-125-
de concepthuisvestingsnota in de raad als een beleidsinstrument wordt bekrachtigd
en eventueel geammendeerd
Ten aanzien van de bebouwing van het St.Jozefplein en omgeving acht hij versnelling
hiervan zeer wel mogelijk. Hij stelt dan ook voor het betreffende bestemmingsplan
direkt in procedure te brengen. Ook hier geldt zijns inziens dat de verhouding
huurwoningen-koopwoningen verkeerd is.
Ten aanzien van het centrumplan vraagt hij, mede gelet op zijn eerder gedane opmer
kingen terzake, het bouwprogramma te vervroegen en in elkaar te schuiven.
Met betrekking tot het plan Lindonk stelt spreker voor het aantal premieverhuur-
woningen op te voeren ten koste van het aantal koopwoningen, enwel zodanig dat het
totaal aantal huurwoningen 60% wordt.
De VOORZITTER merkt op dat na het opstellen van het tijdschema men inhet college
tot de conclusie is gekomen dat men met name vanwege enkele belangrijke zaken, zoals
uitbreiding Sancta Maria, sportcomplex Pastoor van Kessellaan en eventuele openleg
ging van een gedeelte van de gedempte haven, men het aan de waarde van het centrum
plan verplicht is de commissie ruimtelijke ordening een ruimere plaats te geven
in de totale procedure dan aanvankelijk de bedoeling was. In de nu gekozen opzet
kunnen de waardevolle adviezen van de commissie worden meegenomen in de inspraak
procedure. Kort na de vergadering van de commissie ruimtelijke ordening van 22 ok
tober aanstaande kan een definitief schema worden overgelegd. Spreker verwacht
echter een maximale vertraging van 2 maanden.
In antwoord op de vragen van het lid Makkink stelt hij dat getracht zal worden
het plan St.Jozefplein in samenhang met het plan bedrijfsterrein Hazeldonkse Zand
weg zo snel mogelijk in procedure te brengen. Aan de verwerving van de benodigde
grond wordt hoge prioriteit gegeven.
Ten aanzien van de grondverwerving in plan Lindonk merkt hij op dat het gemeente
bestuur in gesprek is met de betrokken partijen om te trachten de inpasse te door
breken
Wethouder KAMP zegt ten aanzien van de doorstroming dat dit een kwestie is die
de gemeente niet zelf in handen heeft, omdat geen verplichte doorstroming, gekop
peld aan het inkomen, door de rijksoverheid wordt voorgestaan.
Met betrekking tot de gehanteerde percentages zegt hij dat uit de cijfers op blad
zijde 3 van het voorstel blijkt dat op het totaal aantal woningen minimaal
woningwetwoningen voorkomt. Ten aanzien van de haalbaarheid van de woningbouw te
Zevenbergschen Hoek verwacht spreker op korte termijn goedkeuring van Gedeputeerde
Staten, zodat volgens het voorliggende programma gebouwd kan gaan worden.
Terzake de opmerkingen aangaande de huisvestingsnota deelt hij mede dat de?e nota
de volgende raadsvergadering via de conmissie opnieuw aan de orde kcxnt.
In antwoord op de gemaakte opmerkingen over de premieverhuurwoningen stelt spreker
dat met de beleggers die premieverhuurwoningen hebben gebouwd in plan Krooswijk
overeenstemming is bereikt om te bemiddelen bij de toewijzing van de premieverhuur
woningen. Bij de bouw van premieverhuurwoningen in toekomstige bestemmingsplannen
zullen zodanig concrete afspraken gemaakt worden dat toewijzing van de woningen
geschiedt via de afdeling huisvesting van de gemeente.
Het lid mevr. KRIJNEN-BOOT heeft toch nog moeite met de beantwoording van wet
houder Kamp. Zij twijfelt aan de juistheid van het door hem genoemde percentage
van 5^% woningwetwoningen.
Spreekster is verbaasd dat de grond voor het plan St.Jozefplein nog niet in het
bezit van de gemeente is. Dit had haars inziens in het verleden meegenomen kunnen
worden.
Het lid MAKKINK zegt dat ook bij hem verwarring is over de percentages die uit
het voorstel worden gelezen en de percentages zoals die door de wethouder naar
voren worden gebracht. Uit de woorden van de wethouder begrijpt hij dat bij de
woningbouw voor de kern Zevenbergen uitgegaan wordt van een percentage huurwoningen
van 54. Het gaat hem echter om het opvoeren van het percentage huurwoningen voor
de gehele gemeente Zevenbergen. Hij is van mening dat indien men greep heeft op
de toewijzing van premieverhuurwoningen, de doorstroming positief beïnvloed kan
worden. Daarom pleit hij voor verhoging van het percentage premieverhuurwoningen
in het plan Lindonk, wat nu is gesteld op 5. Hij ziet hierin een duidelijke taak