V
-42-
Desalniettemin zal dit project kritisch worden gevolgd.
Met betrekking tot het instructiebad merkt hij op dat de raad heeft besloten
hiervan voorlopig af te zien. Aangezien voor de schoolgaande jeugd een op
lossing is gevonden in het overdekt zwembad te Klundert, acht hij een eigen
bad voorlopig niet urgent, mede gelet op het advies van de Vereniging van
Nederlandse Gemeenten terzake.
Naar aanleiding van de ingediende motie inzake de woningbouw zegt hij dat
bij het woningbouwprogramma, zoals dat door de raad is vastgesteld, reeds
wordt uitgegaan van meer dan 100 woningen in de sociale sektor.
Tijdens het gehouden overleg is van provinciale zijde de nodige medewerking
toegezegd, zodat hij aan de motie geen behoefte heeft. Het beleid is niet
anders, dan in de motie wordt aangegeven, aldus spreker.
Het lid VAN DE WETERING zegt met de motie nogmaals de nadruk te willen
leggen op de noodzaak van de sociale woningbouw.
De VOORZITTER is van mening dat in het woningbouwprogramma van een
groter aantal woningen wordt uitgegaan dan in de motie.
Hij wijst erop dat van provinciale zijde is ingestemd met de cijfers, zoals
in het genoemde programma zijn aangegeven. Spreker heeft op zich geen moeite
met de motie. De stand van zaken op dit moment maakt de motie overbodig.
Wethouder TROMPERS deelt vervolgens mede dat enkele jaren geleden overleg
heeft plaatsgevonden over de aanleunwoningen bij Sancta Maria. Toen moest
echter gewacht worden op de voortgang van het centrumplan.
De ontwikkelingen wijzen nu in de richting dat de stichting woningbouw zich
hiermee gaat belasten. Dit uiteraard in goed overleg met Sancta Maria.
Voor wat betreft de renovatie van woningen acht hij het niet verstandig om
de totale reserve te benutten voor één renovatieproject.
Dit kan problemen opleveren voor latere renovatieplannen.
Hij is het met de heer Makkink eens dat, wanneer de reserve is uitgeput, een
renteloze lening van het rijk kan worden verkregen. Dat deze lening na verloop
van tijd wordt kwijtgescholden heeft hij echter niet in de regeling kunnen
ontdekken.
Terzake de renovatie van de woningen in de Dr.Ariënslaan zegt hij dat binnen
2 weken een gesprek met de bewoners zal plaatsvinden. De kosten zijn zodanig
hoog gebleken dat een totale renovatie niet verantwoord wordt geacht. Een
beperkte renovatie inhoudende opheffing achterstallig onderhoud en enige
geriefsverbetering zal aan de bewoners worden voorgelegd.
Het lid VAN DE WETERING zegt dat een renovatie tot f 50.000,voor de
helft wordt vergoed door het rijk. Wanneer de reserve niet toereikend is
worden renteloze leningen verstrekt.
Wethouder TROMPERS vraagt zich af of het verantwoord is voor 35 woningen
de algemene bedrijfsreserve op te souperen, dit vooral gelet op toekomstige
renovatieplannen.
Het lid VAN DE WETERING deelt mede dat, ongeacht het aanwezig zijn van
een reserve, toch nieuwe renovatieplannen kunnen worden ingediend, waarvoor
renteloze leningen worden verstrekt.
Die leningen kunnen worden terugbetaald op dezelfde wijze als waarop anders
de reserve zou worden ingevuld. De ervaring heeft geleerd dat dergelijke
leningen veelal na verloop van tijd worden kwijtgescholden, aldus spreker.
Wethouder TROMPERS antwoordt dat vooral deze laatste opmerking nader
zal worden onderzocht. Wanneer dit hard gemaakt kan worden zal hierop worden
teruggekomen.
-43-
Met betrekking tot de motie inzake Caldic stelt hij hieraan geen behoefte te
hebben aangezien volgende raadsvergadering de invulling van de industrie
terreinen ter discussie wordt gesteld. Hierna komt pas de grondverkoop aan
Caldic aan de orde.
De VOORZITTER merkt op dat deze opmerking geheel overeenkomt met de
strekking van de motie.
Het lid VAN DE WETERING deelt mede dat de motie alsdan wordt ingetrok
ken.
Wethouder TROMPERS stelt vervolgens dat de opmerking van de P.v.d.A.-
fractie dat de laatste vergadering van de energiebesparingscommissie op 25
april 1980 is geweest, niet juist is.
De laatste vergadering is namelijk in november gehouden.
Het lid VAN DE WETERING zegt na 25 april geen enkel verslag meer te
hebben ontvangen.
Wethouder TROMPERS deelt mede dat hij dit intern zal nagaan.
De VOORZITTER merkt nog op dat de zorg voor de plaatselijke aannemers
door het college wordt gedeeld.
Hij zal met wethouder Kamp onderzoeken of hier initiatieven van gemeentewege
ontwikkeld kunnen worden.
Hij is tenslotte van mening dat het ondoenlijk is nu uitputtend in te gaan
op de prioriteitenlijst.
Het lid HÜRKMANS stelt voor de voorgestelde wijzigingen in de prioritei
tenlijst onderwerp van bespreking te maken in de commissie financiën.
Daarop kan een totaal beeld gevormd worden van de financiële situatie.
Het lid DIJKERS kan met dit voorstel akkoord gaan. Wellicht kan vanuit
de commissie een eensluidend voorstel terzake aan de raad worden gedaan.
Het lid KRIJNEN is van mening dat de prioriteitenlijst een beleidszaak
is waarover in de raad een besluit genomen moet worden.
De VOORZITTER merkt op, dat de commissie beleidsvoorbereidend werkt en
dat de feitelijke wijzigingen aan de raad worden voorgelegd.
Het lid KOKKE is het eens met het vqorstel van de leden Hurkmans en
Dijkers.
Het lid VAN DE WETERING deelt voor de goed orde mede dat de motie inzake
de woningbouw, gelet op de toelichting, wordt ingetrokken.
Geen der leden wenst hoofdstuksgewijze of artikelsgewijze behandeling van de
begroting zodat zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van burge
meester en wethouders wordt besloten.
4. Voorstel tot wijziging van de begroting
van de algemene dienst 1981alsmede tot
vaststelling van het bedrag per leerling
voor het gewoon lager onderwijs voor het
jaar 1981, als bedoeld in artikel 55 bis
van de Lageronderwijswet 1920.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van
burgemeester en wethouders.
5. Sluiting.
De VOORZITTER sluit de vergadering met het bij reglement van orde voor
de vergaderingen van de raad voorgeschreven gebed.
/Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
Van 10 februari 1981.
o :vA
t:vN
c:
secretaris,
aJ.A.A.van der Smissen)
de voorzitter,
(mr. F^Jtëijnders