-139-
De deskundigheid van de heren Stoop en van Muijen kan dan behouden blijven
voor de Commissie Ruimtelijke Ordening.
Het lid mevr.KRIJNEN-BOOT voelt er het meest voor de deskundigheid van de
heren Stoop en van Muijen in te brengen in de inspraakbegeleidingscommissie. Zij
steunt dan ook het voorstel van burgemeester en wethouders.
Het lid KOKKE vindt het verstandig om de kandidatuur van de heren Stoop en
van Muijen te handhaven omdat het specifiek gaat om de inspraakbegeleiding op het
terrein van de ruimtelijke ordening.
De VOORZITTER zegt dat het in feite gaat om procedurele zaken rond de inspraak
met betrekking tot ruimtelijke ordening.
Daarom acht het college het wenselijk om de leden van de Commissie Ruimtelijke
Ordening hier zoveel mogelijk bij te betrekken.
Men moet zich zijns inziens hierbij richten op de deskundigheid die aanwezig is
bij de onderhavige kandidaten.
Naar de mening van het lid HÜRKMANS is die deskundigheid zonder meer aanwezig
bij de onderhavige kandidaten.
Hij stelt in de plaats van de heren van Muijen en Stoop als kandidaten de heren
Schouwenaars en Vrolings.
De VOORZITTER zegt dat overgegaan zal worden tot stemming.
Over de kandidaten de heren van de Donk en Kokke en mevr-Schrauwen-Schouwenaars
wordt geen stemming verlangd, zodat genoemde leden bij acclamatie zijn benoemd.
Als 3 burger-leden worden door burgemeester en wethouders voorgesteld de heren
Stoop, van Muijen en Krijger.
Als tegenkandidaten worden voorgesteld voor de heer van Muijen de heer Schouwenaars
en voor de heer Stoop de heer Vrolings.
Als stemopnemers fungeren de leden Wijne en Beljaars. Eerst wordt gestemd over de
kandidatuur van de heer van Muijen.
Uitgebracht worden 15 stemmen waarvan op de heer van Muijen 10 stemmen, de heer
Schouwenaars 4 stemmen, 1 blanco, zodat de heer van Muijen is benoemd.
Vervolgens wordt gestemd over de kandidatuur van de heer Stoop.
Uitgebracht worden 15 stemmen, waarvan op de heer Stoop 10 stemmen, de heer
Vrolings 5 stemmen, zodat de heer Stoop is benoemd.
Over de kandidatuur van de heer Krijger wordt geen stemming verlangd, zodat deze
bij acclamatie is benoemd.
Het lid HURKMANS vraagt, gezien de positieve opstelling van de raad terzake,
of een uitwerking van de commissie algemene zaken verwacht Van worden.
De VOORZITTER zegt dat eerst op korte termijn binnen het college hierover
gesproken zal worden. Hieromtrent zal de raad dan worden geïnformeerd, aldus
spreker.
7. Voorstel met betrekking tot de begroting
van het C.B.T. voor het jaar 1980.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burge
meester en wethouders.
8. Voorstel tot verkoop van industriegrondge
legen aan de Schansdijk aan Wihamij. b.v. te
Barendrecht
Het lid VAN DE WETERING zegt dat bij het ontwerpbesluit de voorwaarde is op
genomen dat het niet toegestaan is op het gekochte onbruikbare of aan hun oor
spronkelijke bestemming onttrokken voertuigen op te slaan.