GEMEENTE ZEVENBERGEN -49- Notulen van.de vergadering van de gemeenteraad, gehouden op 10 april 1979 om 19.30 uur. Aanwezig de leden: mevr. P.J.Krijnen-BootC.Huijssoon, A.A.M.Wijne, G.A.Krijnen, S.J.Schipper, A.J.Beljaars, J.P.M.Kokke, mevr. A.Schrauwen- Schouwenaars, A.G.C.Dijkers, G.M.H.Hurkmans, J.v.d. Wetering, R.Makkink, C.J.Trompers en G.H.Kamp. Voorzitter: mr.P.Reijnders Secretaris: J.A.A.van der Smissen Afwezig met bericht van verhindering: F.M.v.d.Donk 1Opening. De VOORZITTER opent de vergadering met het bij reglement van orde voor de vergaderingen van de raad voorgeschreven gebed. 2. Loting volgorde bij eventuele stemming. Het nummer van volgorde bij eventuele stemmingen wordt bepaald op nummer 3 van de presentielijst, zijnde het lid Mevr.Krijnen-Boot. 3. Notulen van de vergaderingen van 13 februari en 13 maart j1 De VOORZITTER stelt eerst de notulen van 13 februari aan de orde. Het lid mevr.KRIJNEN-BOOT merkt o.p dat haar opmerking op blz. 22, 2e alinea, aan gaande de bestuursstruktuur van het stadsgewest Breda, nog aangevuld moet worden met het standpunt dat pleit voor afschaffing van het vetorecht. Tevens komt haars inziens niet duidelijk naar voren dat afvaardiging van burgemeesters, met name voor kleinere gemeenten, mogelijk moet blijven. De VOORZITTER zegt dat een en ander alsnog opgenomen zal worden. Het lid HÜIJSSOON vraagt naar aanleiding van het gestelde op blz. 18, over leveringen aan gemeente-instellingen, hoever het is met het toegezegde advies ter zake. De VOORZITTER antwoordt dat hierover in de eerstkomende vergadering van de commissie economische aangelegenheden gesproken zal worden. Aangaande de notulen van 13 maart zegt het lid VAN DE WETERING dat op blz. 46 de bewering dat de gronden in plan de Molen I en II in handen van de gemeente zijn ge weest niet wordt tegengesproken. Volgens zijn informatie is wel getracht de grond in bezit te krijgen doch is hierop van Gedeputeerde Staten geen goedkeuring verkregen kunnen worden omdat geen bestem mingsplan in procedure was gebracht. Spreker vraagt waarom bedoelde procedure zo lang is blijven liggen. De VOORZITTER zegt dat er een verschil van inzicht was met de provincie over de situering van de uitbreiding in Zevenbergschen Hoek. Uiteindelijk onderschreef Gedeputeerde Staten de zienswijze van de gemeente, zij het na enkele jaren. Het lid SCHIPPER zegt naar aanleiding van punt 5 op blz. 37 dat bij de grond- verkoop voor garagebouw nabij de Prisostraat door het college is toegezegd dat medewerking verleend zou worden bij de te verlenen bouwvergunningen. Spreker mist dit in de notulen.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1979 | | pagina 48