-3- Het is onze grote zorg in deze Ruimtelijke Hoofdstructuur onze functie en onze taak in de Westhoek van Noord-Brabant in te brengen en gehonoreerd te krijgen. Zoals de zaken er bij de Provincie nu voorstaan, is dat onvoldoende het geval. Wanneer ik dan terugblader in het streekplan-1970 en terugdenk aan de woorden van de Commissaris van de Koningin bij mijn benoeming in december 1970, woorden als: "U moet van Zevenbergen iets maken, Zevenbergen heeft een belang rijke functie in de regio", dan moet ik constateren, dat er niets méér verander baar is dan het beleid van de hogere overheid: de provincie. Nu opeens zou Zevenbergen terug moeten naar een onaanvaardbare groeiklasse. Eerst: bouwen, investeren in gemeenschapsvoorzieningen, uitkeringen versnelde groei -alles overeenkomstig de wensen en de opdracht van het provinciaal bestuur- en dan: stop, geen verdere ontwikkeling en zie maar hoe je er financieel uitkomt. Dat kan natuurlijk niet! Ook van de hogere overheid wordt doordenken en beleid verwacht. Soms denk je wel eens: zou het tóch niet beter zijn, wanneer het provinciaal bestuur dichter bij de problemen en dichter bij de mensen en dus -voor ons- in West-Brabant zou zit ten! Wat de plaats en de functie van de gemeente betreft, wordt in 1979 van het gemeen tebestuur veel verlangd,en terecht! Wat de functie en de plaats van de burgemeester betreft, heeft 1978 veel onduidelijkheid gebracht, overal in den lande, ook in Zevenbergen. Er werden nieuwe raadsleden gekozen, de nieuwe raad gaat vergaderen, nog vóór de instal latie. Er wordt een beleid vastgesteld voor de komende zittingsperiode. Dit beleid wordt -bij motie- bij de voorzitter van de raad gedeponeerd. Hij had er part noch deel aan, maar van hem wordt wel verwacht, dat hij die beleidskar gaat trekken, coördinerend en stimulerend zal gaan optreden. Bij voorkeur zou men ook reeds vooraf de portefeuilles verdelen, en dat gebeurt dan ook hier en daar. Wij willen tegenwoordig de maatschappij hervormen, maar dit stukje hervor ming vraagt dan toch nog wel om een nadere bezinning. Wat is die burgemeester eigenlijk: de benoemde voorzitter van de raad, de uitvoerder van het door de raad vastgestelde beleid, maar wat dan in het college van burgemeester en wethouders, waarin hij stem heeft in de beleidsvoorbereiding, waarin van hem verwacht wordt initiatieven te ontwikkelen? Er is een gezegde: "men moet niet zonder grondige reden veranderen". Ik ben van mening, dat wij gezamenlijk naar die grondige reden zullen moeten zoeken. Hervorming? Ja, natuurlijk, wij zullen altijd moeten blijven hervormen. Een klok moet nooit teruggezet worden en mag ook niet stilstaan. Een klok moet lopen, maar niet alleen bm het lopen. Wij moeten ook nog kunnen blijven zien, hoe laat het is, en er zeker voor waken, dat we de veer niet stuk draaien. Na dit gemeentelijke gedeelte van de toespraak nog een enkele gedachte. En Ik weet het: nu ga ik in de fout. Hoewel? Ik las enige tijd terug in "de Stem", in een rubriek van Cornelis Verhoeven: "Alleen schoenmakers worden uitgenodigd bij hun leest te blijven". Nu geef ik toe, dat buiten je boekje gaan, in dit geval buiten het gemeentelijke boekje gaan, een slechte gewoonte is. Maar men zegt ook wel eens, dat wie geen slechte gewoontes heeft, geen persoon lijkheid is. Wat natuurlijk niet wil zeggen, dat iemand met slechte gewoontes wel een persoonlijkheid is! Ik realiseer mij dat. En als ik dat nog niet wist, heeft de heer Meerbach van het Brabants Nieuwsblad mij dat vorig jaar wel geleerd. De heer Meerbach verweet mij o.m. meten met twee maten, hypocrisie en snorkende eigenwaan en nog veel meer. Ik ben hem daar dankbaar voor, het heeft mij een jaar lang tot grote nederigheid gestemd. Dus nu toch verder maar zwijgen en mij beperken tot Zevenbergse aangelegen heden, zoals de heer Meerbach dat wil? Maar over die Zevenbergse zaken praten wij het hele jaar al. Napoleon zei eens: "vier vijandige kranten zijn meer te vrezen dan duizend bajo netten"

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1979 | | pagina 3