-75- 1J. Voorstel tot verkoop van bouwgrond aan de heer A.Franken ten behoeve van de bouw van een premie woning in de Wieken te Zevenbergschen Hoek. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burge meester en wethouders. 14. Voorstel tot het voteren van een krediet t.b.v. de aankoop van grond en opstallen in plan De Molen II eigendom van A.Franken. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burge meester en wethouders. 15. Voorstel tot vaststelling van een raamverordening t.b.v. de instelling van inspraakbegeleidings commissies. Het lid mevrouw KRIJNEN-BOOT vindt de omschrijving in artikel 8 niet helemaal logisch. Er wordt haars inziens te veel een parallel getrokken met de commissie Ruimtelijke Ordening. Zij voelt meer voor de formulering: "de vergaderingen zijn openbaar, mits burgemeester en wethouders van oordeel zijn, dat de onderwerpen zich niet lenen voor openbaarheid". Het lid KRIJNEN heeft moeite met artikel 12, lid 2. Hij is namelijk van mening,- dat ook de minderheidsadviezen aan b en w kenbaar gemaakt moeten kunnen worden. Deze kunnen zijns inziens evenzo waardevol zijn als meerderheidsadviezen. Spreker vraagt in die zin een wijziging aan te brengen. Het lid DIJKERS ondersteunt de woorden van mevrouw Krijnen-Boot Het lid MAKKINK vindt de voorliggende verordening een goede stap in de richting van het betrekken van de burgers bij het bestuur. Artikel 4, lid 2, stelt dat de leden, niet zijnde raadsleden, van de inspraakbegeleidingscommissie, worden be noemd door burgemeester en wethouders. Spreker merkt op, dat uit de eerder gevoer de diskussie is gebleken, dat de raad zich de benoeming van de leden wenste voor te behouden. Hij stelt voor artikel 4, lid 2, in die zin te wijzigen. Aangaande artikel 12, lid 2, is hij van mening, dat de volstrekte meerderheid van stemmen geldt voor de leden, die op dat moment aanwezig zijn. Spreker is met de heer Krijnen van mening, dat minderheidsstandpunten eveneens meegenomen moeten worden. Ten aanzien van artikel 8 merkt hij op, dat alles wat in de inspraakbegeleidingscommissies wordt ingebracht vanuit de insprekers komt en dus in alle openbaarheid geschiedt. Hij is met mevrouw Krijnen-Boot en de heer Dijkers van mening, dat het accent in dit artikel op de openbaarheid gelegd moet worden. De SECRETARIS merkt op, dat over de in artikel 8 aan de orde zijnde openbaar heid uitvoerig in de commissie ad hoc is gediskussieerd. Hij zegt, dat is uitgegaan van een commissie van advies en bijstand aan burgemeester en wethouders en dus is uitgegaan van in principe beslotenheid. Met betrekking tot artikel 12 merkt hij op, dat dit niet inhoudt, dat bij volstrekte meerderheid van stemmen alle leden vertegenwoordigd moeten zijn. Het meenemen van minderheidsstandpunten blijft zijns inziens, zoals gebruikelijk, altijd mogelijk. Terzake de benoeming van de leden, genoemd in artikel 4, lid 2, antwoordt hij, dat de raad zich deze benoeming kan voorbehouden. Het is duidelijk een beleids keuze. Gelet op de conceptie van de commissie is het echter niet gebruikelijk. De VOORZITTER zegt, dat het college bereid is artikel 4 te wijzigen in die zin, dat de leden op voorstel van burgemeester en wethouders door de raad worden benoemd. Het lid mevrouw KRIJNEN-BOOT acht de argumentatie met betrekking tot de beslo tenheid, genoemd in artikel 8, niet overtuigend. Het betreft hier in feite een commissie ad hoc die zich gaat bezighouden met incidentele inspraaktaken.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1979 | | pagina 75