Dit bevordert de duidelijkheid en het in
zicht in de totale problematiek.
Spreker is teleurgesteld over de beperktheid van de nota. De inhoud rechtvaar
digt niet de lange tijd dat op het verschijnen ervan is gewacht.
Hij hoopt dat de grondpolitiek in zijn algemeenheid binnen 2-maanden via de
commissie terug in de raad komt.
-74-
Het lid HUIJSSOON is van mening dat de nota een goed stuk is waarin
de diverse facetten op een rijtje zijn gezet.
Duidelijk is in de nota rekening gehouden met de minder rooskleurige econo
mische situatie. Een soepele wijze van verwerving van landbouwgronden is erg
belangrijk. In dit kader is een wettelijke regeling van het voorkeursrecht
erg gewenst.
Spreker is van mening dat verkoop van grond de voorkeur verdient boven uit
gifte in erfpacht. Hij gaat tevens akkoord met het gestelde omtrent de uit
gifte van industriegrond. Tenslotte wenst hij stelling te nemen tegen de
negatieve kritiek van de vorige sprekers.
Het lid VAN DE WETERING zegt ten aanzien van de grondverwerving dat
de grondaankopen de gemeente voor een bijna onmogelijke opgave plaatst.
Hij verwijst in dit verband naar plan Hazeldonk waarvan de kosten jaarlijks
f 250.000,— bedragen en plan Centrum dat f 850.000,— per jaar kost.
Spoed met het realiseren van bestemmingsplannen is daarom dringend nood
zakelijk.
Door het jaarlijks bijschrijven van rente worden de lasten van b.v. Hazel
donk, waar eerst over 20 jaar gebouwd kan worden, exhorbitant hoog. Dit is
de tol die betaald wordt voor het vrpegtijdig aankopen van grond.
Het enige instrument waar een en ander mee voorkomen kan worden is het
voorkeursrecht. Om dit te onderstrepen wenst spreker een motie in te dienen.
Hij is in zijn algemeenheid van mening dat pas grond mag worden aangekocht
wanneer een grondverwervingsplan met bijbehorende budgettering aanwezig is.
Terzake de uitgifte van grond is hij er voorstander van om naast verkoop
tevens de uitgifte in erfpacht mogelijk te maken. Speciaal voor grond in
plan centrum acht hij dit wenselijk. Hiertoe zou een berekening kunnen wor
den opgezet die dan aan de raad kan worden overgelegd.
Voor het overige stemt hij in met de onderhavige nota.
Wethouder TROMPERS zegt dat niet vergeten mag worden dat de nota de
grote lijnen aangeeft. Hij merkt op dat een exploitatie-opzet van een be
staand bestemmingsplan zonder meer bekend is en dat het niet de bedoeling
is dergelijke zaken in de onderhavige nota op te nemen. Wel kan een over
zicht worden vervaardigd van aan te kopen gronden per bestemmingsplan,
elders reeds in eigendom zijnde gronden en gronden-voor ruilobjecten.
Hij is met de raad van mening dat vroegtijdig informatie verstrekt moet
worden over op handen zijnde grondaankopen.
Terzake het voorkeursrecht deelt hij mede dat deze wettelijke regeling
reeds door de Tweede Kamer is aangenomen,
Hij is met het lid van de Wetering de mening toegedaan dat zo'n regeling
onontbeerlijk is.
Met betrekking tot de mogelijkheid van uitgifte van grond in erfpacht deelt
hij mede dat de voorkeur uitgaat naar verkoop. Dit' neemt niet weg dat erf
pacht bij industriegrond zeer wel tot de mogelijkheden kan behoren.
Hij merkt vervolgens op dat het financieel nadeel bij de gronden in plan
Hazeldonk is te wijten aan het feit dat voor dit plan geen medewerking van
de provincie werd verkregen. Wanneer de gronden eerst in het jaar 2000
nodig zijn voor woningbouw acht hij het juist om te overwegen of het zin
vol is de gronden te verkopen. Spreker is er geen voorstander van om de
suggestie over te nemen om specifiek de grond *in plan centrum in erf
pacht uit te geven.
Het lid VAN DE WETERING merkt bij interruptie op dat hij had gevraagd
om terzake een berekening te maken.
De VOORZITTER zegt dat wordt voorgesteld de nota als eerste aanzet
over te nemen en dat daarna de gemaakte opmerkingen en visies worden door-