In antwoord op de vragen van het lid van de Wetering zegt de VOORZITTER,
dat het gemeentelijk rampenplan nog niet afgestemd kan zijn op later verschenen
raamwerken, die als model moeten dienen. Overleg hierover met provinciale instan
ties is gaande. Getracht zal worden zo spoedig mogelijk tot het goede model te
komen.
Aangaande de routering ten behoeve van het vervoer van gevaarlijke stoffen wordt
gewacht op een provinciaal plan, waar momenteel aan gewerkt wordt, aldus spreker.
De SECRETARIS merkt met betrekking tot het memorandum reorganisatie binnen
lands bestuur op, dat de minderheidsstandpunten bij de stukken ter inzage hebben
gelegen. Tegen toezending hiervan aan de raadsleden bestaat echter geen bezwaar.
De VOORZITTER antwoordt op vragen aangaande eventuele vestigingen op het
industrieterrein Moerdijk dat, indien dit nodig mocht zijn, zeker aanvullende
voorwaarden gesteld zullen worden voor de container-terminal.
Terzake het distributiecentrum zijn geen mededelingen te doen, omdat dit nog in
een oriënterend stadium verkeert.
Met betrekking tot de kwestie Langeweg is spreker van mening, dat ingegaan moet
worden op de uitnodiging van Gedeputeerde Staten en dat al het mogelijke gedaan
moet worden om de herindeling gerealiseerd te krijgen.
Het lid MAKKINK merkt op, dat dit betekent, dat het college het voorstel
terzake wijzigt.
De VOORZITTER antwoordt, dat in eerste instantie is getracht samen met de gemeente
Terheijden het gewenste resultaat te bereiken. Nu dit niet mogelijk blijkt zal
Zevenbergen hier alleen naar blijven streven.
Wethouder KAMP antwoordt aangaande de fietsbrug over de Mark, dat over een
eventuele subsidie nog niets bekend is. Aangedrongen zal worden op een spoedige
beslissing.
Wethouder TROMPERS deelt in antwoord op de vraag van het lid van de Wetering
mede, dat vrijwel alle provinciale wegen in de bebouwde kom worden overgenomen.
Een en ander zal waarschijnlijk binnen een jaar afgewerkt kunnen worden.
Ten aanzien van de vuilbank zegt hij, dat nog onderhandelingen worden gevoerd met
diverse gemeenten en met het industrie- en havenschap Moerdijk. Binnen afzienbare
tijd kan ook hiervan het resultaat verwacht worden. Met betrekking tot de wijzi
ging van de entré van het gemeentehuis aan de Molenstraat antwoordt hij, dat het
hierdoor vrijkomende bedrag wordt gebruikt voor andere noodzakelijke doeleinden.
Het college was van mening, dat volstaan kon worden met behandeling in de commissie
en dat het niet de bedoeling is geweest om dit in de raad te brengen.
De VOORZITTER acht het voorstel van het lid Makkink ten aanzien van de depu
tatie voor een gesprek met Gedeputeerde Staten persoonlijk een reëele' benadering
als men ervan uitgaat, dat ook het college bij dat gesprek aanwezig is.
Het lid HUIJSSOON kan niet akkoord gaan met het voorstel van het lid Makkink,
omdat daardoor de C.D.A. raadsleden worden uitgesloten.
De VOORZITTER merkt op, dat bij afvaardiging van 4 raadsleden het probdeem is
opgelost.
Het lid HUIJSSOON zegt, dat destijds de motie van het lid Makkink over de
indeling van Langeweg unaniem door de raad is gesteund. Hij stelt dan ook voor
om iedere fraktie een vertegenwoordiger aan te laten wijzen.
Het lid KRIJNEN is van mening, dat een afvaardiging van 4 personen vanuit
C.D.A.P.v.d.A.Hoekse fraktie en V.V.D. voldoende is. Hij wil de C.D.A.-fraktie
hierbij niet uitsluiten.
De VOORZITTER vraagt vervolgens wie door de frakties voor deze deputatie
wordt aangewezen. Door de P.v.d.A. wordt aangewezen het lid Makkink, door de
V.V.D.-fraktie het lid mevr. Schrauwen-Schouwenaarsdoor de Hoekse fraktie het
lid Schipper en door de C.D.A.-fraktie het lid mevr. Krijnen-Boot.
Het lid VAN DE WETERING wil ten aanzien van de vuilbank nog opmerken, dat
4 maanden geleden dit besluit door de raad is geperst, waarbij geen tijd was om
bepaalde zaken vooraf op te pakken. Nu op dit moment een aantal belangrijke gemeen
ten nog geen besluit tot deelname hebben genomen en de tussenliggende tijd onbenut
is gelaten, betreurt hij dit ten zeerste.
Wethouder TROMPERS antwoordt, dat geen enkele invloed uitgeoefend kan worden
