m t -83- Spreker vraagt zich af of het college in 1977 wel terzake kundig was terwijl dit in 1979 kennelijk niet het geval isa. Daarbij komt aldus spreker dat in 1977 is gesteld dat met voortvarendheid overleg over een bestrijdingsplan met de diverse instanties zal worden gepleegd. Hij acht deze gang van zaken onbevredigend en vraagt in het kader van het eerder noodzakelijk geachte bestrijdingsplan, wat met de genoemde voortvarendheid bedoeld wordt. Vervolgens merkt hij op dat een gedeèlte van het onderhavige bedrijf niet gedekt is door een hinderwetvergunning en -blijkens de stukken- met toestemming van het ge meentebestuur in bedrijf is. Dit zonder dat iets wordt gedaan aan de bescherming van de omgeving. Het college mag zijns inziens niet vragen zo'n beleid voor kennisgeving aan te nemen. Hij dringt er op aan dat het bestrijdingsplan met spoed in gereedheid wordt gébracht. Tevens vraagt spreker toepassing van art. 28 hinderwet ten aanzien van het zonder vergunning in werking zijnde gedeelte van het bedrijf. Met betrekking tot punt H12 zegt hij dat het college blijkbaar een andere mening heef over het bijwonen van fraktievergaderingen door de achterban, dan de raad en ook de commissie ad hoe destijds. Wethouder TROMPERS antwoordt dat met tennisclub "de Lobbelaer" zeker overleg zal worden gepleegd, doch dat eerst deze raadsvergadering afgewacht moest worden, gelet op de prioriteitenstelling, die nog aan de orde komt. Hij is overigens van mening dat de probleemstelling enigszins overtrokken is door de tennisclub. Er zijn over de uitbreiding namelijk nog geen definitieve beslissingen genomen. Terzake de locatie van het woonwagencentrum stelt de VOORZITTER dat het col lege de aangewezen locatie wenst te handhaven. Met betrekking tot de opmerkingen van het lid Huijssoon inzake de herindeling van Langeweg zegt hij niet te zien hoe op dit moment 'nog invloed uitgeoefend kan worden. Wel zal waar mogelijk worden aangedrongen op uitvoering van het Zeven- bergse standpunt, in het belang van Langeweg. In antwoord op vragen van het lid Dijkers zegt hij dat een gesprek met de minister van economische zaken over het industrieterrein Moerdijk in voorbereiding is. Terzake de bestuurlijke reorganisatie is hij van mening dat gewacht moet worden op een nader standpunt van de minister. Met betrekking tot de branche-verdeling in de Al-markt merkt hij op dat regel matig controle zal plaats vinden teneinde de nu bereikte verhouding te continueren. Verwijzend naar de opmerkingen over de toegezegde nota inzake het energiebeleid merkt wethouder TROMPERS op dat hiervoor reeds diverse gegevens verzameld zijn doch dat het wenselijk is de nota van de V.N.G. af te wachten die hierover binnenkort zal verschijnen. In augustus of september zal echter zeker de gevraagde notitie worden aangeboden. Ten1 aanzien van de routering gevaarlijke stoffen deelt hij mede dat terzake om een gesprek met de provincie is gevraagd wat 3 juli a.s. zal plaatsvinden, aldus spreker. Op de vraag van het lid Dijkers inzake het parkeerprobleem van vrachtwagens in Zevenbergschen Hoek antwoordt hij dat het moeilijk zal zijn een tijdelijke opslag plaats- te vinden voor de materialen van rijkswaterstaat. Men is echter bezig met de realisatie van een andere definitieve opslagplaats. De VOORZITTER merkt ten aanzien van het gebruik van kringlooppapier op dat, zover het verantwoord is, hiervan gebruik gemaakt zal worden. Aangaande de aanwezigheid bij fraktievergaderingen antwoordt hij een onder scheid te zien in vaste adviseurs die regelmatig^ ondersteunend, de fraktievergade ringen bijwonen en belangstellenden.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1979 | | pagina 83