-129- onder ogen. En wij hebben alle vertrouwen dat Gedeputeerde Staten aan onze opmerkingen ruime aandacht zullen geven. Maar daarnaast zullen wij -ik mag wel zeggen, uiteraard- overwegen of nog andere stappen moeten worden ondernomen om deze merkwaardige besluiten, zo zij tenminste genomen worden, in het land algemeen bekend te doen worden. Mijnheer de voorzitter, mijn fraktie heeft gemeend om U als jurist en via U de gemeente-secretaris, als deskundige, op enkele aspecten te wijzen, die misschien tot nu toe onvoldoende in de overweging zijn betrokken. Wij van onze kant stemmen uiteraard tegen deze voorstellen. De verdere afloop, dus misschien een afloop buiten de gemeente, wachten wij met vertrouwen af." Het lid KRIJNEN vraagt de voorzitter eerst te antwoorden op de vragen van de heer Makkink met betrekking tot de juridische aspecten. Hij is van mening dat het onderhavige besluit geen consequenties heeft voor de meerderheid van de raad. Spreker herhaalt nog eens zijn standpunt dat de P.v.d.A.-fraktie zichzelf buiten spel heeft gezet door het vertrouwen in de andere frakties op te zeggen, zodat samenwerking in commissieverband niet meer mogelijk wordt geacht. De VOORZITTER merkt op dat de overwegingen *bf de besluiten strijdig zijn met de wet of het algemeen belang, pas verricht kunnen worden nadat de besluiten zijn genomen. Desalniettemin is hij van mening dat de besluiten niet in strijd zijn met de wet. Ten aanzien van het algemeen belang zegt hij dat dit een subjectief gegeven is. Spreker wijst erop dat hier een conflict speelt tussen de partijen in de raad, hetgeen hij ten zeerste betreurt. Hij verwijst in dit verband naar zijn pogingen om tot een oplossing in deze kwestie te komen. Wanneer de meerderheid van de raad meent het algemeen belang te moeten interpreteren op een wijze zoals in de motie en de daaruitvoortvloeiende besluiten zijn neergelegd dan kan de voorzitter van de raad moeilijk het algemeen belang, tegen de grote meer derheid van de raad in, op eigen wijze gaan interpreteren, aldus spreker. Persoonlijk is hij er van overtuigd dat het bij de Kroon t.er vernietiging voordra gen van de onderhavige besluiten geen enkele kans van slagen zal hebben. Hij herhaalt dat hij deze gehele gang van zaken betreurt, omdat het een verstoring betekent van de verhoudingen die we vele jaren hebben gekend. Het lid MAKKINK verlangt stemming over de voorgestelde wijzigingen van de ver ordening. De VOORZITTER brengt vervolgens punt 1 van het voorstel in stemming. Voor stemmen de leden: Krijnen-BootKamp, Huijsson, Trompers, van de Donk, Schrauwen- SchouwenaarsWijne, Kokke, Schipper, Krijnen en Dijkers. Tegen stemmen de leden: Hurkmans, Makkink en van de Wetering, zodat het voorstel is aangenomen. Met betrekking tot punt 2 van het voorstel, ontslagverlening van alle raadsleden als lid van de commissies, vraagt het lid MAKKINK schriftelijke stemming. De VOORZITTER is van mening dat bij de ontslagverlening geen schriftelijke stemming is vereist. Het lid MAKKINK is het hier niet mee eens omdat het over ontslag van personen gaat. De VOORZITTER brengt vervolgens punt 2 van het voorstel in stemming. Voor stemmen de leden: Krijnen-BootKamp, Huijssoon, Trompers, van de Donk, Schrauwen Schouwenaars, Wijne,Kokke, Schipper, Krijnen en Dijkers. Tegen stemmen de leden: Hurkmans, Makkink en van de Wetering, zodat het voorstel is aangenomen. Met betrekking tot onderdeel 3 van het slot van het raadsvoorstel, (benoeming huidige leden in de commissies met uitzondering van de leden van de P.v.d.A.-frak tie), deelt de VOORZITTER mede de stemming per commissie aan de orde te willen stellen. Het lid MAKKINK zegt dat zijn fraktie niets anders rest, niet aan de stemming deel te nemen en de zaal te zullen verlaten. De leden van de fraktie van de Partij van de Arbeid verlaten hierna de raadzaal. De VOORZITTER vraagt de leden Huijssoon en Kokke als stemopnemers te willen fungeren. Hij stelt achtereenvolgens aan de orde de benoeming van de leden voor:

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1979 | | pagina 129