-22- De VOORZITTER merkt op, dat bij het onderhavige punt gesteld zou kunnen worden, dat de bestuursstruktuur van het Stadsgewest in hoge mate afhankelijk is van de bestuurlijke reorganisatie. Aangenomen mag echter worden, dat een be stuurlijke reorganisatie indien die er komt nog heel lang op zich zal laten wach ten. Het is zonder foeer wenselijk zich te beraden over de struktuur van het Stadsgewest voor de komende jaren en daarbij een bijdrage te leveren aan de studie daarover. Het lid mevrouw KRIJNEN-BOOT is met de commissie financiën van mening, dat het een ongelukkig tijdstip is, waarop deze diskussie gevoerd moet worden. Los van het feit, dat zij zich kan vinden in de modellen 2 en 3 is zij van mening dat, gezien de onzekerheid met betrekking tot de toekomstige bestuurssituatie van het gewest, geen fundamentele wijziging van de bestuursstruktuur moet worden doorgevoerd. Ten aanzien van een aantal praktische knelpunten deelt spreekster de mening van het college, dat een en ander aangepast dient te worden. Een uit zondering wil zij maken ten aanzien van de stelling, dat een kwaliteitszetel voor de burgemeester niet noodzakelijk is, omdat afvaardiging van de burgemeester, speciaal in kleinere gemeenten, mogelijk moet blijven. Het lid KRIJNEN merkt op, dat zijn voorkeur uitgaat naar model 3, omdat daarbij zowel de band met de gemeentebesturen als een afspiegeling van de gewes telijke bevolking centraal staan. Spreker heeft geen moeite met landelijke poli tieke frakties in de gewestraad hoewel dit wel tot botsingen kan leiden. Omdat spreker van mening is, dat door model 3 het meest wordt tegemoet gekomen aan de wens om de burgers zo dicht mogelijk bij het bestuur te brengen heeft hij geen behoefte dieper in te gaan op de andere modellen. Het lid SCHIPPER geeft eveneens de voorkeur aan model 3. Hij heeft daarbij wel moeite met het voorstel ten aanzien van de full-time voorzitter, omdat daar door zijns inziens een verwijdering ten opzichte van de burgers optreedt. Hij onderschrijft de voorgestelde afschaffing van het vetorecht, zodat beslissingen worden genomen op basis van een meerderheid in de gewestraad. Spreker zegt, dat zijn opmerking ten aanzien van een full-time voorzitter eveneens geldt voor an dere zwaardere funkties in de gewestraad. Het lid DIJKERS zegt voorstander te zijn van model 1wat inhoudt dat voor lopig geen wijzigingen zullen plaatsvinden. Dit niet, omdat hij gelukkig is met de huidige situatie, doch omdat nog niet zeker is dat de gewesten in de reorga nisatieplannen zullen blijven bestaan. Zolang hierover geen zekerheid bestaat is wijziging van de struktuur zijns inziens niet op zijn plaats. Dit afgezien van de praktische knelpunten, zoals door mevrouw Krijnen-Boot is aangehaald. Spreker voelt zeker niet voor het door het college voorgestane model 3, waarbij geëxperimenteerd gaat worden met politieke fraktievorming. De tot nu toe opgedane ervaringen dienaangaande met het progressieve vooroverleg in het Stadsgewest wijzen uit, dat dit een onwerkbare situatie is. Het lid HURKMANS wijst erop, dat door het onderhavige voorstel een paradoxale toestand ontstaat. Dit gezien het feit, dat vorige maand werd gekozen voor één provincie west-Brabant met opheffing van het Stadsgewest, terwijl nu een verster king van het stadsgewest wordt voorgesteld. Hij stelt dat de P.v.d.A.-fraktie streeft naar een gewestvorm, waarin taken uitgevoerd worden, die een gewestelijk c.q. bovengemeentelijk karakter hebben. In die gedachtengang past zijns inziens niet langer een verlengd lokaal bestuur, doch een herkenbaar eigen orgaan met eigen taken. Hij spreekt zich dan ook uit voor een model wat rechtstreekse ver kiezingen garandeert en wat zoveel mogelijk zelfstandige elementen in de taak stelling bevat. Aangezien geen der voorgelegde modellen hieraan voldoen intro duceert spreker een 7e model met de volgende kenmerken: - Het Stadsgewest dient zich bezig te houden met bovengemeentelijke taken. - Rechtstreekse verkiezingen per gemeente van de gewestraadsleden door de bevol king, hetgeen zijns inziens volgens de wet gemeenschappelijke regelingen moge lijk is. - Politieke fraktievorming in de gewestraad. - De samenstelling van het dagelijks bestuur geschiedt op politieke basis.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1979 | | pagina 22