-192- De burgemeester dient steeds meer te zijn de teamleider, die ertoe bijdraagt zodanige verhoudingen te scheppen, dat een goed en vruchtbaar bestuur mogelijk wordt en dat bij het besturen ieder tot zijn recht komt, met andere woorden dat hij ook harmoniserend werkzaam is. Ik schets hier een ontwikkeling, welke in veel gemeenten de afgelopen jaren heeft plaats gevonden. Ik neem aan en dat is wellicht wat eufe mistisch uitgedrukt, dat deze landelijke ontwikkeling ook niet aan Zevenbergen is voorbijgegaan. Ik zal er in ieder geval naar streven in vorenbedoelde zin als raadsvoorzitter, als burgemeester van Zevenbergen werkzaam te zijn. Dames en Heren leden van de raad, we staan aan het begin, of beter gezegd in het begin van de jaren tachtig, jaren, welke zeker niet gemakkelijk zullen zijn. Het voorbije decennium, de zeventiger jaren, is in ons land zonder meer gekenmerkt door welvaart, zij het voor de een minder, de ander meer. Hoewel de economische conjunctuur halverwege de 70er jaren allerwege begon terug te lopen kon in ons land mede dankzij het aardgas, het hoge niveau van bestedingen van overheid en particulieren gehandhaafd c.q. uitgebreid worden. Vanaf het midden der zeventiger jaren werd wel gewezen op de noodzaak van matigen etc. doch nu moet worden geconstateerd dat het eigenlijk allemaal pas begonnen is. De voorbije jaren hebben ons, dacht ik, ook duidelijk laten zien dat welvaart alleen de mens niet altijd tevreden maaktGezegd, is wel dat welzijn zonder welvaart niet goed mogelijk isanderzijds is echter gebleken dat het leven in een welvaartsmaatschappij, zeker wanneer men aan de welvaart gewend raakt -en zulks is in toenemende mate van jongs af aan het geval- niet meer als zodanig beleefd wordt. De praktijk heeft uitgewezen dat een steeds grotere spanning gaat ontstaan tussen de behoeften van de mensen en de mogelijkheid tot realisering daarvan, met alle gevolgen vandien. Nu staan we dan voorde naar te verwachten, althans zeker relatief magere jaren tachtig. Deze jaren zullen ook voor het lokaal bestuur zeker niet gemakkelijk zijn. De sterke recessie, met de zeer hoge werk loosheid en de grote bezuinigingen -inmiddels aangevangen- zullen het lokaal bestuur voor grote problemen stellen. Er zal van u visie en moed gevraagd worden om de problemen zoveel als mogelijk is het hoofd te bieden. Er zullen heel duidelijk prioriteiten moeten worden gesteld, er zal veel vaker nee dan ja moeten worden verkocht. Kortom, het zal lang niet eenvoudi zijn, maar moge het daarom wellicht een prikkel, een uitdaging zijn, een bestuurlijke uitdaging om de zaken in het goede spoor te houden. Ik hoop dat we dit samen in een positief en constructief overleg kunnen doen. Heren wethouders, Van enorm belang voor een gemeente zijn de verhoudingen binnen het college van burgemeester en wethouders. Wanneer de verhoudingen binnen het college goed zijn, wanneer dit college een werkelijk team is, wanneer in dit colleg een onderlinge vertrouwensband bestaat, is dit een erg goede zaak voor de gemeente. Ik zeg u gaarne toe, Mijne Heren, dat ik met alle kracht zal streven naar deze goede samenwerking binnen het college. Ik hoop dat wij samen als een werkelijk team vele initiatieven mogen nemen, veel plannen mogen maken om zo gezamenlijk vruchtbaar te kunnen werken aan de belangen van de gemeente Zevenbergen. -193- Mijnheer de secretaris. Heb ik hiervoor gesteld dat de verhoudingen binnen het college van burgemeester en wethouders van groot belang zijn, hetzelfde geldt in minstens g-lijke mate voor de verhouding tussen de secretaris en de burgemeester, te meer, daar zij al is het vanuit een enigszins andere invalshoek en met een voor ieder eigen verantwoordelijkheid, als full-timer op het gemeentelijk beleidsvlak werkzaam zijn. Het is dan zaak ervoor te zorgen dat de wederzijdse verhouding net respect voor ieders eigen verantwoordelijkheid goed is. Ik hoop secretaris op uw medewerking in deze te kunnen rekenen, van de mijne kunt u verzekerd zijn. Dames en heren ambtenaren. Ook ten aanzien van u hoop ik op een goede en plezierige samenwerking. Ik ben er me van bewust dat, als gevolg van de toegenomen politisering- van het bestuur, de positie van de ambtenaren er de afgelopen jaren niet gemakkelijker op geworden is. Voorkomen dient te worden dat ambtenaren hierdoor in hun werk- en persoonlijke situatie in de knel komen. Yat lk/ooral van u op pri5s zal stellen, is dat u met ideeën, suggesties initiatieven komt, kortom dat u inbreng hebt. U kunt van mij verwachten dat ik voor zulk een inbreng altijd geheel open zal staan. Dames, en Heren ambtenaren, ik heb een.7-tal jaren bij een u niet onbekende ambtenarenorganisatie gewerkt, een groot deel ervan ter behartiging van de belangen van gemeente-ambtenaren, ook hier in de gemeente Zevenbergen, al is dat dan al weer een hele tijd geleden. Ik mag dus wel zeggen dat ik ongeveer wel weet wat er onder u leeft. IJ kunt er verzekerd van zijn dat u bij mij altijd een open deur zult vinden. Heren politie-autoriteiten. Ik spreek de hoop uit dat er ook tussen ons in de toekomst een goede samen werking zal zijn. Ik zal hieraan alle aandacht schenken en ik zie ons regel matig contact met vertrouwen tegemoet. Heren vertegenwoordigers van de pers. In het Oost-brabantse heb ik de contacten met de pers in de afgelopen jaren als goed en positief ervaren. Ik heb daar welbewust gestreefd naar een grote openheid ook ten opzichte van de pers. Zij heeft daar op haar beurt een gewetensvol gebruik van gemaakt en nooit misbruik. Ik hoop en vertrouw ook hier op een goede open relatie met de pers. Dames en heren. In de aanvang van deze toespraak heb ik gezegd dat mijn vrouw en ik blij zijn dat ik het mooie ambt van burgemeester mag gaan vervullen hier in het aantrekkelijke Brabantse Zevenbergen. Ik hoop dat het mij gegeven moge zijn op vruchtbare wijze de belangen van de gemeente Zevenbergen en haarinwoners te behartigen. Ik dank IJ. 5. Toespraak van mevrouw P.J.Krijnen-Boot, namens de gemeenteraad "Burgemeester Seelen, Mevrouw Seelen, Dames en Heren, nog nie O zo lang geleden, om precies te zijn twee en een halve maand, dat wij hier afscheid mochten nemen van burgemeester Reijnders, de gaande man

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1981 | | pagina 102