-28-
Energie
Dat u de P.v.d.A. beticht van een negatieve benadering is uw typische manier
van reageren. Dit doet u terwijl u in uw beleid alleen maar gedane raadsbeslui
ten memoreert en u nalaat een toekomstvisie te ontvouwen.
Los daarvan een 3-tal punten:
- het niet opnemen in de begroting van de konsekwenties van een positieve eva
luatie van de proef met de openbare verlichting in Krooswijk: in plaats van
een FM-post dient een raming te worden gegeven.
- het nalaten in uw beleid het plan op te nemen van de te isoleren woningen;
het doen van mededelingen in de commissie gemeentebedrijven is geen raads
besluit.
- het feit (|a| de laatste vergadering van de energiecommissie op (schrik niet)
25 april/heeft plaatsgevonden.
Bestemming uitkering historische stadsstructuur
Uw argumentatie om de bedoelde -uitkering in zijn geheel naar het grondbedrijf
te brengen is uitvoerig en niet onlogisch opgebouwd.
Wij stellen er echter tegenover, dat indien men spreekt over historische
stadsstructuur, men niet beperkt moet denken aan reconstructies van straten,
pleinen en aan rioolverbetering.
Wij vinden dat onder deze term veel meer te vangen is, b.v. gevelaanzichten,
restauratie van panden, cultuurhistorische werken etc.
Om deze zaken niet teveel op de achtergrond te stellen is het ons inziens nood
zakelijk dat daar gelden voor gereserveerd worden en blijven.
Als tweede argument stellen wij nogmaals, dat een blijvende splitsing in his
torische stadskern en grondbedrijf, een zuiverder beeld geeft van de reserves
en dus van de mogelijkheden.
Wij hopen dat u deze argumentatie overneemt en de huidige situatie zo laat
voortbestaan.
Prioriteiten
Wij blijven bij onze voorgestelde veranderingen van de prioriteitenlijst,
waarbij wij opmerken, dat hier en nu een uitspraak daarover gedaan moet worden
Voor ons uitschuiven heeft geen zin.
In onze eerste instantie vindt u de wijzigingen.
Tot slot, mijnheer de voorzitter,
Terugblikkend op uw beleidsnota en uw antwoord in eerste instantie, moeten wij
constateren, dat dit meer ambtelijke uiteenzettingen waren, dan stukken waarin
uw eigen politieke visie werd uiteengezet.
Dit beeld wordt nog eens bevestigd, doordat vele zaken doorgeschoven worden
naar commissies, terwijl verwacht mocht worden dat u zelf met nieuwe aanzet
ten van beleid zou zijn gekomen.
Als een politiek college bent u dat eigenlijk wel verplicht te doen, zowel
naar de raad toe, als naar uw ambtenaren, die ook gebaat zijn bij een duide
lijk gericht beleid.
Wij hopen, dat de aanzetten door onze fractie gegeven, door u overgenomen
worden.
Wij willen besluiten, de ambtenaren te danken voor het vele werk dat door
hen verricht is".
Vervolgens spreekt het lid Dijkers:
Mijnheer de voorzitter,
"Wanneer wij ons vandaag, wat de heer Schipper zo graag zou willen, zouden
beperken tot die zaken uit onze Algemene beschouwingen waarop wij geen of
onvoldoende antwoord kregen, dan nog zouden wij veel tijd nodig hebben, want
dat zijn er nogal wat.
Wij willen echter nog een stap verder gaan en ook uw nieuwjaarstoespraak van
vorige week bij deze tweede instantie betrekken.
-29-
In deze nieuwjaarstoespraak dit jaar geen Griekse wijsgeren of oude Chileen
se gezegdes, maar slechts twee simpele gedichtjes van Toon Hermans. U zoekt
het dus kennelijk dichter bij huis.
Wij willen dit voorbeeld volgen, en ons beperken tot slechts een oeroudNederlands
gezegde, dat luidt: Bezie eerst de balk in uw eigen oog, aleer de splinter
in het oog van een ander op te merken. Dat is geen kritiek op u, of op uw
nieuwjaarstoespraak, integendeel. Maar wij willen hiermee zeggen, dat we
het echt niet zo ver van huis hoeven te zoeken, als u dat deed vorige week.
