-82-
Hij onderkent wel het gevaar voor overstekende fietsers en voetgangers, doch dat
gevaar is niet groter dan in het verleden, aldus spreker. De mogelijkheid van een
gesprek met de provincie hierover is echter wel aanwezig, waarbij de plaatsing
van verkeerslichten of het instellen van een snelheidsbeperking nader bezien kan
worden.
De VOORZITTER deelt nog mede dat het Industrie— en Havenschap Moerdijk een
gesprek met de minister van Economische Zaken heeft aangevraagd inzake de relatie
tussen het schap en het rijk.
Een zodanig gesprek zal in de toekomst ook plaatsvinden. Dit houdt niet in dat
het rijk zonder meer deelneemt in het schap.
Het lid HUIJSSOON vraagt naar aanleiding van punt A11 of de minister van
Binnenlandse Zaken nog terugkomt op de door de raad toegezonden motie inzake her
indeling/grenscorrectie te Langeweg.
De VOORZITTER zegt dat het wetsontwerp gemeentelijke herindeling West-Brabantse
riviermonden volledig van de baan is.
Het lid MAKKINK merkt op dat de brief van de minister betrekking heeft op de
totale herindeling terwijl de motie enkel een grenscorrectie nabij Langeweg beoogt.
Hij ziet de onderhavige brief dan ook niet als een antwoord op de motie.
In dit verband wijst hij erop dat in de vorige vergadering is toegezegd dat bij de
minister nogmaals de aandacht op de motie zou worden gevestigd. De VOORZITTER
deelt mede dat deze toezegging zal worden nagekomen.
Het lid HUIJSSOON merkt vervolgens op dat onder punt A16 ter inzage heeft
gelegen het antwoord van gedeputeerde staten op een schrijven van bewoners van de
Watermolen inzake klachten over de verkeersoverlast langs de provinciale rondweg.
Uit dat antwoord leest spreker dat de gemeente de zwarte piet krijgt toegespeeld
omdat daar de schuld zpu liggen van de overlast. Hij vindt dit niet helemaal reëel.
Met betrekking tot punt E merkt hij op dat hij geschrokken is van de huurachter
standen die er volgens het rapport van het verificatiebureau bestaan.
Onder verwijzing naar punt M11 zegt hij niet helemaal tevreden te zijn met
de antwoorden op de door hem ingediende vragen. Met betrekking tot het onderdeel
voorlichting vraagt hij in zijn algemeenheid om meer informatie van gemeentewege.
Tevens vraagt hij om nadere toelichting op het antwoord op de gestelde vraag aan
gaande het toekennen van verlof aan leerlingen van basisscholen buiten de normale
vakanties.
Ten aanzien van het onderhoud van de sportvelden doet hij de suggestie om
constant iemand op het sportveld te stationeren die belast is met het onderhoud.
Het lid MAKKINK vraagt of het gebruikelijk is dat vragen die door een raads
lid zijn gesteld en die met het antwoord daarop ter inzage hebben gelegen, ter
discussie worden gesteld in de vergadering.
De VOORZITTER zegt dat dit niet gebruikelijk is.
Terzake de opmerking over de huurachterstanden antwoordt wethouder TROMPERS,
dat in dergelijke situaties na enkele aanschrijvingen betrokkene wordt opgeroepen
voor een gesprek en dat daarna, indien nodig, de zaak in handen wordt gegeven van
de deurwaarder. Bij de door het lid Huijssoon aangehaalde gevallen is dit ook zo.
Ten aanzien van het onderhoud van de sportvelden stelt spreker dat de toe
stand van de velden te wijten is aan het vele gebruik ervan. Desalniettemin wordt
er alles aan gedaan om ze zo goed mogelijk bespeelbaar te houden.
Het speciaal voor de sportvelden beschikbaar houden van een personeelslid is naar
zijn mening geen oplossing.
Normaal onderhoud met indien nodig speciale aandacht voor een bepaald veld is vol
doende, aldus spreker.
Wethouder KAMP antwoordt op de vraag van het lid Huijssoon aangaande verlof
buiten de normale vakenties op de basisscholen dat het gaat om vrijstelling van