-42- Een groot aantal vraagtekens blijft overeind staan ten aanzien van de financiële vertaling van de prioriteitenlijst, waar de onderhavige kwestie nauw mee samen hangt. Spreker blijft volledig achter de prioriteitenlijst staan en vraagt om de gegevens ter realisering hiervan binnen enkele maanden aan de raad aan te bieden. Het lid KRIJNEN handhaaft eveneens de prioriteitstelling ten aanzien van het overdekt zwembad. De oplegging van een belastingverhoging van 25 is zijns inziens een moeilijk zaak. Nagegaan moet worden in hoéverre andere bezuinigingen mogelijk zijn en of een eventuele belastingverhoging gefaseerd ingevoerd kan worden. Spreker stelt resu merend akkoord te gaan met een beleid, gericht op een volwaardige zwemakkommodatie met een eventuele gefaseerde belastingverhoging ter financiering hiervan.- Het lid VAN DE DONK is eveneens van mening, dat de genoemde belastingverho ging een onverteerbare zaak is. Spreker sluit zich aan bij de vraag naar alter natieve dekkingsplannen en bij de suggestie om de kapitaallasten zoveel mogelijk te drukken. De C.D.A.-fraktie is echter niet genegen ten koste van alles een overdekt zwembad te realiseren. Wethouder TROMPERS zegt, dat het onderhavige punt enkel een infor- matiestuk is, wat later als een afgerond voorstel terugkomt in de raad. Ten aanzien van de genoemde prioriteiten stelt hij, dat deze niet los gezien kunnen worden van eventueel te verkrijgen subsidies. Spreker acht het niet verstandig op basis van de door het lid Makkink genoemde cijfers een besluit te nemen. Daarbij komt dat er nog diverse projekten zijn, die niet op de prioriteitenlijst staan, doch die eveneens uitgevoerd moeten worden. Met betrekking tot de uitkering historische stadskern is hij van mening, dat deze niet te gemakkelijk voor andere doeleinden aangewend mag worden, omdat met toekom stige plannen op dit terrein rekening gehouden moet worden. De suggesties van het lid Makkink zullen bezien worden bij het voorstel aan de raad, aldus spreker. Hij merkt vervolgens op, dat het voorstel te zijner tijd met het financieringsplan in de commissie financieel beheer aan de orde wordt gesteld. Binnen enkele maanden kan de raad het definitief voorstel tegemoet zien. Met diverse sprekers is hij van mening, dat de exploitatielasten teruggebracht kunnen worden door het drukken van de totale investering. In dit kader zou een D.A.C.W.-subsidie zeer wenselijk zijn geweest. Op vragen van diverse leden terzake antwoordt hij, dat middels globale cijfers een financiële vertaling gemaakt zal worden van de prioriteitenlijst. Het lid MAKKINK merkt op, dat het door hem opgestelde dekkingsplan is gebaseerd op het aantal inwoners'van begin 1979. Spreker begrijpt uit de woorden van de wet houder, dat een onderzoek gedaan zal worden naar alternatieve dekkingsplannenHij vraagt hiermee medio mei naar de raad te komen. Terzake de D.A.C.W.-subsidie stelt hij, dat door nu subsidie aan te vragen en de investering over 2 jaar te spreiden de kans op subsidie wordt vergroot. Hij zegt ten aanzien van de historische stadskern dat, voordat hiervoor een uitkering werd ontvangen, voorzieningen in het centrum zijn tot stand gebracht, welke gedekt zijn uit de algemene middelen. Spreker overhandigt tenslotte aan de voorzitter een cijfermatige opstelling van het door hem uitgewerkte dekkingsplan. Het lid DIJKERS is ervan uitgegaan, dat niet kan worden beschikt over een D.A.C.W.-subsidie. Het doen van de onderhavige investering vanuit allerlei reser ves drukt uiteraard de exploitatielasten van het zwembad, doch heeft duidelijk zijn weerslag op andere punten in de begroting, aldus spreker. Die consequentie moet zijns inziens bij het dekkingsplan worden meegenomen. Wethouder TROMPERS antwoordt, dat van de zijde van het college een dekkingsplan verwacht kan worden. Ten aanzien van de subsidiemogelijkheden zegt hij, dat in eerste instantie het zwembad in 1972 als onderdeel van de sporthal is aangekaart als subsidie—object. Later is om subsidietechnische redenen ten behoeve van de sporthal het zwembad hiervan losgekoppeld. In 1974 is het overdekt zwembad wederom ingediend als sub sidie-object. Een toezegging hierover is echter niet op korte termijn te verwachten. Met het lid Dijkers is hij van mening, dat de reserves zeker niet onbeperkt gebruikt kunnen en mogen worden.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1979 | | pagina 42