Laten we nu simpelweg eens kijken naar dat kleine speldeknopje op de land
kaart, dat Zevenbergen heet, en waarvoor wij de bestuursverantwoordelijkheid
dragen.
Laten we/afie thema's uit uw nieuwjaarstoespraak nu eens projekteren op dit
Zevenbergen.
Allereerst dan wat u noemt afleidingsmanoeuvres, uit onmacht om de werke
lijke problemen op te lossen. Wat in Den Haag gebeurt,gebeurt ook hier in
Zevenbergen: loven en bieden, uit politiek gewin. Wij beperken ons hierbij
echt niet uitsluitend tot kritiek op anderen, maar zijn best bereid daar-n
naast ook de hand in eigen boezem te steken. IJ wilt natuurlijk voorbeelden
horen, welnu, die zijn er te over:
Wij maken ons druk over de prijs van volkstuintjes, 18 cent of 20 cent per
meter, maar de grondprijzen in ons centrum rijzen de pan uit, omdat we ons
centrumplan niet van de grond kunnen krijgen.
Bij het verzoek tot vestiging van een drankenhandel maken we ons druk over
het toenemende alcoholgebruik, terwijl we daarnaast onze jeugd zo vrij laten
dat ieder weekend vernielingen worden aangericht, om van erger nog maar niet
te spreken. We staren ons jarenlang blind op Hazeldonk, terwijl ondertussen
een slimme projectontwikkelaar heel Lindonk voor onze neus wegkoopt.
We discussiëren over de vraag, of nu standbeeld A, B of C op de Markt moet
komen te staan, terwijl rondom ons heen, onder de deskundige leiding van
de heren Wissing en van Rhoon, ons hele centrum naar de vaantjes wordt ge
holpen.
We maken ons druk over 2 of 4 tennisbanen, ineens of gefaseerd, terwijl met
in staat zijn, een vereniging, die daar al tien jaar om vraagt, aan een
fatsoendelijke accommodatie te helpen.
We ontketenen een heksenjacht op bedrijven, die ineens, nadat vele, vele
jaren niemand daar last van had, plotseling allerlei overlast blijken te
veroorzaken. Vroeger was heel Zevenbergen blij, als je de Suikerfabriek
weer kon horen en ruiken, want dat betekende brood op de plank. Tegenwoordig
vallen we ineens flauw van de stank, en kunnen niet slapen van de herrie.
We dwarsbomen een Caldic in zijn uitbreidingsplannen, die toch een stukje
werkgelegenheid mee zal gaan brengen. Maar we zijn met z'n allen niet in
staat, om de ook in Zevenbergen steeds verder toenemende werkloosheid terug
te dringen. U ziet het, ook hier in Zevenbergen afleidingsmanoeuvres te over.
Het tweede thema -uit uw nieuwjaarstoespraak, de schijnwelvaart.
Of, zoals wij het in onze algemene beschouwingen genoemd hebben, het sociale
paradijs op het economische kerkhof.
U weet, wat wij al vele malen gesteld hebben; de enige manier, om onze
nationale economie weer gezond te maken, is werken aan een goed draaiend
bedrijfsleven, dat zoveel mogelijk mensen werk biedt. Slechts dan zijn wij
in staat, om ons sociale voorzieningenpakket te handhaven. Slechts dan zal
de welvaart, zoals wij die nu kennen, ook leiden tot welzijn, en pas dan
zal er sprake zijn van échte welvaart. Welvaart, die niet leidt tot welzijn,
is inderdaad schijnwelvaart. We hebben het allemaal zo goed in Nederland,
in materieel opzicht althans. Als we het zelf niet meer kunnen betalen, be
taalt de overheid het immers wel. Maar welzijn is nog mijlenver te zoeken,
in een maatschappij, waar je 's avonds op straat gemolesteerd wordt, waar
je eigendommen worden gestolen of vernield, waar overal tegenaan geschopt
wordt, zonder dat de schoppers zelf weten, waarom.