-20- Het lid SCHIPPER kan zich verenigen met de indeling van het tijd-werkschema, waarbij hij aantekent, dat wel vastgehouden moet worden aan de tijdsplanning. De VOORZITTER merkt op, dat de aanvang van de procedure mede afhankelijk is van de definitieve uitspraak over de keuze Lindonk/Hazeldonk. Het lid DIJKERS is bijzonder verheugd, dat nu eindelijk de realisering van het centrumplan aangepakt gaat worden. Ten aanzien van het gestelde, dat de haalbaarheid van de opgestelde planning afhankelijk is van de afronding van het struktuurplan Zevenbergen is hij van mening, dat het de taak is van het college om te zorgen, dat een stagnatie niet zal optreden. Voor wat betreft de keuze Lindonk/Hazeldonk, zegt spreker, dat bekend is dat voor plan Lindonk gekozen zal worden, zodat niet op een definitief bericht terzake gewacht behoeft te worden. Hij zegt vervolgens achter de verkorte inspraakprocedure te staan, waarbij hij vraagt om extra veel aandacht te besteeg, aan de inspraakkrant. Bij hem leeft overigens zeer sterk de vraag, waarom/reeds een aanvang genomen kan worden met de sloop van de reeds aangekochte panden in de Fabrieksstraat en Lagewipstraat. Hij merkt tenslotte op het niet te kunnen plaatsen, dat in het ene geval wel wordt vooruitgelopen op het centrumplan, hij denkt hierbij met name aan de verplaatsing van garagebedrijf Verdaas en dat bij vestiging van een apotheek de oplossing wordt gezocht in een houten noodgebouw. Spreker vraagt terzake een alert beleid waarbij wordt ingehaakt op de thans heersende situatie en waar bij men zich niet verschuilt achter de opmerking "eerst moet het centrumplan gereed zijn". Het lid MAKKINK merkt op, dat het steeds meer naar voren komt, dat de in sprekers zich moeten aanpassen aan het tijdschema, zonder dat zij enig aandeel hebben in de tijdnood die het college heeft. De noodzaak van een inspraakver ordening blijkt hier zijns inziens duidelijk uit. Een hoge prioriteit bij het centrumplan wil hij toekennen aan de woningbouw. Onder verwijzing naar het verslag van de commissie ruimtelijke ordening zegt hij dat er een zgn. gatenkaart in de stuurgroep besproken zou worden. Spreker vraagt hoeveel woningen er in de bestaande gaten in het centrum gebouwd kunnen worden. Zijns inziens is de beschikbaar gestelde tijd voor inspraak te kort. Hij vraagt daarom reeds nu te starten met het herformeren van de inspraakgroepen en het verstrekken van het benodigde materiaal. Intern moet zijns inziens de tijd verkort kunnen worden, zodat meer tijd beschikbaar komt voor inspraak. Zijn fraktie is van mening, dat het tijdschema met de genoemde einddata uitge voerd dient te worden. In het kader van deze gang van zaken acht hij de reactie van de gespreksleiders, dat zij niet achter hun werk kunnen staan voor wat betreft het streekplan West- Brabant, zeer begrijpelijk. Reeds eerder heeft de P.v.d.A.-fraktie aangedrongen op het zo vroeg mogelijk inschakelen van de inspraakgroepen. Spreker vraagt nogmaals de inspraakgroepen de tijd te geven om de zaak goed te kunnen beoordelen. De VOORZITTER antwoordt, dat het college zich geenszins verschuilt achter de zin: "dat wacht op een vastgesteld centrumplan". Het gemeentebestuur mag van Gedeputeerde Staten namelijk geen goedkeuring verwachten van plannen in het cen trum alvorens men het, in overleg met de provinciale planologische commissie, over de struktuur van het centrum eens is. Met betrekking tot de sloop van woningen, waarop door het lid Dijkers wordt aangedrongen, zegt spreker, dat hiermee na de vorstperiode wordt begonnen. Ten aanzien van de door het lid Makkink genoemde gatenkaart, stelt hij, dat deze inmiddels in b en w is bespro ken en aanstaande maandag op de agenda voor de commissie ruimtelijke ordening wordt geplaatst. Het aantal te bouwen woningen in het centrum zal nog besproken moeten worden in o.a. de commissie ruimtelijke ordening en zal bekeken dienen te worden in het raam van de alternatieven, die er ten aanzien van het centrumplan aan de orde zijn.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1979 | | pagina 20