I
-154-
De afstand links, rechts is te overbruggen. Uiterst links ligt te ver af van
rechts. De afstand is te groot om in deze raad de meerderheid te kunnen krijgen.
Mijn reactie op de beantwoording van burgemeester en wethouders mijnheer de
voorzitter, kan erg kort zijn.
De bezuinigingslijn hebben burgemeestgr en wethouders in hun beantwoording doorge
trokken. Het komt hard aan, omdat de raad in zijn beleid vooruit wil, maar de eco
nomische omstandigheden laten dit nu eenmaal niet toe.
Als kleinste fractie in deze raad hoop ik in 1979 en verdere jaren zo mogelijk
meer dan 1/15 gedeelte bij te kunnen dragen tot een verantwoorde beleidsbepaling,
in een sfeer welke voor elke partij en voor elk raadslid aanvaardbaar is.
Mijnheer de voorzitter,
Ik ben er mij van bewust, dat ik vandaag een andere stijl van voordracht
heb gegeven dan u van mij verwachtte.
Deze opstelling heb ik gekozen, om, naast andere methodes, langs deze bewustmaking,
als gemeentelijk bestuur beter te kunnen functioneren. Ik spreek de hoop uit, dat
ik hiermee daartoe heb bijgedragen".
De VOORZITTER schorst hierna de vergadering voor ongeveer 20 minuten.
De VOORZITTER heropent de vergadering. Namens het college dankt hij voor de
uitgebreide en constructieve bijdrage in tweede instantie.
Bij het antwoord van het college moet zijns inziens in bepaalde gevallen gezegd
worden dat zaken worden doorverwezen naar een commissie. Dit teneinde een onder
werp uitvoeriger in discussie te brengen om tot een beleid te komen.
Ten aanzien van de bestuurlijke reorganisatie stelt hij dat momenteel een
praatpapier voorligt waarbij Nederland wordt ingedeeld in 17 provincies en hetgeen
een driedeling voor Noord-Brabant inhoudt. De daarin gestelde termijnen acht hij
overigens erg kort. Een notitie hierover is van de zijde van het Stadsgewest inge
komen, welke zal worden doorgezonden naar de raadsleden. De reakties van de ge
meenten zullen bij het Stadsgewest verwerkt worden tot een commentaar wat 1 maart
a.s. bij de provincie binnen moet zijn. Dit sluit overigens niet uit dat elke
gemeente afzonderlijk bij Gedeputeerde Staten kan reageren.
Ten aanzien van het centrumplan antwoordt hij dat na het struktuurplan nog
2 jaar nodig zal zijn om de procedure rond het centrumplan te kunnen afronden.
Het college is met de raad van mening dat dit een te lange periode is, zodat
een plan opgesteld zal gaan worden, dat een kortere tijd in beslag neemt, doch dat
wel de instemming behoeft van de commissie ruimtelijke ordening en de raad.
Met betrekking tot de plannen Hazeldonk en Lindonk deelt spreker mede, dat
van de provinciale planologische commissie bericht is ontvangen, dat van die zijde
de voorkeur wordt uitgesproken voor Lindonk. De argumenten voor deze keuze zijn
op dit moment nog niet bekend. Als deze binnen zijn zal contact worden opgenomen
met Gedeputeerde Staten.
Aangaande plan de Molen zegt hij dat morgenochtend een bespreking zal plaats
vinden met de eigenaar van de betreffende grond: van Dongen-Perdijk b.v.
Als de heer Schipper zegt dat hem bekend is dat de eigenaar best wil verkopen,
dan antwoordt hij dat het college hier eveneens van op de hoogte is.
De voorwaarde hierbij is echter dat van Dongen-Perdijk in de gelegenheid wordt ge
steld het totale plan te realiseren. Daardoor worden de curveprijzen niet gehaald
en dermate hoge huurprijzen bereikt, dat dit niet wenselijk wordt geacht.
Hierover zal indringend gesproken moeten worden om toch ons doel te bereiken,
namelijk woningbouw in de kerkdorpen. Mocht niet op verantwoorde wijze tot zaken
kunnen worden gekomen, zal tot onteigening moeten worden overgegaan, aldus spreker.
Vervolgens deelt hij mede, dat de hoge waarde die over het algemeen door de leden
aan de prioriteitenlijst wordt toegekend, ook door het college wordt onderschreven.
Hij hoopt dat terzake het onbehagen van de heer Schipper kan worden omgezet in een