4
I
-223-
Het is ons bekend dat niet iedereen even enthousiast is over onze renovatie
plannen. We kunnen echter eerst met de bewoners gaan praten als het gehele
plan bekend is en ook door het Ministerie akkoord bevonden is.
Vragen als: wat gebeurt er precies in mijn woning, wat wordt de huurverhoging,
hoe lang duurt alles, hoe geschiedt de tijdelijke huisvesting etc., moeten
we kunnen beantwoorden, anders heeft een bewonersvergadering geen zin.
Enkele oudere bewoners hebben reeds te kennen gegeven te willen verhuizen
naar een bejaardenwoning, één te renoveren woning staat leeg en er komt
waarschijnlijk binnenkort nog een renovatiewoning leeg.
Kortom we kunnen de balans pas opmaken nadat we alle bewoners gesproken
hebben.
vraag 2.
Het verwondert ons dat u alleen negatieve berichten bereiken over de reno
vatie. De vraagstelling gaat er niet van uit dat enig overleg met de be
woners heeft plaatsgevonden. Immers tijdens een bewonersvergadering op 26
februari 1980 en tijdens de bewonerscommissievergaderingen op 3 en 31 maart
1980 hebben we reeds een opbouwwerkster uitgenodigd in de persoon van
mevr. van Baars van het N.C.I.V.; dat is ter begeleiding van de bewoners.
Eerst toen er sprake kwam van het buitengewoon onderhoudsplan, waarbij de
bewoners hun woning niet behoefden te verlaten, hebben we de opbouwwerkster
niet meer uitgenodigd, waarmede toen de bewonerscommissie kon instemmen.
Overigens is het niet de taak van een opbouwwerkster om de bewoners te
begeleiden tijdens de voorbereiding van de plannen, maar tijdens de uitvoe
ring van het werk.
Uiteraard zijn wij voornemens om deze begeleidster weer uit te nodigen, zodra
het plan is goedgekeurd"
Eveneens van de P.v.d.A.-fractie zijn de volgende vragen ingekomen:
"Volgens art. 238 lid 1 van de gemeentewet dienen Burgemeester en Wethou
ders aan de raad minstens vier maanden voor de aanvang van een nieuw
begrotingsjaar de begroting aan te bieden.
Conform het gestelde in art. 37 lid 1 van het reglement van orde voor de
vergaderingen van de gemeenteraad verzoeken wij u te antwoorden op de volgende
vragen
1. Waarom hebt u nog steeds niet voldaan aan het gestelde in art. 238, lid 1
van de gemeentewet?
2. Wanneer denkt u met de raad over de oorzaken en gevolgen van dit verzuim
te overleggen?"
De VOORZITTER antwoordt als volgt:
"1. Om een zo juist mogelijk inzicht te verkrijgen in de financiële positie
van de gemeente in het komend jaar is bij het ramen van een aantal
posten op de ontvangst van de circulaires van de staatssecretaris van
binnenlandse zaken over de uitkeringen uit het gemeentefonds gewacht.
Deze circulaires werden op 29 juni en 26 augustus ontvangen.
Na verwerking van de verstrekte gegevens bleek geen sluitende begroting te
kunnen worden geconcipieerd.
In onze vergadering van 14 oktober besloten wij de raad een aantal voorstel
len te doen om het tekort te dekken.
Een aantal van die voorstellen moesten nadien nog financieel worden ver
taald. De voorstellen zullen in ontwerpwijzigingen worden verwerkt.
Met het typewerk kon intussen worden begonnen.
-224-
2. Het werk is thans zo ver gevorderd, dat de ontwerp-begrotingen met
aanbiedingsbrief, beleidsnota en ontwerp-wijzigingen in de vergadering
van de raad op 8 december officieel kunnen worden aangeboden.
De uitreiking van de stukken aan de leden van de raad zal zeker véér
eind november plaats kunnen vinden.
Het streven van burgemeester en wethouders is er op gericht de ontwerp
begrotingen voor de komende jaren aan te bieden op een tijdstip, dat
vaststelling vóór 1 januari mogelijk wordt"
27. Sluiting.
De VOORZITTER sluit de vergadering met het bij reglement van orde
voor de vergaderingen van de raad voorgeschreven gebed.
van
Aldus vastgesteld in de openbare vergade
ring van 8 december 1981
o:vA