-63-
4. Voorstel tot het alsnog (gedeeltelijk)
gegrond verklaren van het bezwaarschrift
van de heren Hurkmans, Makkink, en van
de Wetering tegen het raadsbesluit
van 9 oktober 1979 en tot intrekking
van het raadsbesluit van 9 oktober 1979,
met uitzondering van de wijziging der
diverse verordeningen (beëindiging zgn.
bestuursgeschil)
Het lid MAKKINK is gelukkig met de uitspraak in het bestuursgeschil.
Het voorstel van burgemeester en wethouders is zijns inziens echter onjuist.
Het lijkt hem correcter de ontslagbepalingen uit de verordeningen te schrap
pen, aangezien de gronden voor ontslagverlening niet zijn aan te geven.
Een ongewijzigd raadsbesluit, zoals nu voorligt, kan willekeur in de hand
werken en is niet in het belang van de rechtszekerheid van de betrokken per
sonen.
Indien de ontslagbepaling blijft gehandhaafd wordt er bestuurd op gronden
die vooraf als onjuist kunnen worden beschouwd.
Hij vraagt tenslotte of de Hoekse Fractie reeds een standpunt heeft bepaald
met betrekking tot de samenstelling van de commissie bezwaar- en beroep
schriften.
Het lid KRIJNEN is van mening dat de afdeling rechtspraak voorbijgaat
aan de oorzaken die tot het bestuursgeschil hebben geleid.
De uitspraak heeft zijns inziens verregaande consequenties.
Hij zal zich persoonlijk inzetten voor een gezondere bestuursstructuur in
de raad. De duidelijkheid voor de kiezer dient hierbij voorop te staan.
Mede door de opstelling van de V.V.D.-Fractie en de Hoekse Fractie kan
hij zich verenigen met de huidige structuur van de commissies. De uitspraak
van de afdeling rechtspraak van de Raad van State interpreteert hij als
een inmenging in de zelfstandige democratische besluitvorming van de ge
meentelijke overheid. Hij is derhalve tegen het voorstel en wenst hiervan
aantekening te maken.
De VOORZITTER wenst de ontslagmogelijkheid te handhaven waarbij dan
wel opgenomen wordt dat het ontslag, met redenen omkleed gegeven kan wor
den, indien een lid in strijd handelt met enig wettelijk voorschrift of
met het algemeen 'belang.
Het lid MAKKINK stemt niet in met het laatste gedeelte van de opmer
kingen van de voorzitter. Het handelen in strijd met het algemeen belang
is zijns inziens niet aan te geven. Op dit punt wordt ieder lid gecontro
leerd door de kiezers. Het is niet-^an de raad om te constateren of een
lid in strijd met het algemeen belang handelt.
Hij gaat derhalve wel akkoord met de aanvulling dat ontslag verleend kan
worden wanneer wordt gehandeld in strijd met een wettelijk voorschrift.
Het lid DIJKERS deelt mede dat de ontslagbepaling zijnerzijds niet op
bezwaren stuit.
Hij is echter van mening dat het opnemen weinig zin heeft.
Het lid SCHIPPER gaat akkoord met het voorstal, zoals door de voor
zitter is aangevuld.
Terzake de samenstelling van de commissie bezwaar- en beroepschriften
deelt hij mede dat hij hierop in de eerstvolgende commissievergadering
wenst terug te komen.
Het lid mevr.KRIJNEN-BOOT zegt dat er situaties kunnen zijn dat het
tot de verantwoordelijkheid van de raad moet kunnen behoren om in te kun
nen grijpen.
-64-
Zij gaat daarom akkoord met de door de voorzitter verwoorde aanvulling.
De VOORZITTER merkt op dat wanneer men willekeur wenst uit te sluiten
de criteria wettelijk voorschrift en algemeen belang genoemd moeten worden.
Het lid MAKKINK gaat akkoord met het voorstel en de aanvulling, voor
zover die betrekking heeft op ontslagverlening wegens handelen in strijd
met enig wettelijk voorschrift.
Hij wenst aantekening tegen de bepaling te zijn dat ontslag mogelijk is bij
handelen in strijd met het algemeen belang.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van
burgemeester en wethouders.
5. Voorstel tot wijziging van de begroting
van de algemene dienst voor het dienst
jaar 1 981
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van
burgemeester en wethouders.
6. Behandeling van het bezwaarschrift van
de V.O.S.-werkgroep, ingediend op grond
van de wet administratieve rechtspraak
overheidsbeschikkingen tegen het raads
besluit dd. 11 november 1980 inzake
subsidiëring van de V.O.S.-activiteiten
over 1 981
Het lid mevr. KRIJNEN-BOOT is van mening dat het advies van de commis
sie opgevolgd kan worden en gaat derhalve akkoord met het voorstel om het
bezwaarschrift ongegrond te verklaren.
Het lid MAKKINK vindt het jammer dab voor een op zichzelf goede zaak,
door het onjuist gebruik maken van de mogelijkheden, de reclamanten niet
ontvankelijk verklaard moeten worden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van
burgemeester en wethouders.
7. Voorstel tot wijziging van een aantal
rechtspositieverordeningen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van
burgemees ter en wethouders
8. Voorstel tot vaststelling van het aantal
wekelijkse lesuren vakonderwijs aan de
openbare lagere school te Zevenbergen
voor het jaar 1981.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van
burgemeester en wethouders.
9. Voorstel tot het vaststellen van de ex
ploitatievergoeding als bedoeld in arti
kel 101 van de Lageronderwijswet 1920
ten behoeve van het bijzonder basison
derwijs over het jaar 1980.