1 r 13 Ten aanzien van de herindeling Langeweg verdient het wellicht aanbeveling de destijds aangenomen motie over dit onderwerp nogmaals onder de aandacht van be trokken instanties te brengen, met name bij de nieuwe minister van Binnenlandse Zaken Met betrekking tot de huisvesting van het ambtelijk apparaat vraagt spreker om niet bij voorbaat uit te gaan van 27.500 inwoners, aangezien het lange tijd kan duren vooraleer dit cijfer is bereikt. Spreker vraagt vervolgens aan de heer HUIJSSOON wat hij bedoeld met zijn uit spraak dat de achterstand in de sociale woningbouw ontstaan zou zijn door de in spraakprocedures Ten aanzien van de kerkdorpen bevreemdt het hem dat tussen de bestemmingsplan nen "de Molen I" en "de Molen II" in Zevenbergschen Hoek een tijdsduur zit van drie jaren. Dit zit hem naar zijn mening niet in het kleine kernenbeleid. Ten aanzien van de politiebezetting te Zevenbergschen Hoek doet hij de sugges tie om een wachtmeester zonder B—diploma aan te trekken die een bevordering in het vooruitzicht wordt gesteld. Volgens zijn informatie moet een vervulling van de vacature dan mogelijk zijn. Met betrekking tot de schooltandzorg gaat spreker akkoord met het antwoord van het college als dit inderdaad per 1 juli 1978 gerealiseerd gaat worden. Indien dit niet het geval is kunnen van zijn fraktie voorstellen dienaangaande verwacht worden. Ten aanzien van het standpunt dat over het vuilbahkproject eerst de mening van het stadsgewest wordt afgewacht is hij van mening dat eerst de raad een principe uitspraak over deze plannen moet doen. Voor wat betreft het gestelde over het Bouwtoezicht West-Brabant is spreker de mening toegedaan dat dit instituut een vertragende invloed heeft op de uitvoering van bouwwerken. De werkzaamheden die deze dienst waarschijnlijk gaat verrichten op het gebied van milieu- en hinderwetzaken zag hij liever ondergebracht bij het Stadsgewest. Ten aanzien van het gestelde dat inzake de busverbinding Zevenbergschen Hoek- Breda de bereidheid bestaat tot een gesprek'met de B.B.A. merkt hij op dat hij hieruit begrijptt dat dit gesprek ook inderdaad zal plaatsvinden. Vervolgens vraagt spreker waarop het aantal van 21 woningen, wat in plan de Molen II gebouwd gaat worden, is gebaseerd. Ten aanzien van het hoofdstuk onderwijs zegt hij weinig vertrouwen te hebben in de schoolbegeleidingsdienst. Als namelijk meer dan een half jaar nodig is om een juiste organisatievorm voor een dienst te kiezen, vraagt hij zich af of deze in stelling in het leven is geroepen voor het onderwijs of voor het bestaansrecht van de mensen die bij de dienst werken. Ook de financiële gevolgen hiervan gaan verder dan de cijfers die nu zijn voorge legd in de begroting. Terzake de subsidieregelingen is hij van mening dat de geringe bevolkingsgroei in de kerkdorpen een nadelige invloed heeft op het aantal jeugdleden en dus op de financiële positie van de verenigingen. Het probleem van de welzijnsakkommodaties te Langeweg heeft de raad in de af gelopen periode niet tot een oplossing kunnen brengen, aldus spreker. Nog deze zittingsperiode moet naar zijn mening een van de drie in de antwoorden genoemde belangrijkste problemen worden opgelost. Spreker is het niet eens met het lid MAKKINK waar deze tegen de verkoop van woningwetwoningen is. Tenslotte vraagt hij evenals het lid mevr. KRIJNEN-BOOT wat nu het juiste standpunt is van de regering over het industrieterrein Moerdijk. Dit in het licht van de uitlatingen van de minister van Economische Zaken. Het lid HUIJSSOON deelt mede het in grote lijnen eens te zijn met de antwoorden van het college. Enkele opmerkingen wil spreker echter wel maken. Zo is hij het eens mèt de gedane suggestie om de motie over de herindeling van Langeweg nogmaals onder de aandacht van de minister te brengen.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1978 | | pagina 13