f
I
-62-
Wel vraagt spreker zich met het lid Gerla af of dit allemaal op deze manier moet
gebeuren. Hierbij doelt hij op de inschrijving en de selectie van de aannemers.
Ten aanzien van het gebruik van het gebouw betreurt hij het dat de buitenlandse
werknemers zonder ruimte komen te zitten.
Hij vraagt het college om spoedig met een definitief voorstel te komen over de
huisvesting van deze groep mensen.
Ten aanzien van het financiële aspect wijst hij erop dat het hier om een erg hoog
bedrag gaat waarvan de lasten jaarlijks terugkomen. Men moet zich daarbij zijns
inziens de vraag stellen of het opgebracht kan worden.
Het lid KRIJNEN merkt op dat zijn fraktie aan het onderhavige voorstel hoge
prioriteit geeft omdat hij het onderwijs aan jong volwassenen erg belangrijk vindt.
Tevens heeft het gebouw zijns inziens wel culturele waarde, al zou spreker het nu,
voor de verbouwing, niet willen aanmerken als beeldondersteunend gebouw.
In grote lijnen kan hij daarom met het voorstel instemmen.
De SECRETARIS merkt op dat aan het voorstel ten grondslag ligt de wens om de
straatwanden langs de Markt terug te brengen in de oude sfeer. Met betrekking
tot het financiële aspect zegt hij dat de investering inderdaad doorwerkt in toe
komstige begrotingen.
De verwachting is dat de nodige ruimte in de begroting behouden zal blijven.
Wethouder TROMPERS antwoordt op de vraag van mevr.KRIJNEN-BOOT dat de inves
teringen voor de welzijnsvoorzieningen Langeweg niet in het gedrang zullen komen.
Ten aanzien van het gebruik van het gebouw zegt hij dat na de verbouwing het gehele
pand nodig zal zijn voor het V.J.V.. Geluidsoverlast voor de buren zal naar zijn
mening tot een minimum worden beperkt omdat daar de nodige voorzieningen voor
worden getroffen. Met betrekking tot de aanbesteding zegt spreker dat conform de
eerdere wens van de raad objecten als het onderhavige openbaar worden aanbesteed.
Het lid GERLA merkt bij interruptie op dat dit niet -zo gesteld is. Een keuze
uit een beperkt aantal aannemers werkt zijns inziens kostenbesparend.
Hij roept uit dat Zevenbergen nog nooit zulke dure wethouders heeft gehad en dat
het tijd wordt dat er verkiezingen komen. Hij vindt het werkelijk schande.
Wethouder TROMPERS zegt dat de raad zich in het verleden heeft uitgesproken
voor openbare aanbesteding. Daarbij worden ook zoveel mogelijk plaatselijke aan
nemers betrokken.
Het lid WIJNE ondersteunt het betoog van de wethouder en verwijst daarbij
naar de openbare aanbesteding voor de verbouwing van het gemeentehuis.
De VOORZITTER merkt op dat men zich met deze discussie op een terrein begeeft
waarover zeer uiteenlopende meningen bestaan.
Het college is van mening dat men bij een beperkte aanbesteding onder geselec
teerde aannemers niet de garantie heeft dat dit een lagere prijs oplevert.
Het lid MAKKINK merkt op dat dit zeer goed te beoordelen is indien men een
tegenbegroting kan maken. Hij vraagt daarom of het college daartoe in staat is
teneinde te kunnen beoordelen of een openbare aanbesteding inderdaad goedkoper is.
Vervolgens zegt wethouder TROMPERS dat het niet de verwachting is dat voor
werken als het onderhavige subsidie wordt verleend. Nog langer uitstel was echter
niet verantwoord zodat nu met een restauratieplan is gekomen. Tevens pleit voor
dit werk het gebrek aan historische gebouwen in de oude kom van de gemeente, aldus
spreker. Ten aanzien van het probleem van huisvesting van buitenlandse werknemers
zegt hij dat dit nog zal worden bezien.
Met betrekking tot de wijze van aanbesteding deelt hij nog mede dat bij het
volgende agendapunt de restauratie van het koetshuis aan de orde komt.
Hierbij ligt het"in de bedoeling om niet openbaar aan te besteden, omdat daar het
risico zo groot is dat men vrijwel zeker duurder uit is.