-114-
De reeds vermoede opzet om zijn fraktie uit te sluiten van informatie is door
de door het lid Krijnen uitgesproken tekst bewaarheid.
Zijns inziens ging de door hem afgelegde verklaring zover, dat deze geen nadere
uitleg behoeft.
De VOORZITTER betreurt het, dat de ontstane situatie wordt gecontinueerd.
Spreker zegt, dat het college in de eerstvolgende vergadering over de uitvoering
van de motie zal beslissen.
5' Voorstel tot trendmatige aanpassing van de
tarieven van de verschillende belastingen,
rechten e.d. voor het jaar 1980.
De VOORZITTER zegt, dat in dit voorstel mede is begrepen de wijziging van
de legesverordening, omdat in de praktijk is gebleken, dat middels privaat
rechtelijke weg geen oplossing kan worden verkregen over de betaling van de
advieskosten verbonden aan hinderwetaanvragen.
Het lid HÏÏRKMANS gaat akkoord met de 3t verhoging van de diverse belas
tingen en heffingen onder het voorbehoud, dat hierop eventueel bij de behande
ling van de begroting 1980 teruggekomen kan worden.
Ten aanzien van de wijziging van de legesverordening gaat spreker akkoord met
het voorstel, zoals dat in de commissie financiën is besproken.
Het lid DIJKERS gaat- eveneens akkoord met de voorgestelde verhogingen.
Principiële bezwaren blijft spreker echter hebben tegen de voorgestelde wijziging
van de legesverordening. Hij is van mening, dat de gemeenschap de kosten moet
betalen, welke verbonden zijn aan de opgelegde verplichting om een hinderwet
vergunning aan të. vragen.
Het lid SCHIPPER zegt, dat hij in principe geen bezwaar heeft tegen het
feit, dat het bedrijf de kosten betaalt voor de adviseurs bij een hinderwet-
aanvrage. Wel acht hij het een vereiste, dat het bedrijf dan ook inspraak krijgt
bij de zaken, die nodig zijn voor de totstandkoming van een vergunning, zoals
adviseurs e.d.
Het lid HUIJSSOON gaat akkoord met het voorstel tot verhoging van de
belastingen. Hierbij vraagt hij zich af of het wellicht wenselijk kan zijn om
differentiatie in de hondenbelastingtarieven aan te brengen, zodat grote honden
extra belast gaan worden.
Spreker dringt tevens aan op een intensievere controle terzake. Ten aanzien van
de wijziging van de legesverordening merkt hij op het jammer te vinden, dat er
nog geen landelijke regeling bestaat over de doorberekening van de kosten van
externe adviseurs. Hij vraagt of in stadsgewestelijk verband reeds gedacht
wordt aan een uniforme regeling terzake.
Spreker onderschrijft de opmerking van het lid Schipper over de gevraagde inspraak
voor de betrokken bedrijven.
De VOORZITTER antwoordt, dat, zoals gebruikelijk, bij de begroting 1980, indien
daar aanleiding toe zou zijn, op deze zaak teruggekomen kan worden.
Differentiatie bij de hondenbelasting geschiedt momenteel naar het aantal honden,
aldus spreker. Indien nodig kan wijziging van deze differentiatiegedachte bezien
worden. Terzake de wijziging van de legesverordening beluistert hij, dat de meer
heid van de raad van mening is, dat de kosten van externe adviseurs bij hinder
wetaanvragen niet ten laste van de gemeenschap dienen te komen, doch dat deze
langs publiekrechtelijke weg op het bedrijf verhaald moeten kunnen worden.
Dit dan uiteraard na inspraak van en overleg met het bedrijf over de nodig
geachte adviezen.
Het lid HUIJSSOON vraagt hoe deze zaak stadsgewestelijk ligt. De VOORZITTER
zegt, dat verschillende gemeenten de onderhavige wijziging reeds hebben inge
voerd.
Het lid SCHIPPER vraagt naar de garanties voor het bedrijfsleven in deze.
Het lid HURKMANS heeft moeite met het feit, dat met het bedrijf wordt overlegd
of.een extern advies nodig is.
De VOORZITTER antwoordt, dat de noodzakelijkheid van een extern advies wordt
beoordeeld door de vergunningverlenende instantie.