Er zijn zijns inziens bij de bewoners te hoge verwachtingen gewekt. Het lid VAN DE WETERING acht het voorstel een puur financieel-technisch stuk, dat voorbij gaat aan een aantal aspecten als kwaliteit van het woning bestand en werkgelegenheid. Hij is van mening dat het in het kader van de woningnood noodzakelijk is het woningbestand te handhaven en te verbeteren. Wat hiervoor ontbreekt zijn plannen en opdrachten die voortkomen uit visie en dadendrang. Dat in dit kader een afweging heeft plaatsgevonden blijkt zijns inziens niet uit het voorstel. Het enige argument is het financieel oogpunt. Terzake de uitvoering van de werkzaamheden door bouwbedrijf EBA merkt hij op dat bekend mag worden verondersteld dat dit is gelegen in het feit dat het onderhavige project is gekoppeld aan de bouw van de 34 woningen in Lindonk Tevens speelt in dit geheel de bouw van bejaardenwoningen aan de Oranjelaan een rol. Aangezien omtrent dit laatste nog geen zekerheid bestaat vraagt hij terzake om informatie. Hij constateert vervolgens dat het gemeentebestuur in aanvang is uitgegaan van een verkeerde regeling door plannen te ontwikkelen van f 70.000, per woning, waarbij niet alles gesubsidieerd zou worden. Aangezien een renovatie is toegestaan tot maximaal f 50.000,— per woning begrijpt hij niet dat niet is getracht zulks te verwezenlijken. Het is voor hem tevens onbegrijpelijk dat het college niet bereid is de Algemene Bedrijfsreserve (ABR) in zijn geheel aan te wenden voor de renovatie. De verwijzing die in het voorstel wordt gemaakt naar de post "onderhouds- fonds" acht hij irreëel omdat deze volgens een vaste normering wordt vast gesteld waarbij vrijwel geen geld overblijft. Daarbij komt, aldus spreker, dat de ABR speciaal is bedoeld voor dit soort grote onderhoudswerkzaam heden. Hij zegt dat wanneer de Algemene Bedrijfsreserve wordt aangewend voor de renovatie de gemeente toch in de toekomst andere renovatieprojecten kan starten. Wanneer de ABR namelijk niet toereikend is worden door de rijksoverheid renteloze leningen verstrekt. Na een termijn van 5 jaar wordt aan de hand van de alsdan aanwezige ABR de aflossing bepaald. Na twee 5-jaar- lijkse perioden wordt in de praktijk een streep gezet onder de lening, aldus spreker. Ten aanzien van de huurprijs stelt hij dat deze bij uitvoering van het plan volgens het voorstel van burgemeester en wethouders neerkomt op een ver hoging van f 180,per maand. Wanneer gebruik wordt gemaakt van de renovatieregeling en de renovatiekos— ten f 50.003,bedragen (het dubbele van het nu voorgestelde bedrag), zal de huurverhoging f 105,bedragen. Hij verzoekt deze afweging bij de besluitvorming te betrekken. Resumerend stelt hij vast dat het voorstel ondeugdelijk is omdat een ver keerde voorstelling van zaken wordt gegeven. Zijns inziens is het college niet op de hoogte van een juiste toepassing van de regeling. Hij stelt voor om het voorstel in te trekken en met de provinciale direc tie kontakt op te nemen teneinde de mogelijkheden te onderzoeken van een r6n.ova.tie van maximaal f 50.000j—per woning. Daarna kan na afweging van de concrete gegevens tot een goed besluit worden gekomen. Wethouder TROMPERS zegt. allereerst verheugd te zijn dat na lange voor bereiding nu met de renovatie een aanvang genomen kan worden. -72- Uiteraard zal op alle mogelijke spoed worden aangedrongen. Hij stelt dat bouwbedrijf EBA een ruime ervaring heeft en dat hierin alle vertrouwen bestaat. Hij zegt dat de huurprijzen van de woningen verschillend zullen zijn omdat worden d°°r beW°nerS aanSebrachte verbeteringen niet meegerekend zullen Met de werkzaamheden zal direct na het winterseizoen worden begonnen ter wijl dit per woning ongeveer een week in beslag zal nemen. Spreker merkt op dat het volgend renovatieproject in voorbereiding is zo dat dit alsdan sneller gerealiseerd kan worden dan het onderhavige. Hij wijst er overigens op dat voorbereiding en uitvoering van renovatiepro jecten een specifieke aanpak vereist. In de toekomst zullen de bewoners zeker eerder bij de zaak worden betrokken. Als reactie op de opmerkingen van de heer van de Wetering stelt hij dat de inancien geen hoofdrol zijn, doch dat dit wel een belangrijk facet is. Hij zegt van mening te zijn dat niet de Algemene bedrijfsreserve in zijn geheel aan de onderhavige 34 woningen besteed mag worden. Voor andere wonin gen dient ook geld beschikbaar te blijven, aldus spreker. Tevens dient voor normaal onderhoud een beroep op de reserve gedaan te kunnen worden. Hij is met genoemd lid van mening dat, teneinde snel in Lindonk te kunnen bouwen, een koppeling is gemaakt met het renovatieproject. Hij merkt vervolgens op dat in eerste instantie een onderzoek is gedaan naar de toestand van de woningen en de renovatiemogelijkheden. Daaruit is een prijs voortgekomen van 50.000 h. 60.000 gulden. Dit wordt door het gemeentebestuur niet acceptabel geacht in het kader van toekomstige renovatieplannen. Hij acht het zonder meer gewenst om de Alge mene bedrijfsreserve op peil te houden. De opmerking dat een renteloze lening mogelijk is met daarbij te zijner tijd een mogelijke kwijtschelding acht hij een/wankele basis om hierop een toekomstig beleid af te stemmen. Het is zijns inziens onzeker dat over 5 of 10 jaar volgens deze zienswijze wordt gehandeld. Daarbij komt, aldus spreker, dat wanneer de ABR is uitgeput, een beroep moet worden gedaan op de normale onderhoudspost die op dit moment al ontoereikend is.. Tenslotte stelt hij dat wordt vastgehouden aan het plan zoals dit in het voorstel van het college is weergegeven en als zodanig de instemming heeft van de bewoners. Het lid HUIJSSOON verzoekt te bevorderen dat voor de betreffende wonin gen een zodanige huurprijs wordt berekend dat verkoop aan de bewoners niet mqgelijk zal zijn. Spreker zegt enigszins overvallen te zijn door de opmer king dat van verkeerde regelingen is uitgegaan. Het lid VAN DE WETERING zegt dat hij heeft aangetoond dat om de 5 jaar aan de hand van de hoogte van de ABR de aflossing wordt bepaald van de renteloze lening. Tussentijds kunnen dan toch nieuwe renovatieprojecten en grote onderhoudswerken worden gestart. Vandaar dat wordt voorgesteld om het advies van het college aan te houden en ue onderzoeken of het mogelijk is een renovatie van f 50.000,oer woning uit te voeren. Wethouder -TROMPERS antwoordt dat de geriefsverbeteringen worden be taald middels de huurverhogingen. Bij eventuele verkoop wordt de prijs ge baseerd op taxatie zodat geen financieel hadeel zal ontstaan. Hij merkt vervolgens op dat uit de regeling niet hard gemaakt kan worden de stelling dat de renteloze lening eventueel wordt kwijtgescholden.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1981 | | pagina 37