f
f
Het lid SCHIPPER merkt op dat de commissie financiën van mening is dat het
voorstel aangehouden moet worden omdat nog enige vragen van financiële aard onbe
antwoord waren gebleven.
De VOORZITTER antwoordt dat de vaststelling van de begroting van het woon—
wagenschap gewoon door gaat, gezien de gestelde tijdslimiet.
Het onderhavige voorstel is van zuiver formele aard. Beantwoording van de in de
commissie gestelde vragen zal echter in een volgende raadsvergadering geschieden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burge
meester en wethouders.
18. Voorstel m.b.t. de jaarrekening 1977 en de be
groting 1979 van het gemeenschappelijk Archi-
variaat Nassau-Brabant.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burge
meester en wethouders.
19. Voorstel tot het beschikbaarstellen van een
aanvullend krediet i.v.m. de restauratie en de
verbouw van het pand Markt 23.
Het lid MAKKINK heeft de nodige vraagtekens omtrent het onderhavige krediet-
voorstel. Zo vraagt hij naar de reden waarom het oorspronkelijke plan is gewijzigd
en waarom pas nu rekening wordt gehouden met de veiligheidsvoorzieningen. Ook kan
hij nergens het bedrag terugvinden van de centrale verwarmingsinstallatie die in
het nieuwe plan is vervallen. Spreker vraagt tevens hoe lang de vertraging in de
goedkeuring heeft geduurd. Hij merkt in zijn algemeenheid nog op, dat de raad regel
matig wordt geconfronteerd met aanvullende kredietvoorstellen als gevolg van te
krappe begrotingen of wijzigingen buiten het bestek. Zijn fraktie vraagt zich af of
de wethouder wel een beleid voert, of dat deze wordt gestuurd. Dit laatste lijkt
hem niet waarschijnlijk.
Het lid HUIJSSOON onderschrijft de opmerkingen van de heer Makkink, behoudens
zijn laatste opmerkingen betreffende de wethouder. Spreker vraagt toch zodanige
maatregelen te nemen dat dit de uiterste grens van het krediet is.
Naar aanleiding van dit voorstel dringt hij er op aan om spoed te betrachten bij
het zoeken naar een vervangende akkommodatie voor de buitenlandse werknemers.
Het lid KRIJNEN merkt op dat in de raadsvergadering van mei 1978 reeds is
gesteld dat het gehele gebouw in gebruik zou worden genomen door het V.J.V. Nu
wordt als reden van de verhoging van het krediet aangevoerd, dat geen rekening was
gehouden met de wens van het V.J.V. om het gehele gebouw te gaan gebruiken.
Hij vraagt of de wethouder bewust een foutieve voorstelling van zaken geeft of dat
er naast elkaar heen wordt gewerkt. Hij is overigens van mening dat het V.J.V. niet
de dupe mag worden van deze gang van zaken.
Het lid SCHIPPER onderschrijft de opmerkingen van de leden Makkink en Krijnen.
Ook hij is van mening, dat de voorzieningen voor het V.J.V. op zo. kort mogelijke
termijn gerealiseerd moeten worden. Wethouder TROMPERS merkt op dat de cijfers
waren gebaseerd op de datum juli 1978. Dit is een reden van kostenverhoging. Hij
zegt ten aanzien van de wijze van begroten, dat het zeer moeilijk is om exact te
ramen bij een dergelijk oud gebouw waarbij zoveel onvoorziene omstandigheden een
rol spelen. De vertraging in de goedkeuring heeft er onder meer toe geleid dat de
peildatum 1 juli 1978 niet gehandhaafd kon worden.
Naar aanleiding van opmerkingen aangaande het beleid in deze zaak antwoordt hij
dat de begroting serieus is opgesteld doch dat o.a. latere veranderingen in het
gebruik ten grondslag liggen aan diverse eisen die een extra bedrag vragen.