n -131- 25. Voorstel tot het voteren van een krediet ten behoeve van de aanleg van beplanting in unit F van het bestemmingsplan Krooswijk. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burge meester en wethouders. 26. Voorstel tot het nemen van maatregelen met be trekking tot het aantrekken en uitzetten van vlottende middelen voor het jaar 1979. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burge meester en wethouders.. 27. Voorstel met betrekking tot de brancheverdeling in de Almarkt. De VOORZITTER licht toe, dat het voorstel een'zodanige ombouw van de Almarkt inhoudt, dat daaruit een verdeling komt van 37 food en 63 non-food. Het college heeft hierover met het E.T.I.N. contact gehad om de indeling te beoordelen. De in het voorstel genoemde dading is ter beëindiging van het nog steeds lopende rechtsgeding, waarover de rechtskundig adviseur advies heeft uitgebracht. Dit houdt in, dat indien de raad met de voorgelegde branche-verdeling instemt, de verschillende advocaten bij elkaar komen om te bezien of een dading haalbaar is. Een dading is voor de gemeente alleen haalbaar als alle werkelijke gemaakte kosten vergoed worden. Het lid WIJNE merkt op, dat op dit moment de hoogte van de werkelijk gemaakte kosten nog niet bekend is. De VOORZITTER antwoordt, dat geen onderhandelingen worden gevoerd zonder alle kosten te kennen. Het lid DIJEERS zegt het voorstel zonder meer af te wijzen. Hij memoreert aan eerder gedane beloften van fa. Albada Jelgersma, die niet zijn nagekomen. Hij heeft geen enkele reden om aan te nemen, dat dit nu wel gebeurt. Spreker houdt vast aan het raadsbesluit, waarbij een 70 - 30 verhouding is opgelegd. Hij is van mening, dat de kosten toch wel vergoed worden als het kort geding wordt gewonnen. Het lid HURKMANS merkt.op, dat het volgend hoofdstuk in het drama Al-markt nu voorligt. Hij verwijst naar het rechtsgeding, dat onder druk van de raad is aangespannen. Daarna heeft het college zijns inziens niets meer ondernomen en een afwachtende houding aangenomen, totdat nu de fa. Albada Jelgersma met dit voorstel komt. Spreker is van mening, dat het college hiermee de raadsuitspraken van 1975 en 1977, waarbij men zich voor de 70 - 30 verhouding heeft uitgesproken, naast zich neerlegt. Dit is voor hem onaanvaardbaar. De PvdA-fraktie houdt dan ook vast aan de verhouding 30 food, 70 non-food. Hij merkt op het buiten alle proporties te achten, dat Albada-Jelgersma wederom een termijn van 2 maanden krijgt voor ombouw van de branche-verdeling. Tenslotte verbaast het hem, dat uit de stukken blijkt, dat de 30-70 voorwaarde niet is opgenomen in de voorlopige verkoopovereenkomst, terwijl de raad zich daar destijds wel voor had uitgesproken. Hij vraagt daarom of deze voorwaarde wel bij de definitieve verkoop is vastgelegd. De VOORZITTER antwoordt, dat in het verkoopcontract geen percentage is genoemd doch dat daarin is bepaald, dat de branche-verdeling de goedkeuring van burgemees ter en wethouders behoeft. In besprekingen met de grondeigenaar fa. de Haas is de verhouding 30 - 70 genoemd, welke ook is geaccepteerd. In het verhuurscontract met Albada Jelgersma is de verhouding 25-75 opgenomen. Gezien het verloop van het geding was ingrijpen door het college niet mogelijk, aldus spreker. De gedachten- gang van het college is hier altijd geweest het karakter van een warenhuis. Als gevolg van de eis van het college is Albada Jelgersma gekomen' met het nu .■voorliggende voorstel wat toch een terugdringen van de supermarktgedachte er. het bevorderen van het warenhuiskarakter inhoudt.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1978 | | pagina 131