t
-126-
voor de woningstichting. Men is in zijn visie dan ook in het geheel niet afhankelijk
van de eventuele interesse van beleggers, aldus spreker.
De VOORZITTER antwoordt dat in het plan St.Jozefplein grondis gelegen welke
eigendom is van een projektontwikkelaarMede vanwege de hiermee samenhangende
problematiek is ter plaatse nog geen grond aangekocht kunnen worden.
Wethouder KAMP wil verduidelijken hoe hij is gekomen op het genoemde percentage
van 54 voor de huurwoningen in de kern Zevenbergen.
Het lid mevr.KRIJNEN-BOOT leest uit het voorstel geheel andere cijfers. Zij
blijft bij haar voorstel: 47? koopwoningen en 53% huurwoningen.
Wethouder KAMP bestrijdt de interpretatie van de cijfers door mevr.Krijnen-
Boot. De bouw van premieverhuurwoningen door de stichting woningbouw is een zaak
van het stichtingsbestuur, dat zich over deze materie zal dienen te beraden.
Het lid MAKKINK onderschrijft het voorstel van mevr.Krijnen-Boot om de percen
tages te wijzigen.
Wethouder KAMP antwoordt dat het percentage huurwoningen voor de kern Zevenbergen
volgens het voorstel wordt gebracht op 56,8. Dit is een concreet gegeven, aldus
spreker.
De VOORZITTER merkt op dat het misverstand omtrent de gehanteerde percentages
is veroorzaakt doordat op bladzijde 2 van het voorstel onder punt 3, bij bestemmings
plan Lindonk wordt gesproken over de "kern Zevenbergen". Hier moet staan "plan
Lindonk". De daar genoemde percentages van 55? koopwoningen en 45? huurwoningen
gelden dus niet voor de kern Zevenbergen, doch voor Lindonk, aldus spreker. Onder
aan pagina 3 wordt gesproken over het bouwprogramma voor de kern Zevenbergen, waar
uit een percentage van 56,8 blijkt voor de huurwoningen.
Het lid mevr.KRIJNEN-BOOT handhaaft haar voorstel voor wat betreft plan Lindonk
omdat daar een zwaar accent op de volkshuisvesting wordt gelegd,
Het lid MAKKINK ondersteunt dit voorstel
De VOORZITTER begrijpt het streven van mevrKrijnen-Bootdoch wijst op het
feit dat de grond in plan Lindonk grotendeels in handen van derden is.
Het woningbouwprogramma zal dan ook ingebracht moeten worden in de besprekingen
met die grondeigenaren.
Indien het percentage huurwoningen wordt gesteld op 53, zal dit uiteraard worden
nagestreefd. Het is echter niet zeker dat dit haalbaar is bij de besprekingen inzake
de grondverwerving.
Het lid MAKKINK maakt uitde woorden van de voorzitter op dat het beleid wordt
afgestemd op de projektontwikkelaar. Hij wijst erop dat al eerder is afgesproken
dat het beleid in deze niet uit handen gegeven moet worden. Spreker houdt dan ook
vast aan het voorstel, zoals dit door mevr.Krijnen-Boot is.gedaan.
De VOORZITTER antwoordt dat geen enkel beleid uit handen is gegeven. Hij wijst
er op zijn beurt op dat men met een realistische benadering te maken heeft, waarbij
men in het kader van de grondverwerving moet onderhandelen om tot woningbouw te
kunnen komen. Dit kan overigens gebeuren met de wetenschap dat gestreefd zal
worden naar 53? woningbouw in de huursector. Een garantie voor realisering van 53?
huurwoningen in plan Lindonk kan echter zijns inziens nooit gegeven worden.
Het lid SCHIPPER merkt op dat, wanneer het na te streven resultaat niet haal
baar is, toch teruggekomen wordt bij de raad. Hij gaat dan ook akkoord met de toe
zegging van de voorzitter.
De VOORZITTER bevestigt de toezegging dat het genoemde percentage van 53 uit
gangspunt van de besprekingen zal zijn. De haalbaarheid zal dan later met de raad
besproken kunnen worden.
Met inachtneming van het bovenstaande wordt zonder hoofdelijke stemming be
sloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.
13. Informatie met betrekking tot de voortgang van
het sociaal-kultureel-plan.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burge
meester en wethouders.