-51- Het onderhavige "bezwaarschrift, gericht tegen het verlenen van de bouwvergunning is momenteel in behandeling bij de raad van state. Aan de eisen welke ingevolge de wet op de dierenbescherming worden gesteld, wordt volgens spreker, blijkens gehouden contrSles, voldaan. Ten aanzien van mogelijke geluidsoverlast is eenmaal proces-verbaal opgemaakt. De zaak wordt, volgens de normale procedures, zo goed mogelijk in de gaten gehou den, aldus spreker. Het lid VIJNE zegt dat het bezwaar zich richt tegen het feit dat er geen ge legenheid is geboden om tegen het verlenen van de vergunning bezwaar te maken. De VOORZITTER zegt dat dit inderdaad zo is. Die gelegenheid wordt nu echter alsnog geboden. Het lid HüTJSSOON merkt ten aanzien van de kwestie Al-markt, onder punt G6 op, dat dit een zeer lang slepende zaak gaat worden. De VOORZITTER beaamt dit en verwacht dat dit een trieste affaire wordt waar de huidige exploitant, de heer van Gelder, het slachtoffer van dreigt te worden. Dit is nooit de bedoeling van de gemeente geweest. Hij zegt morgen een gesprek te hebben met de heer van Gelder omdat deze van mening is dat de hele gang van zaken te wijten is aan schuld van het gemeentebestuur. Het lid HUIJSSOON hoopt dat dit laatste niet het geval is. De VOORZITTER merkt op dat het alsdan de raad zou zijn. Het lid mevr. KRIJHEN-BOOT is van mening dat dit niet zo gesteld kan worden. De VOORZITTER zegt dat precies is gehandeld volgens de genomen raadsbesluiten. Het lid MAKKIHK merkt op dat reeds bij de opening is geconstateerd dat niet aan de voorwaarden werd voldaan. Omdat toen niet is ingegrpen heeft deze escalatie kunnen plaatsvinden, aldus spreker. Het lid HUIJSSOON merkt nog op dat de gemeente alleen te maken heeft met de eigenaar van het gebouw, i.e. de Haasgroep. De VOORZITTER is het met het lid Huijssoon eens dat de gemeente formeel alleen met Haasgroep te maken heeft. Het lid KOKKE merkt ten aanzien van het verslag van de commissie onderwijs van 2 mei op, dat daarin op blz. 3 staat vermeld dat hij gezegd zou hebben dat, m.b.t. de alternatieven bij de bouw van een zwembad, 1 miljoen gulden bespaard zou kunnen worden. Spreker is van mening, dat hij dit niet zo gezegd kan hebben. De VOORZITTER merkt op dat het onderhavige verslag niet aan de orde is, doch dat bij het betreffende agendapunt opmerkingen gemaakt kunnen worden. Overigens zijn hier alleen aan de orde de verslagen van de commissievergaderingen van 27 april, aldus spreker. Het lid KOKKE stelt dat zijn opmerking enkel verband houdt met het vermelde in het commissieverslag en niet met het agendapunt op zich. Het lid GERLA zegt dat in de commissies is afgesproken dat, wanneer niet tijdig een advies kan worden uitgebracht, het agendapunt afgevoerd zal worden. Als de voorzitter van mening is dat het commissieverslag van 2 mei niet aan de orde is dan verwacht hij dat het voorstel inzake het zwembad zal worden aangehouden. De VOORZITTER zegt dat dit ter beoordeling aan de raad is. Het lid KRIJNEN is van mening dat de opmerking van het lid Kokke gesteld moet worden in de volgende commissievergadering bij de vaststelling van het verslag. Het lid BELJAARS vraagt wanneer wethouder Trompers met een concreet antwoord komt op de vraag wanneer gestart wordt met de bouw van 10 bejaardenwoningen in Zevenbergschen Hoek. In de vergadering van 11 april is namelijk geaiitwoord dat na 1 week zou worden begonnen, terwijl in de vergadering van de commissie gemeentebe drijven op 27 april wederom is gezegd dat dit binnen 1 week zou zijn.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1978 | | pagina 51