-112-
Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming besloten conform de voorstellen
van burgemeester en wethouders.
Alvorens over te gaan tot verdere afhandeling van de agenda, zegt de VOOR
ZITTER, evenals vorige vergadering, een punt in te: willen lassen en wel de
■motie, die in de vergadering van 14 augustus j.l,. werd aangenomen en in handen
van het college werd gesteld.
Deze motie maakte zijns inziens een vertrouwenscrisis in de raad zichtbaar.
Spreker zegt, dat er in het kader van de uitvoering van de motie onder zijn
leiding inmiddels een tweetal besprekingen met alle fraktievoorzitters zijn
gehouden.
Ondanks langdurig overleg hebben de fraktievoorzitters de vertrouwenscrisis
nog niet (geheel) kunnen oplossen.
Hij hoopt stellig, dat dit.in het belang van het besturen van de gemeente alsnog
zal gebeuren.
Hij wil daartoe de fraktievoorzitter van de P.v.d.A. en vervolgens een woord
voerder namens andere frakties de gelegenheid geven.
Het lid MAKKINK spreekt als volgt:
"Naar aanleiding van de ontstane situatie na de laatste gemeenteraadsvergadering
van augustus hebben de vijf fraktievoorzitters overleg gevoerd omtrent deze
problematiek.
De besprekingen zijn onzes inziens in grote openhartigheid gevoerd. Wederzijds
is duidelijk en helder de eigen positie in deze gemeente uiteengezet.
Wij hebben de stellige indruk, dat alle partijen zich ontvankelijk hebben op
gesteld en dat zij een en ander in hun verdere stellingname zullen betrekken.
Dit geeft ons aanleiding om over de achtergronden van de door de fraktie van
de P.v.d.A. ingenomen stelling en het naar aanleiding daarvan verspreide pam
flet het volgende op te merken:
Na langzame en vermoeiende besprekingen in 1978 kwam in september van dat jaar
in de raad een beleidsakkoord tot stand met de daarbij behorende prioriteiten
lijst. De afspraken, die hierdoor tot stand zijn gekomen, hebben voor de P.v.d.A.
grote waarde; immers op afspraken kan beleid gevoerd worden.
De P.v.d.A. was verheugd toen deze middels een motie unaniem door de raad
werden aangenomen.
Aan dit raadsbesluit werden door middel van de beleidsnota van B. en W.
1978/1979 nog enkele prioriteiten toegevoegd.
Toen de P.v.d.A. meende dat -naar B. en W. toe- het goed was per motie de
eerste drie prioriteiten vast te leggen, werd die verworpen met 9-6.
De septembermotie was volgens de meerderheid nog steeds van kracht en om dit
nog eens uit te spreken was ten onrechte
Zes maanden later, op 26 juni 1979, werd op voorstel van B. en W. eën prio
riteitenlijst aangenomen met 10 voor - 5 tegen. Het gevolg daarvan is, dat de door
de raad in september 1978 vastgestelde prioriteitenlijst vervangen werd door
een andere
Deze wijze van besturen vinden wij niet in de lijn met het totstandkomen van
het beleidsakkoord.
Als gevolg daarvan hebben wij het beleidsakkoord opgezegd, een standpunt dat
wij handhaven. Dit is de intentie van de eerste twee regels van de laatste
alinea van ons pamflet.
De verklaring van de fraktievoorzitter van de P.v.d.A.-Zevenbergen, die op
26 juni j.l. door hem werd afgelegd, was danook in die zin opgesteld.
De tekst, ik citeer: "Deze wijze van besturen is niet meer verantwoord en
daarom willen wij hier ook niet meer aan meedoen. Wij hebben geen vertrouwen
meer in deze raad", betreuren wij, temeer dat deze redactie mogelijkheden biedt
tot een uitleg, die wij niet bedoelen en die ook niet past in onze politieke
optiek.
Het lid KRIJNEN merkt op, dat de verklaring van de P.v.d.A. enigszins
afwijkt van hetgeen gisteren is besproken. Hij vraagt daarom enige tijd schor
sing van de vergadering teneinde overleg te plegen met de andere frakties.
De VOORZITTER schorst dé vergadering voor 15 minuten.
