m
1
-45-
Hij merkt op dat met scheiding van de onderwerpen daarop doorgegaan kan worden.
Wethouder TROMPERS is van mening dat niet zo zwaar moet worden getild aan het
delegatiebesluit. De raad heeft namelijk altijd het laatste woord bij het voteren
van een krediet voor een bepaalde aankoop.
Aangaande het onderhavige voorstel zegt spreker dat aankoop van het perceel grond
niet zonder meer inhoudt dat hier tennisbanen gerealiseerd gaan worden. De invulling
komt namelijk in een later stadium bij de raad aan de orde. Wordt nu echter geen
gebruik gemaakt van de gelegenheid tot aankoop, dan zal het in de toekomst zeer
moeilijk worden in Zevenbergschen Hoek grond te kopen voor dergelijke doeleinden,
aldus spreker.
Het lid KRIJNEN kan instemmen met het onderhavige voorstel zonder dat daarbij
een bestemming aan deze grond wordt gegeven.
Het lid MAKKINK merkt op dat hij het onderhavige agendapunt enkel heeft aange
grepen om binnen de orde te blijven met een discussie over het delegatiebesluit.
De suggestie om dit na de verkiezingen aan de orde te stellen ondersteunt hij
niet omdat dit al meerdere malen aan de orde is geweest en hij deze zaak voor de
verkiezingen wil afronden.
Spreker vraagt dan ook nogmaals aan de raad het college op te dragen het delegatie
besluit in te trekken en terstond een nieuw besluit te nemen met daarin door de
raad aangegeven begrenzingen.
Het lid KRIJNEN acht het een zaak van de raad in nieuwe samenstelling omdat
deze zaak betrekking heeft op de verhouding tussen de raad en het college.
Het lid SCHIPPER onderschrijft de mening van het lid Krijnen.
De VOORZITTER concludeert vervolgens dat zonder hoofdelijke stemming wordt
besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.
Spreker vraagt of het lid Makkink van zijn vraag een voorstel wil maken.
Het lid MAKKINK beaamt dit en is van mening dat het "college alvast aan dit
onderwerp kan gaan werken zodat na de verkiezingen, conform de suggestie van de
leden Krijnen en Schipper, een en ander uitgewerkt ter tafel kan worden gebracht.
De VOORZITTER herhaalt het standpunt van het college dat het van wezenlijk
belang is dat middels het delegatiebesluit slagvaardig kan worden ingegrepen.
Dit zal altijd zijn behoudens goedkeuring van de raad en Gedeputeerde Staten.
Hij vraagt of het voorstel van het lid Makkink door een van de leden wordt gesteund.
Het lid GERT.A merkt op dat dit weinig zin heeft omdat het voorstel aan de
nieuwe raad, afhankelijk van de samenstelling, toch bijgesteld zal moeten worden.
De VOORZITTER concludeert vervolgens dat het voorstel van het lid Makkink door
geen der leden wordt gesteund.
10. Voorstel tot wijziging van de begroting van de
algemene dienst 1978 in verband met verstrekking
van hypothecaire geldleningen aan ambtenaren.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burge
meester en wethouders.
11. Voorstel alsvoor, in verband met aanpassing van
de vergoedingen en tegemoetkomingen aan raads
leden en van presentiegelden aan commissieleden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burge
meester en wethouders.