-91- Er zijn thans vijf partijen in deze raad vertegenwoordigd en deze moeten 2 leden voor het Dagelijks bestuur onzer gemeente kiezen, met als gevolg dat 5 partijen nu moeten trachten elkaar op dit punt te vinden. Vanzelfsprekend speelt onder andere de grootte van een partij een rol, maar ook de kwaliteit, inzet en beschikbare tijd van de kandidaten zijn essentieel om zijn of haar taak goed te kunnen vervullen. Met deze criteria als uitgangspunt en niets afdoende aan eventueel door andere partijen te stellen kandidaten, draagt het CDA 2 kandidaten uit haar gelederen voor het wethoudersschap voor, namelijk de heren Kamp en Trompers. De CDA-fraktie heeft er geen behoefte aan om nu nog nader op deze kandidaatstelling in te gaan. Wij zijn de mening toegedaan, dat de over deze aangelegenheid gevoerde en achter ons liggende besprekingen geresulteerd hebben in de toezegging dat enkele frakties hun steun zullen geven aan de door het CDA gestelde kandidaten. Deze toezegging wordt ten zeerste op prijs gesteld en is enorm belangrijk voor het voorgestane beleid. Niet alleen deze steun wordt door ons zeer gewaardeerd, ook «ar de steun van de overige frakties hechten wij zeer grote waarde. Tot slot, mijnheer de voorzitter, wil ik vanaf deze plaats, namens onze gehele fraktie reeds nu de grootst mogelijke inzet toezeggen om daardoor de belangen van Zevenbergen zo goed mogelijk te behartigen. En mag ik dan, mijnheer de voorzitter, namens onze fraktie - de gehele raad en het nieuw te vormen college, in welke opstelling dan ook - GODS hulp, veel kracht en wijsheid toewensen voor deze vandaag aanvangende raadsperiode 1978-1982." Hierna biedt spreker de voorzitter namens de raad twee moties aan met het verzoek deze te behandelen voor de benoeming van de 2 wethouders. De VOORZITTER zegt, dat de moties zijn ondertekend door alle frakties. Eén motie houdt de prioriteitstelling in, terwijl de andere de beleidsuitgangspunten bevat, welke zullen gelden voor de komende raadsperiode. Beide moties zullen aan het einde van dit agendapunt aan de orde worden gesteld. Vervolgens zegt het lid SCHIPPER namens de Hoekse Lijst het volgende: "Geachte voorzitter, dames en heren, Namens mijn fraktiegenoten Beljaars en Kokke wil ik ook gaarne gebruik maken om op deze 1e vergadering van de nieuwe raad onze visie te geven op een aantal belangrijke onderdelen. Allereerst willen wij een terugblik werpen op de verkiezing, die voor onze partij bijzonder succesvol is geweest. Wij zijn hier de kiezers erkentelijk voor en willen nogmaals via deze openbare raadsvergadering onze dank betuigen. Ondanks een relatief sterke groei van de plaats Zevenbergen en een achteruitgang van het aantal inwoners van de kerkdorpen hebben wij onze positie kunnen handhaven. Gelukkig is daarbij te constateren, dat ook een groot aantal mensen van de plaat sen Langeweg en Zevenbergen sympathiseren met onze lijst. Als gevolg van deze verkiezingsuitslag hebben wij een positie gekregen, die men benijdenswaardig zou kunnen noemen. Anderzijds mag men stellen, dat hierdoor de verantwoordelijkheid bijzonder groot is geworden. Wij zijn dan ook verheugd, dat de voorbesprekingen t.o.v. de beleidsuitgangspunten en de prioriteitenlijst een resultaat hebben op geleverd, dat uniek mag worden genoemd. Ondanks de aanvankelijk grote verschillen in de beleidsuitgangspunten en de prioriteiten hebben wij elkaar kunnen vinden. Wij zijn hiervoor onze collega's dankbaar. Op grond van het bereikte akkoord zou men mogen concluderen, dat het niet meer belangrijk is of men nu een programscollege dan wel een afspiegelingscollege krijgt. Immers de beleidslijnen zijn voor de komende zittingsperiode vastgelegd en het nieuwe college zal uitvoeringmoeten geven aan de intenties van de nieuwe raad Ondanks de grote mate van overeenstemming en de gerealiseerde zaken in de afgelopen periode, die volgens u, geachte voorzitter, een goede periode is ge weest, waarvoor wij gaarne ook onze dank willen betuigen aan de ambtenaren, die hiervoor veel werk hebben moeten verrichten. Toch zijn er een aantal punten blijven liggen, die in uitvoering hadden kunnen zijn. Zelfs prioriteiten van 4 jaar geleden staan nu weer op het verlanglijstje van de nieuwe raad. Daaruit zou men kunnen concluderen, dat het huidige college geen garantie is voor de effec tuering van het bereikte akkoord. Wij zijn er ons van bewust, dat ook de Provin ciale overheid met haar beleid betreffende de kleine kernen, om maar een punt te noemen, weinig ruimte heeft gelaten voor een beleid dat de instemming had van de

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1978 | | pagina 91