12 Zij is met het college van mening dat de verkoop van woningwetwoningen moge lijk moet blijven, mits voldoende goedkope huurwoningen beschikbaar blijven. Ten aanzien van het welzijnsplan mist zij een visie van het college omdat dit hele maal afhankelijk wordt gesteld van de medewerking van het provinciaal opbouworgaan. Haar fraktie vraagt zich af of er niet meer adviseurs op dit terrein zijn. Gezien de uitlating van de minister van Economische Zaken dat het industrieterrein Moerdijk een nationale zaak is, is zij van mening, dat dit perspectief biedt voor een vruchtbaar gesprek met de minister over de problemen van Moerdijk. De opmerking van het lid GERLA over verwaarlozing van de sportterreinen aan de Knip komt haar vreemd voor. De gebruiker van die akkommodatie heeft toch even tueel de mogelijkheid om via de vertegenwoordigingen de sportadviescommissie haar klachten te laten horen. Ten aanzien van het door het college gelanceerde idee voor een overdekt zwembad met wegschuif bare wanden, vraagt spreekster of er al enig inzicht is in de technische en financiële aspecten hiervan. Zij deelt de mening van het college over de eventuele oplossing van onderwijspro blemen in Lindonk middels noodlokalen. Ten aanzien van het onderdeel voorlichting deelt, zij mede geen bezwaar te hebben tegen personeelsuitbreiding indien dit voor een goede voorlichting noodzake lijk is. Dit mag haars inziens echter niet gekoppeld worden aan het al of niet uitbrengen van de discussienota voorlichting. Zij. vraagt hierbij wel.inzicht in de resultaten van de herverdeling van taken waarover in het antwoord van het college wordt ge sproken. Voor wat betreft de voorlichting over de begrotingsbehandeling in het "journaal leven en wonen" vraagt zij waarom niet is gekozen voor b.v. "het Midden" wat toch zuiver plaatselijk gericht is. Naar aanleiding van het standpunt van het college om niet in discussie te gaan over de nieuwjaarsrede van de voorzitter, deelt zij mede dat hierdoor de raad wordt gedegradeerd tot onmondigen wier mening niet op prijs wordt gesteld. Het zou haars inziens beter zijn dat er dan geen nieuwjaarstoespraken van dergelijke strekking gehouden worden. Vervolgens wil het lid SCHIPPER aan de hand van de antwoorden van burgemeester en wethouders zijn opmerkingen maken. Spreker is niet erg gelukkig met het experiment van de wijze van behandeling van de begroting. Het enigste voordeel is naar zijn mening dat de algemene be schouwingen nu beter gelezen kunnen worden wat een deskundiger beantwoording in kan houden. Ten aanzien van inspraak en openheid meent hij dat de tijd van experimenteren nu voorbij moet zijn. Hij is voorstander van directe informatie aan de burgers, doch we zullen ook tot zaken moeten komen, aldus spreker. Naar zijn mening is uit de praktijk gebleken dat een aantal zaken door de inspraak toch wel zijn gestag neerd. Hij zou dit echter niet willen aanvoeren als reden van de stagnatie in de sociale woningbouw, zoals het' lid HUIJSSOON dit doet. Terzake de budgettaire positie zegt hij dat niet door zijn fraktie is uitge gaan van een inflatiepercentage van 4. Het ministerie is uitgegaan van een inflatie van 4$. Op grond hiervan acht hij het verantwoord ook de uitgaven van de gemeente daar op af te stemmen en niet om voorshands uit te gaan van een kostenstijging van 6Igfo. Het zou reëler zijn om de begrotingscijfers bij te sturen en af te stemmen op de laatst bekende inflatiecijfers over 1977 welke vrij gunstig zijn. Zijn vraag is welke lijn de lagere overheden dienen te volgen bij het bestrijden van de infla tie Ten aanzien van de prioriteitenlijst is hij met mevr. KRIJNEN-BOOT van mening dat aan de welzijnsakkommodatie te Langeweg de hoogste voorrang gegeven moet worden. Inzake de kwestie van de herindeling is hij van mening dat hieraan al te veel tijd besteed is. Beter ware het de aandacht meer te richten op het Stadsgewest Breda.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1978 | | pagina 12