-59- 18. Voorstel met betrekking tot de discussienota voor de ontwerpreactie Nota Ruimtelijke Hoofd structuur van Stadsgewest Breda. Het lid mevr.KRIJNEN—BOOT vindt de nota voor de ontwerpreactie een goed stuk. Zij heeft wel enige moeite met de zinsnede midden in blz. 1 waar wordt gesproken over opvang van werkers op het industrieterrein Moerdijk, omdat aldus teveel vanuit de groeigedachte wordt geredeneerd. Bij een ongunstige ontwikkeling komt haars inziens de totale woonfunktie van Zevenbergen in gevaar en niet enkel die ten be hoeve van de werkers op het moerdijkterrein. Spreekster is verder van mening dat men bij versterking van de stedelijke woon funktie niet ontkomt aan het bouwen in de periferie. Zij is het eens met de stel ling dat er op korte termijn duidelijkheid moet komen over het dorpenplan, waar de nota ruimtelijke hoofdstruktuur melding van maakt. Het provinciaal beleid moet er op gericht zijn de nadelige effecten voor een dorps gemeenschap zoveel mogelijk af te zwakken. Spreekster is nog steeds van menirïg dat een van de voorwaarden bij het voeren van een vestigingsbeleid voor bedrijven is, het kunnen beschikken over voldoende woon ruimte voor de werknemers van die bedrijven. Bij het huidige beleid kan daar nauwelijks aan worden voldaan. Zij past voor een beleid waarbij Zevenbergen enkel wordt opgescheept met milieubelastende en kapitaalintensieve bedrijven. Ten aanzien van de verkeersproblematiek wil zij hierbij nog betrekken het door bureau van Roon uitgebrachte verkeersrapport. Zij constateert hierbij een verschil in beleid tussen rijk en provincie terzake het plannen van wegen van eerste orde. Zij ondersteunt in dit verband de opmerking dat eerst een gefundeerd onderzoek verricht moet worden om tot een verantwoorde beleidskeuze te komen. Spreekster acht het nuttig dat het verkeersrapport mede ter beschikking wordt ge steld aan het provinciaal bestuur. Het lid KRIJNEN acht de funktie-indeling voor Zevenbergen reeds onaanvaardbaar gewijzigd. Door het gewijzigde industrialisatiebeleid en de groeiklasse-indeling wordt Zevenbergen zijns inziens als gemeente haast onbestuurbaar. Men moet naar zijn mening vasthouden aan de eis van arbeidsintensieve bedrijven op het Moerdijkterrein en de daaraan gekoppelde groeiklasse-indeling. Hierdoor kan Zevenbergen bestuurbaar en bewoonbaar blijven. Het lid SCHIPPER heeft grote bezwaren tegen de ongebreidelde uitbreiding van steden zoals momenteel b0v0 in de Haagse Beemden plaatsvindt. In het kader van de werkgelegenheid voor West-Brabant acht hij het belangrijk dat de trekkersfunktie van het industrieterrein Moerdijk blijft gehandhaafd. De doortrekking van de Maasroute naar rijksweg 16 acht spreker zonder meer nood zakelijk. Voor wat betreft de doortrekking naar rijksweg 17 wil hij het tracé voor alsnog open laten omdat zijns inziens eerst de noodzaak van deze doortrekking moet worden aangetoond. Met betrekking tot de hoogte van de groeiklasse kan hij moeilijk een uitspraak doen. De grote vraag is zijns inziens waar de mensen het liefst willen wonen. Hij vraagt zich af hierin een taak voor de overheid is weggelegd. Spreker vindt het jammer dat in de nota zo weinig aandacht is geschonken aan het zgn. dorpenplan. Hij acht het tenslotte van groot belang dat er een nota komt over de industrieter reinen, dit in het kader van een gespreide werkgelegenheid. Het lid DIJKERS vraagt of buiten de reactie van het stadsgewest ook nog een reactie van de raad afzonderlijk naar de provincie wordt gezonden. Het met dit onderwerp toch wel samenhangende rapport van bureau van Roon vindt hij een goed stuk. Spreker betwijfelt echter, gezien de reacties van de provincie, of de doortrekking van de Maasroute binnen afzienbare tijd gerealiseerd kan worden.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1979 | | pagina 59