-58- Het lid GERLA vraagt onder verwijzing naar de uitgebrachte taxatierapporten hoe het mogelijk is dat sinds juli 1977 de grondprijs met ca. 60$ en de bouwprijs met 35$ is gestegen. In vergelijking met landelijke cijfers klopt dit zijns inziens niet. Het lid HUIJSSOON merkt op dat deze zaak reeds 6 jaar aan de orde is. In 1972 is namelijk het eerste taxatierapport uitgebracht wat neerkwam op f 135.000,Het laatste taxatierapport van februari 1978 geeft een aankoopprijs van f 425.000,zodat spreker zich afvraagt welke geloofwaardigheid moet worden toegekend aan taxatierapporten. Hij heeft dan ook moeite met dit voorstel. Het lid mevr. KRIJNEN-BOOT onderstreept de vragen van het lid Huijssoon. Daarbij merkt zij nog op dat de aan te kopen objecten naar haar mening niet zijn gelegen in een goedgekeurd plan zodat, in tegenstelling tot hetgeen het lid Makkink veronderstelt, geen subsidie kan worden verkregen. Wethouder TROMPERS zegt begrip te hebben voor de opmerkingen over de forse verhoging van de aankoopprijs. De reden voor deze aankoop is echter de noodzakelij ke afronding van het saneringsplan. Nog langer wachten betekent waarschijnlijk nog meer stijging van de kosten, aldus spreker. Bij de onderhavige taxatie moet zijns inziens ook in ogenschouw worden genomen de prijs die het bedrijf moet gaan betalen voor de vervangende grond. Die is in één jaar gestegen van f 40,naar f 65,per m2„ De stijging van de bouwkosten is mede oorzaak van de verhoging. Daarbij komen nog diverse andere kosten, die zoals gebruikelijk sinds kort in de taxatie worden ver werkt. Als voorbeeld noemt hij kosten voor deskundigenhulp, waar vorig jaar nog geen rekening mee werd gehouden. Het lid KRIJNEN merkt op na het antwoord van de wethouder geen moeite te heb ben met het voorstel. Het lid MAKKINK vraagt of wel of geen subsidie wordt-verkregen. Wethouder TROMPERS antwoordt dat, indien de rijksregelingen op dit punt niet wijzigen, ook hier gerekend kan worden op 80$ subsidie. Het lid MAKKINK is van mening dat toch de prioriteitenstelling in het oog moet worden gehouden. Naar zijn mening heeft de uitvoering van het saneringsplan nooit de hoogste prioriteit gehad. Zijns inziens moet niet te vlug tot sloop worden overgegaan. Er zijn in het centrum diverse aangekochte panden die geschikt zouden zijn voor huisvesting van buiten landse werknemers, aldus spreker. Dit alles moet in het kader van het sanerings- beleid worden meegenomen in de discussie. Om die reden kan hij niet akkoord gaan met het voorstel. De SECRETARIS zegt naar aanleiding van de opmerking over de prioriteitstelling dat de onderhavige investering niet drukt op de algemene dienst doch op het grond bedrijf. Het lid GERLA zegt dat zijn fraktie alleen akkoord kan gaan met het voorstel als toegezegd wordt dat de 80$-subsidie na de sloop wordt verleend. De VOORZITTER antwoordt dat onder de huidige van kracht zijnde regelingen 80$ subsidie wordt verkregen. Daar dit echter een rijksbeleid is kan een garantie niet worden gegeven. Het lid GERLA stelt voor om dan in het besluit op te nemen dat alleen wordt aangekocht als de subsidie wordt verkregen. Het lid SCHIPPER voelt er veel voor om direct na de„goedkeuring door Gedepu teerde Staten tot sloop over te gaan. Dit zou de door het lid Gerla geschetste problemen voorkomen. Het naastliggende pand, dat reeds enkele jaren geleden is aangekocht, zou dan even eens gesloopt kunnen worden.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1978 | | pagina 58