-177- 4. Ingekomen stukken en mededelingen. Het lid VAN DE WETERING merkt op, dat bij punt BJ> was gevoegd de 4e en 5e fase van het struktuurplan Stadsgewest Breda. Aangezien hierover in het geheel niet wordt gesproken bij het onderhavige agendapunt, acht hij een toelichting gewenst. Ten aanzien van punt J1 merkt hij op, dat in het daar genoemde "bulletin voor het raadslid" een artikel is gewijd aan L.P.G.-stations. In dit verband onder schrijft hij het tot nu toe gevoerde beleid om op hinderwetaanvragen voor L.P.G.- stations, afwijzend te beschikken. Spreker vraagt een nadere overweging terzake de reeds bestaande stations. Hij acht het op grond van de huidige inzichten dringend gewenst niet langer het risico van explosies, bij bestaande L.P.G.-stations, te negeren. Hij verzoekt deze dan ook aan de nieuwe richtlijnen te onderwerpen. Tenslotte vraagt hij waarom punt J9, waar een krediet gevraagd wordt i.v.m. de viering van de verjaardag van H.M.de Koningin, niet langs de geëigende procedure wordt behandeld. Het lid DIJKERS vraagt ten aanzien van punt G waarom niet is ingegaan op de suggestie die vanuit de commissie economische aangelegenheden is gedaan om de ker mis op het gehele oostelijke haventracé te situeren, met handhaving van de groen strook. Met betrekking tot punt J7 vraagt hij in hoeverre er reeds contact is met de stedebouwkundige ter realisering van het gebied tussen de Ewoudsdam en het Lang- straatlijntje. Het lid HUIJSSOON steunt het voorstel genoemd onder J9. Spreker ziet dit als een soort "Zevenbergen promotion"Met de heer van de Wetering vraagt ook hij zich af waarom dit niet via de normale procedure wordt afgehandeld. Het lid Mevr. KRIJNEN-BOOT mist een brief die is ingekomen over het openlaten van de doorgang tussen het gemeentehuis en "de Brug". Spreekster vraagt dit de volgende vergadering alsnog te behandelen. De VOORZITTER zegt naar aanleiding van de vragen van het lid van de Wetering over het structuurplan Stadsgewest Breda, dat dit voorstel 15 november in de ge westraad is behandeld. Hij zal echter nagaan waarom dit nog niet bij de stukken heeft gelegen. Met betrekking tot de problematiek over de L.P.G.-stations stelt hij dat overleg gepleegd zal worden om te bezien of er nadere voorwaarden opgenomen kunnen worden in reeds verleende hinderwetvergunningen. Aangaande de opmerkingen over het gevraagde krediet i.v.m. de kosten voor koningin nedag 1979 te Soestdijk, genoemd onder J9, zegt hij er geen moeite mee te hebben om dit voorstel t.z.t. middels de normale procedure in de raad te brengen. Momenteel zijn er contacten met 7 gemeenten om een project te realiseren, waarvoor een kostenraming is gemaakt. Véér er werkelijke kosten gemaakt gaan worden wordt nu in principe de instemming van de raad gevraagd. Terzake de opmerking van het lid Dijkers over de situering van de kermis zegt hijdat de genoemde suggestie wel bekeken is. Het gehele oostelijke haventracé biedt echter onvoldoende ruimte voor de kermis. Ten aanzien van de vraag naar het gebied bij de Ewoudsdam antwoordt hij dat dit bij de stedebouwkundige in behandeling is. In antwoordt op de vraag van Mevr. Krijnen-Boot. naar de doorgang naast het gemeentehuis zegt spreker dat de bedoelde brief van een aantal bewoners van de Molenstraat gisteren is ingekomen en dat het college dit in de b. en w.-vergade ring zal bespreken. Voor de eerstkomende raadsvergadering zal de brief op de lijst van ingekomen stukken worden geplaatst. Het lid MAKKINK zegt hieruit begrepen te hebben dat de afsluiting van de door gang zal worden uitgesteld tot na de behandeling van de bedoelde brief in de raad.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1978 | | pagina 137